India heeft in de laatste twintig jaar een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Deze groeispurt is vrijwel geheel getrokken door de it-sector en andere dienstverlenende activiteiten zoals financiële services en call-centers. Deze sector bracht enorme geldstromen op gang vanuit de westerse wereld. In het spoor van it zijn ook andere branches gaan groeien: bouwondernemingen, cementproducenten, veiligheidsfirma's, hotels en restaurants, transport, opleidingsinstituten.
De groei staat echter flink onder druk. Nieuwe wegen moeten worden verkend om het sprookje levend te houden. In dit artikel een kennismaking met it in India. Over onder meer kansen en bedreigingen en ook verschillen maar vooral overeenkomsten met Nederland.
Aanloop
De opkomst van it-sector in India is bepaald geen toevallige ontwikkeling geweest. Al in de jaren zestig werd van de nood een deugd gemaakt. India had geen grote traditie op het gebied van massa-productie voor de export, beschikte niet over valuta om kapitaalgoederen aan te schaffen en daarmee een maak-industrie op te zetten maar had en heeft wel grote groepen hoogopgeleide professionals met een redelijk tot goede beheersing van de Engelse taal. Sterk geadviseerd door de Verenigde Naties, de Wereldbank, het IMF en indirect de Verenigde Staten werd doelbewust it – en wel specifiek software engineering in plaats van hardware-productie – als economische groeirichting gekozen en ontwikkeld. De Indiase overheid startte opleidingsinstituten, bouwde it-business-parken met netwerk-faciliteiten en samenwerking met vooral Amerikaanse bedrijven werd gestimuleerd onder meer met belastingfaciliteiten.
Vanuit Mumbai begon de opbouw van de it-industrie in 1968 met de oprichting van Tata Consultancy Services – dochter van de Tata Group (1868). Chennai, Delhi, Hyderabad en Bangalore zijn de andere prominente it-centra.
De grote doorbraak voor de Indiase it-sector kwam met het ‘Jaar 2000’-probleem. De zichtbaarheid van India als optie voor grootschalige softwaretrajecten werd ineens enorm vergroot en de invoering van de euro deed daar vervolgens nog een schepje bovenop.
Op dit moment werken pakweg 2,8 miljoen mensen in de Indiase software industrie – en helpt deze indirect nog eens negen miljoen mensen aan een baan. De bijdrage aan de totale export van het land is groot en de it-bedrijven helpen om veel buitenlandse valuta binnen te halen. De binnenlandse markt voor it-activiteiten groeit, maar is nog steeds maar een klein deel van het totaal.
De politiek – zowel nationaal als lokaal – was eind jaren ’90 en begin van deze eeuw de it-sector erg goed gezind. Het tij is licht gekeerd. Momenteel is er focus op andere sectoren en is de liefde voor it – en de bevoorrechte positie ervan – wat onder druk gekomen. Andere sectoren die op dit moment hoog scoren in de gunst van media en politiek – en studenten! – en koketteren met hoge groeicijfers zijn de pharmaceutische industrie (met name massaproductie), Business Process Outsourcing (bijvoorbeeld in financiële dienstverlening en call-centers) en medisch/bio-sciences (zowel kennis-intensief onderzoek als minder specialistische bulk-evaluatie van mri-scans en andere medische onderzoeksgegevens voor vooral Amerikaanse klanten.
Status, kansen en bedreigingen
All is not well met de it-sector in India. De groei zakt in. Deels door de economische crisis in vooral het westen maar deels ook door toenemende concurrentie van China en bijvoorbeeld de Filippijnen en door toenemende twijfels over de gebruikte modellen en de resultaten daarvan. De aankondiging van General Motors (zomer van 2012) dat het op grote schaal wil gaan insourcen na teleurstellende ervaringen met de offshoring, leek een beetje op het meisje dat de nieuwe kleren van de keizer benoemde voor wat ze waren. GM wil it-activiteiten terughalen uit India en meer direct in dienst van de business stellen, met snelle innovaties en nauwe samenwerking. Waarbij barrières zoals bedrijfsgrenzen, taal, afstand en tijdzone en cultuur ongewenst zijn. Is dat het einde van het Indiase sprookje?
Duidelijk is dat concurrentie op prijs en bulk-activiteiten niet lang houdbaar is. Ook al omdat door de hoge inflatie, de onderlinge concurrentie tussen werkgevers en de toenemende eisen van de it-professionals zelf, de salarissen snel stijgen. Een recente offerte-vergelijking tussen Servië en India gaf bijvoorbeeld nog maar minimale verschillen te zien in de arbeidskosten.
Andere aandachtspunten bij het realiseren van verdere ontwikkeling zijn de braindrain (emigratie naar de VS en andere westerse landen), het gebrek aan (ervaren) resources, de actualiteit van de kennis, het vermogen met opdrachtgevers mee te groeien, beheersing van de taal van opdrachtgevers (Engels en liefst talen als Frans, Duits, Spaans en ook Nederlands), vastlopend verkeer en andere tekortschietende faciliteiten (stroomvoorziening, wateraanbod) in de metropolen, en de corruptie. Dat laatste punt werd veel door de Indiërs zelf naar voren gebracht – ik heb daar geen ervaringen mee opgedaan.
De politieke stabiliteit is in Hyderabad ook nog een zorgpunt: diverse districten streven naar afscheiding van de staat – Andhra Pradesh – en het vormen van een eigen staat – Telengana. Het rumoer hier omheen heeft de aandacht naar verder stimuleren van de it-sector grotendeels afgeleid.
