De groei is er nog niet uit is als het om outsourcing gaat, ondanks diverse verhalen over insourcing in de media. Dit blijkt uit onderzoek van adviesbureau Quint Wellington Redwood en Whitelane Research onder tweehonderd Nederlandse respondenten op directieniveau. 45 procent van de respondenten geeft aan meer te gaan outsourcen dan nu het geval is. Van de gehele onderzoekspopulatie gaat 10 procent voor het eerst tot uitbesteding over.
In het huidige crisisklimaat blijven kostenreductie (64 procent) en het zich willen richten op kernactiviteiten (51 procent) de belangrijkste beweegredenen om te outsourcen. In de overheidssector komen de financiële factoren pas op de zesde plaats. Een aanzienlijke minderheid van 42 procent van de respondenten is ‘zeer ontevreden’ tot slechts ‘enigszins tevreden’ over zijn leveranciers; 58 procent is tevreden en zeer tevreden. Een aantal ‘klassieke’ spelers scoort laag waar het gaat om aspecten als proactiviteit, kwaliteit van sales en kwaliteit van services. ‘Deze leveranciers worstelen duidelijk met hun eigen identiteit, zijn weinig wendbaar en passen zich te weinig aan de marktontwikkelingen aan’, aldus de onderzoekers.
Organisatorische volwassenheid
Opvallender is de ontevredenheid bij de respondenten over hun eigen prestaties. Maar liefst tweederde van de respondenten is zeer ontevreden tot slechts enigszins tevreden over de eigen interne sourcing governance. De onderzoekers over deze uitkomst: ‘De mate van professionaliteit en het succes van outsourcing worden grotendeels bepaald door de organisatorische volwassenheid van klanten. Leveranciers hebben last van het relatief lage volwassenheidsniveau, maar maken er ook handig gebruik van.’
Leveranciers hebben moeite hun klanten vast te houden en zullen daar de komende jaren nog meer moeite mee krijgen. Niet minder dan veertien van de twintig geëvalueerde leveranciers zien zich geconfronteerd met klanten die nu al aangeven hun outsourcingscontract ‘waarschijnlijk of zeker’ niet bij hun huidige leverancier te gaan verlengen. Klanten blijken bovendien lopende contracten open te breken: ruim 50 procent van de respondenten heeft zijn contract met succes heronderhandeld en is er zo in geslaagd betere condities, lagere kosten en/of betere kwaliteit te bedingen.
First-time-right contracten
‘Het loont om bestaande contracten open te breken’, stellen de onderzoekers, ‘Door de felle concurrentie zijn leveranciers bereid concessies te doen. Deze uitkomst geeft ook aan dat er weinig first-time-right contracten zijn.’
Een aanzienlijke minderheid van 42 procent van de respondenten is ‘zeer ontevreden’ tot slechts ‘enigszins tevreden’ over zijn leveranciers.
Dat is bijna de helft van alle respondenten! Ik kan dat nou niet direct een “aanzienlijke minderheid” noemen…. met het zelfde gemak kun je dan stellen dat een krappe meerderheid wel tevreden is….! Kwalitatief gaat het dus blijkbaar in bijna de helft van de gevallen mis to flink mis….!!! Outsourcen wordt vaak gevolgd door offshoren naar lage loonlanden…. andere cultuur, andere kwaliteit? Misschien eens interressant om te achterhalen waarom die 42% zo ontevreden is….
Zowel klanten als leveranciers hebben natuurlijk een probleem. Outsourcen (in de slipstream dat hele cloud gebeuren) is een oplossing voor “iets”. Er lopen vaak 2 problemen (vraagstukken) door elkaar: een gepercipieerd kostenprobleem en “problemen binnen de eigen ICT”. Die laatste kan een veelvoud van zaken zijn: integratieproblemen, software ontwikkelingsproblemen, performance issues, security, etc…maar ook de alignment met de eigen primaire business. Het idee dat je beide grote probleemblokken “buiten de deur kan zetten” en hopen dat al je problemen voorbij zijn is op zijn minst naief. Volgens mij staat dit verschijnsel bekend als de outsourcingsparadox. Er wordt vaak gepropageerd om eerst “je eigen toko op orde te hebben” voordat je gaat outsourcen.
Als het om klantbehoud gaat bij leveranciers, zorg er voor dat je heel scherp bent in het aangeven dat je alleen standaard zaken goedkoper zou kunnen doen dan de klant zelf (mits zelf voldoende schaalgrootte). Dus e-mail, file- en printservers, eventueel standaard basis software omgevingen lukt ook nog wel. Zodra verregaande integratie noodzakelijk wordt, zou ik als leverancier veel strikter zijn in mijn verwachtingsmanagement. Integratie is het probleem van de ICT als het gaat om outsourcen (of de cloud). Dat vereist eigenlijk een goede risico analyse. Ik durf te wedden als de risico van te voren in het contract staan, er veel reëler wordt omgegaan met wat wel en wat niet “buiten de deur” wordt gezet.
Uiteindelijk gaat het om het aansluiten van supply op demand, en dus heb je het over twee partijen die op elkaar moeten aansluiten om – allebei – succesvol te zijn. Dat is een wederzijdse afhankelijkheid EN een wederzijds belang: de klant wil dat zijn behoeften worden ingevuld en de leverancier wil dat zijn contract winstgevend is en wordt verlengd. Indien een van beide partijen zijn eigen belang (te vaak) laat prevaleren boven het belang – of de mogelijkheden – van de ander, eindigt het succes van de relatie.
Volgens mij ligt de crux dus in de governance en de transparantie van beide partijen: alleen als je open en eerlijk kunt/wilt zijn over je operationele, tactische en strategische doelstellingen kun je gezamenlijk succes bereiken. Dat begint met goede business cases (die waarbij je eerlijk bent over je eigen budget, kwaliteit, prioriteiten en andere kpi’s) en de juiste mensen op de juiste plaats (inclusief bijbehorende kennis, vaardigheden en gedrag) zodat je professionele relaties kunt bouwen en onderhouden.
Ik werk al een tijdje voor een outsourcer die een contract heeft met een Nederlandse klant. De outsourcer heeft haar ICT in het verre Oosten belegd, evenals de klant die haar ICT governance vanuit hetzelfde land laat uitvoeren.
Het praktische gevolg hiervan is, dat geen enkel project meer met succes kan worden afgerond en dat er uiteindelijk telkens weer Nederlanderse ICT-ers nodig blijken te zijn zijn om de zaken tot een goed einde te brengen.
Het kennisniveau van zowel de outsourcer als de governance organisatie blijken nihil. Ervaring met het runnen van een project is erg dun gezaaid, het verloop van het personeel binnen de projecten ligt te hoog en er wordt dan ook fout op fout gestapeld.
Voor de mensen die dit alles hebben bewerkstelligd is het zaak om de deksel op de doofpot te houden. Het toegeven van fouten betekent een vroegtijdige stopzetting van hun carriere.
Het is eigenlijk erg vermakelijk als het niet zo triest was ..