Verkaveling in outsourcing schiet door. Ik begrijp niet dat cio’s zich door adviseurs laten verleiden tot nog meer lappendekenuitbesteding. Het scheiden van housing en datacenterbeheer is onlogisch evenals de knip tussen technisch applicatiemanagement, database beheer en middleware. Verder opknippen leidt tot chaos en hogere regiekosten.
Naar mijn mening zijn er drie argumenten tegen het verder opknippen van kavels: 1) technologische trends vragen juist om kavelclustering, 2) te kleine contracten werken niet, en 3) performance management werkt het best wanneer slechts één partij end-to-end verantwoordelijk is voor een logische cluster.
1. Technologische trends vragen om kavelclustering. Vaste en mobiele telefonie convergeren en worden onderdeel van unified communications. De werkplek, applicaties van Microsoft of Google voor samenwerking en unified communications vormen dan een logisch kavel. En met een vaste all-in prijs per gebruiker. Dat voorkomt factuurchaos en zorgt dus voor betere controle. Ook voor businessapplicaties wordt het steeds logischer om te clusteren en beheer en hosting samen te voegen. Wanneer je change uitbesteedt aan een externe partij, ligt het voor de hand om die partij ook verantwoordelijk te maken voor een vlekkeloze run. Zelfs het wel of niet zelf in bezit hebben van een datacenter is geen issue meer: applicatieboeren halen hun infrastructuur uit een cloud. De recente tsunami aan DDoS-aanvallen op Nederlandse bedrijven en overheden maakt ook duidelijk dat je voor bescherming technisch zeggenschap moet hebben over alle schakels (van website tot datacenter) om adequaat te kunnen schakelen. Wie teveel opknipt levert slagkracht in.
2. Te kleine contracten werken niet. Het onderhouden van een relatie en managen van delivery kost geld. Service providers moeten die kosten terugverdienen. Bij Aegon kwamen ze er achter dat tien miljoen euro per jaar de kritische grens is voor een applicatiemanagementcontract, wanneer je dat contract centraal wilt managen over meerdere werkmaatschappijen heen. Wil je als klant skin in the game hebben, dan moet je zorgen dat je contract voldoende groot is. Wanneer je wel maximaal wilt opknippen, bijvoorbeeld in het geval van werkpleksupport voor verschillende operating companies, dan kan dat alleen wanneer je de centrale regie los laat en opco’s hun eigen boontjes laat doppen.
3. End-to-end vergt een opperhoofd per kavel. Wanneer je je regiesoldaten vooral moet inzetten om perverse prikkels in de outsourcingrelatie te bestrijden (omdat fout gedrag lonend blijkt), heb je de strijd al verloren. Ik geloof in kavels waarbij één partij integraal verantwoordelijk is voor de performance (output en satisfactie) en het monitoren over de gehele keten. Je kunt weliswaar werken met collaborative kpi’s om verschillende partijen te laten samenwerken, maar wanneer je kleinere kavels samenvoegt tot één logische combinatie, stuur je op zowel de end-to-end verantwoordelijkheid als de P&L van de betreffende service provider.
Je kunt alle elementen in het it-landschap verkeerd opdelen, maar ook verkeerd samenvoegen. Het organiseren van verkaveling en ‘ontkaveling’ vraagt de nodige aandacht. Wanneer je over alle businessunits de hosting van kernapplicaties wilt samenvoegen, terwijl de businessunits hun applicaties nauwelijks delen, dan maak je het weer onnodig complex. Ik hoop dat cio’s kritischer worden over verkaveling. Verkavelen is geen verdeel-en-heers-spel. Je valt als cio dan in je eigen zwaard.
Goede argumenten en ik onderschrijf je betoog; een paar vragen en aanvullingen…
– Hoe bepaal je welke opknip methode voor jou de juiste is: horizontaal (bv. technology layers of applicatiedomeinen) of vertikaal (bv. business processen, geografie of design/build/run)?
– Hoe bepaal je welk aantal “knippen” voor jou optimaal is? Te weinig knippen maakt de kans op een vendor lock-in weer (te) groot.
– Grote partijen hebben grote IT-partners, hoe zit dat in het MKB/MKB+? Kleine partners (en dus kleine contracten) kunnen daar m.i. wel degelijk goed genoeg zijn: “kies de partner waarvoor jij belangrijk bent”.
Ook bij grote bedrijven is de trend (volgens mij, zie de lijst met outsourcing contracten in 2012) om kleinere contracten af te sluiten en meer te werken met kleinere, “agile” IT partners. Clusteren van leveranciers (bijvoorbeeld in de vorm van een joint venture, dus met centrale regie) kan dan weer een “goede” bandbreedte geven.
– Je 3e argument snap ik niet helemaal, want je lijkt te impliceren dat je ook de regie (verder) gaat opknippen, door nog een extra regie-/integratielaag bij de leverancier(s) te leggen. Je hebt daardoor misschien wel 1 (directe) contractpartij geselecteerd, maar die heeft underpinning contracten nodig waardoor onder de streep de complexiteit (en dus kosten/risico’s) van de keten niet beter is dan wanneer je die integratie zelf doet?
– Een 4e argument is wellicht dat veel IT partners je business processen niet écht doorgronden. Hoe meer je clusters dan verknipt zijn, des te moeilijker je de business wensen kunt vertalen naar de beste “combinatie van deeloplossingen”.
– En een 5e argument is een open deur: de zwakste schakel bepaalt de sterkte van de keten. Hoe meer schakels je hebt, des te groter de kans op een zwakke schakel, en des te groter de problemen bij een gebroken schakel.