Lokale overheden van Tier-1 steden (de metropolen met internationale verbindingen en de grootste economische groei) en de opkomende Tier-2 steden (zoals Pune) wedijveren om de gunstigste voorzieningen aan te bieden aan investeerders – op het gebied van belastingen, onderwijs en infrastructuur als wegen en vliegveld. De concurrentie tussen de verschillende it-hotspots is venijnig. Belanghebbenden in Bangalore en Pune (jong, snelgroeiend it-centrum) lieten niet na mij meerdere malen te wijzen op de problemen in Hyderabad. Het spiksplinternieuwe vliegveld in Bangalore met rechtstreekse verbindingen met onder andere Dubai is een voorname troef. De nieuwe internationale terminal in Chennai wordt binnen enkele weken geopend om weer tegenwicht te bieden. Pune loopt hier met een tamelijk klassiek vliegveld bij achter, maar heeft volgens lokale bronnen wel een erg gunstig klimaat.
Voor de Indiase it-branche lijkt onderscheiden op kennis en vaardigheden, kwaliteit en de snelle beschikbaarheid – eventueel on-site – van resources de logische strategie voor de nabije toekomst. In Nederland en veel andere westerse landen is bepaalde kennis op it-gebied vrijwel niet te krijgen. Iedere oplossing die kwalitatief afdoende is, wordt dan interessant; niet noodzakelijkerwijs tegen spot-prijzen en niet per se de allerhoogste kwaliteit. Verder opbouwen van taal- en cultuurkennis en meer lokale aanwezigheid bij klanten van op zijn minst contactpersonen met de Indiase achterban wordt ook meer en meer de strategie. De technische faciliteiten voor samenwerking in globaal gedistribueerde teams worden snel beter – daar kan in India van worden geprofiteerd. Kanttekening: computers en andere elektronische hulpmiddelen zijn in India net zo duur als in Nederland – en ten opzichte van de loonkosten toch nog steeds erg duur.
Verhoudingen tussen it-bedrijven
De verschillen die wij kennen tussen grotere, meer formele it-dienstverleners en de kleinere, opener en mogelijk innovatievere en flexibelere spelers bestaan in India net zo, maar op een iets andere schaal. De mensen die ik sprak zagen aan de ene kant sterk proces-gestuurde, hiërarchische en heel formele organisaties met weinig ruimte voor initiatief en eigen creativiteit, zoals Indiase molochen als TCS en ook de Indiase dochters van grote westerse spelers – Accenture, Capgemini – met tienduizenden medewerkers en aan de andere kant de vele startups, zzp’ers en kleinere, onafhankelijke bedrijven (honderden tot enkele duizenden medewerkers) waar veel meer ruimte is voor eigen inbreng. Een van mijn gesprekspartners was overgestapt van de eerste categorie naar de tweede, voornamelijk uit beroepstrots (en een beetje meer salaris): hij was nog steeds verontwaardigd over het feit dat zijn architectuur-ontwerpen door medewerkers van de Europese moedermaatschappij werden herschreven (‘verkracht’ in zijn ogen) alvorens naar de klant te gaan.
Ervaring is een sleutel-element. India heeft veel mensen en dat helpt een economie om snel grote productiecapaciteit te realiseren, mits de eisen aan de productiekrachten qua kennis en ervaring laag zijn. Om it-activiteiten te ontplooien is in de meeste gevallen veel kennis en flink wat ervaring benodigd. En hoeveel mensen er ook beschikbaar zijn, het opbouwen van kennis en ervaring kan niet versneld worden door er maar meer mensen voor in te zetten en kost nu eenmaal geruime tijd per individu.
De it-bedrijven doen dan ook hun uiterste best om ervaren krachten te vinden en hebben daar flinke salarissen voor over. Die ervaring vinden ze alleen bij de collega it-ondernemingen. De concurrentie tussen bedrijven is op dit vlak erg groot. Er lijkt dan ook weinig samenwerking tussen de bedrijven te bestaan, bijvoorbeeld voor gezamenlijk opdoen van kennis van nieuwe technologie. Sterker nog, de zeer strenge beveiligingseisen (zoals niet fotograferen in kantoren van it-bedrijven of zelfs in de omgeving van de gebouwen) lijkt naast de dreiging van militante groeperingen ook de onderlinge concurrentie-verhoudingen en angst voor bedrijfsspionage als achtergrond te kennen. Zo moest ik in Bangalore mijn fototoestel afgeven bij de bewaking. Gelukkig mocht ik mijn iPhone op zak houden.
In het volgende deel in deze serie beschrijf ik de mensen in de Indiase it-sector. Zijn zij heel anders dan Nederlandse it-professionals? Hoe ziet hun leven en werk eruit? En hoe zien zij de toekomst?
Deel 1 tot en met 4
Lees hier de eerdere reisverslagen:
IT-tour door India: 6 steden bezoeken (1)
IT-tour door India:) New Delhi is vlakbij (2)
IT-tour door India: Contrastrijk (3)
IT-tour door India: Verleden, heden en toekomst (4)
In twee weken door India
Computable-expert Lucas Jellema van Oracle-dienstverlener Amis reist de komende weken door India om kennis te maken met de laatste stand van de ict-industrie in het land. Hij reist op uitnodiging van de All India Oracle User Group. Als tegenprestatie houdt hij presentaties. Jellema doet hier verslag van zijn belevenissen.