Ict-leverancier Dell heeft een opvallende aanwezige op zijn stand tijdens CeBIT 2013. In samenwerking met NASA heeft Dell namelijk een prototype van de Mars-verkenner Curiosity tentoongesteld. Dell leverde twee HPC-clusters aan NASA, zodat de ruimtevaartorganisatie de landingsscenario’s op Mars kon simuleren.
De grote wetenschappelijke vraag voor het Mars-onderzoeksteam van NASA was hoe wateractiviteit in het verleden van invloed is geweest op de omgeving van planneet Mars. Op dit moment is er geen vloeibaar water te vinden aan het oppervlak van Mars, maar de wateractiviteit in het verleden kan wel teruggevonden worden in stenen, mineralen en geologisch gevormd land, en dan vooral datgene dat alleen gevormd kon worden door de aanwezigheid van water. Dat is waarom de onderzoeksrobots speciaal zijn uitgerust met tools om verschillende soorten gesteenten te bestuderen die iets prijs kunnen geven over wateractiviteit in het verleden op Mars.
Analyseren relevante missiedata
NASA’s Jet Propulsion Laboratory (JPL) gebruikte Dell HPC-clusters voor het testen en valideren van de landingsmogelijkheden van de Mars-verkenner. JPL’s Dell HPC-clusters Galaxy en Nebula assisteerden NASA bij het analyseren van relevante missiedata voor NASA om er zeker van te zijn dat het meest complexe deel van de missie naar de Rode Planeet, de landing, succesvol zou worden afgerond.
Om zichzelf door de Martian-atmosfeer te krijgen, moest het ruimteschip een aantal s-maneuvres maken, zoals die ook gemaakt worden door Space Shuttle-piloten. Net als astronauten moest Curiosity’s computer snelle en kritische beslissingen nemen gebaseerd op de omstandigheden tijdens het binnen vliegen, de voorbereiding op de landing en de daadwerkelijke landing.
High-performance computing clusters
Om er zeker van te zijn dat Curiosity voor alles klaar was, draaide de onderzoekers miljoenen gesimuleerde landingsscenario’s op de twee high-performance computing clusters Nebula en Galaxy bij JPL. ‘NASA’s supercomputing-mogelijkheden hebben de risico’s enorm kunnen reduceren van de landing bij de Gale-krater’, zegt Timofey Ovcharenko, system administrator bij NASA JPL. ‘Dit gaf ons het vertrouwen in het ontwerp en het hielp om geloof te krijgen in de buitengewoon moeilijke landingsmogelijkheden, waar wij in eerste instantie van dachten dat ze onmogelijk waren.’
In de zestien maanden dat JPL over supercomputing beschikten, het begon al zeven maanden voor de lancering, ontwikkelde het team dat verantwoordelijk was voor de landing van de Curiosity een volledig op maat gemaakte supercomputing-omgeving dat in staat was om te gaan met de meest geavanceerde simulaties en computing ongeacht de uitkomst. Gebaseerd op deze resultaten konden de engineers de software van Curiosity zo programmeren dat het ongeveer zeven minuten duurde om de Mars-lander van dertienduizend miles per uur compleet te laten stoppen op het oppervlak van Mars.
De zeven minuten van terror
Het duurt echter veertien minuten voordat een signaal vanaf Mars de aarde bereikt. Kortom, er was een vertraging van zeven minuten in de responstijd. JPL-wetenschappers en -engineers noemde dit ‘de zeven minuten van terror’.