It-organisaties zijn gebruik gaan maken van virtualisatie ter verbetering van de serverbenutting. Deze overstap brengt ook veranderingen teweeg in storagearchitecturen. Flashgeheugentechnologie heeft bijvoorbeeld een forse impact op storagearchitecturen dankzij de significante snelheidswinst en het lage stroomverbruik. De snelheidswinst is niet onopgemerkt gebleven bij grote ondernemingen. Veel storageleveranciers doen hun uiterste best om klanten de ideale flashoplossing te bieden met de beste prijs-kwaliteitverhouding.
Organisaties kijken tegenwoordig verder dan de traditionele silogebaseerde aanpak, waarbij storage wordt toegewezen aan een specifieke applicatie of een kleine set applicaties, en richten zich op gedeelde-storagearchitecturen. In een gedeelde-storagesysteem kunnen talrijke applicaties data in hetzelfde systeem opslaan en die data sneller en efficiënter ophalen. Via een gedeelde storagearchitectuur kunnen organisaties hun bedrijfsprocessen vereenvoudigen, de efficiency bevorderen, onbegrensd groeien, flexibeler zijn en hun diensten met maximale beschikbaarheid aanbieden.
All-flasharrays
Flash kan op tal van manieren worden geïmplementeerd in storagesystemen. De snelheidswinst van flash kan afhangen van waar deze in de storagearchitectuur wordt gebruikt. Er is bijvoorbeeld de laatste tijd veel aandacht geschonken aan all-flasharrays waarbij een all-flashstorageapparaat aan een specifieke applicatie wordt toegewezen. All-flasharrays zijn een goede storageoplossing voor applicaties met een kleine tot middelgrote hoeveelheid data, die extreem snel en met consistent weinig latentie toegankelijk moeten zijn. Niet alle applicatieworkloads voldoen echter aan deze criteria.
Het implementeren van een kostbare all-flasharray is niet zinvol voor alle applicaties. Als vast aangewezen all-flashstorage te ruim wordt ingezet, zijn ondernemingen terug bij het hierboven beschreven inefficiënte storagemodel.
Hybride oplossing
Bij de meeste organisaties biedt een gedeelde-storagearchitectuur waarin een combinatie van flash en traditionele hdd’s wordt gebruikt de juiste snelheid voor het merendeel van de applicaties. Hybride omgevingen met flash en hdd’s bieden een aantal extra voordelen dan alleen meer snelheid.
Ze zorgen voor meer efficiency en lagere operationele kosten. In een gedeelde-storagemodel kunnen data dynamisch worden gealloceerd aan de snelste storagemedia. Deze voordelen, plus nog andere voordelen, worden door Peter Wilbrink, NetApp Country Manager Nederland, besproken in een volgend artikel waarin informatie over flashstorageoplossingen wordt behandeld die bedrijven moeten weten voordat ze flash implementeren.
Tim Russell, vice president en general manager NetApp
Als ik het artikel zo lees krijg ik de indruk dat dit een 1 op 1 vertaling is uit het Engels.
Ik moet wel eerlijk bekennen dat ik mij redelijk in de inhoud kan vinden.
In storageland zie je nu 2 smaken: de “point solutions” die een specifiek probleem bij de klant oplossen. Waaronder de all-flash arrays.
En de “one size fits all” oplossingen met automatic storage tiering en flash ondersteuning vanuit de oplossing.
Afhankelijk van de wensen en eisen van de klant kan er gekeken worden wat het beste past. Een point solution vult natuurlijk niet alles in, en past niet overal. Maar lost wel een specifieke problemen op.
Maar om meteen te stellen dat het 1 beter is als het ander is ietwat kort door de bocht.
Zoals Ruud al stelt lijkt dit niet op een opinie van een expert maar meer op een redactioneel stuk dat vertaald is uit het Engels. Een reactie geven zal dan niet leiden tot een discussie waarin naast alle voordelen ook de nadelen niet onbenoemd blijven. Omdat ook nog eens afgesloten wordt met belofte van een volgend artikel waar andere voordelen opgesomd zullen worden devalueert daarmee voor mij deze opinie tot een infomercial.
Desondanks is het artikel niet slecht of ben ik het ermee oneens maar ik mis gewoon een kritische blik omdat elke voordeel zijn nadeel heeft.
Uiteindelijk is efficiency de som der delen en combinatie van snelle flash en trage netwerken levert meestal nog niet een beter resultaat bij de gebruiker op. Soms is een ‘silo’ aanpak door de olifant op te delen en de stukken dichter bij de gebruiker te brengen dan ook niet alleen goedkoper maar vooral veel sneller. Maar de theory of contraints vraagt nu eenmaal een inspanning waardoor de ‘one-size-fits-all’ enkel effectiever is.
Maar over de ervaringen in de praktijk heb ik al eens wat geschreven en meermaals samen met Ruud in de vorm van presentaties gesproken:
http://www.slideshare.net/edekkinga/opslag-bepaalt-het-systeemprestatieniveau