Het aantal initiatieven vanuit de overheid, ngo’s en de commerciële sector om de it-branche te stimuleren duurzamer te ondernemen, is de afgelopen jaren hard gegroeid. Het achterliggende idee is goed, maar het grote aantal keurmerken en certificeringen werkt averechts. De instanties die de verschillende keurmerken uitgeven, stellen geen eenduidige eisen. Dit zorgt ervoor dat de keurmerken hun geloofwaardigheid verliezen. Wat is nog de waarde van het ene keurmerk als je net zo goed het andere kunt hebben?
Als je het hebt over duurzaamheid in de it, dan gaat het al snel over besparing op het energieverbruik. Uit onderzoek blijkt dat de it-sector wereldwijd 2 procent van het totale energieverbruik op zich neemt. Met name datacenters zijn grote stroomverbruikers. Om energie-efficiency te stimuleren zijn er talloze keurmerken in het leven geroepen. Er zitten grote verschillen tussen de labels, zowel wat betreft kosten als wat betreft eisen waaraan je als bedrijf moet voldoen om ervoor in aanmerking te komen. De kosten voor deelname aan ‘duurzaamheidslabels’ varieert enorm. Bij de een betaal je duizend euro aan lidmaatschap per jaar, bij de ander is de bijdrage gekoppeld aan de omzet van een bedrijf. Bedragen tot 25 duizend euro komen ook voor.
Nederlandse emissiefactoren
Waar de verschillende duurzaamheidslabels voor staan, loopt sterk uiteen. De ISO14064-1 bijvoorbeeld, beoordeelt bedrijven op de methodiek van het internationale Greenhouse Gas Protocol om de kooldioxide-emmissies te berekenen. De kooldioxide-prestatieladder wijkt daar weer van af en meet op basis van de emissiefactoren die voor Nederland gelden.
De overheid speelt een belangrijke rol in de groei van het aantal duurzaamheidslabels. Het zijn met name overheidsorganisaties die van leveranciers vragen dat ze een bepaald label hebben. Het is weliswaar niet verplicht, maar zonder heb je minder kans om een aanbesteding te winnen. Het probleem is dat overheidsorganisaties verschillende duurzaamheidscertificaten eisen. ProRail bijvoorbeeld vraagt of je meedoet aan de kooldioxide-prestatieladder, terwijl andere overheden de mvo-ladder vragen.
Standaardisatie
Het wordt tijd voor een standaardisatie. Als het om energieverbruik gaat, moet een uniform geldend duurzaamheidscertificaat voldoende zijn. Met duidelijke eisen, zodat alle bedrijven aan dezelfde voorwaarden moeten voldoen om het certificaat te ontvangen. Op deze manier weten consumenten, opdrachtgevers en andere stakeholders welke waarde ze aan een duurzaamheidslabel moeten hechten.
George de Haan, manager environmental services bij Fujitsu Technology Solutions
Infra beheer : ITIL1, 2 of 3 of gewoon ervaring en wat boerenverstand?
Linux: Red Hat Certififed of LPI of toch maar HBO/WO of perse HBO/WO in iets technisch.
Softwaretesting: T-MAP of ISTQB?
Projectmanagement: IMPMA of Prince2?
Werving en selectie: referenties of mooi CV en praatje? Ervaring of hoog opgeleid?
Afstemming vraag en aanbod in ict is gewoon een wassen neus, zowel individueel als op aanbesteed niveau. Professional is dat gewend en volgt de markt. T’is nooit anders geweest.
Eens dat de overheid of beter zelfs op Europees niveau een belangrijke rol kan worden vervuld om een aantal marktstandaarden. Ik zie het ook nog wel gebeuren, maar een kwestie van tijd. Anderzijds kan het ook spontaan gaan ontstaan doordat enkele leading players zich bundelen in een initiatief. Mvo en duurzaamheid wordt meer en meer vanuit de maatschappij een waarde, dus ik geloof absoluut dat dit een kwestie van tijd is voordat het zichzelf ontwikkelt.
Leuk onderwerp voor een opiniestuk.
Een organisatie als Nederland ICT zou hierin een goed coördinerende rol kunnen spelen en doet dat volgens mij ook. De standaardisatie van de keurmerken zal zich inderdaad verder moeten ontwikkelen. Zowel bij bedrijven als aanbesteders.