Ordina: Oorlog voeren wij in de markt, niet intern

De beursgenoteerde ict-dienstverlener Ordina is terug in de zwarte cijfers. Beleggers hebben hernieuwd vertrouwen in het bedrijf, klanten en medewerkers ook, zegt ceo Stépan Breedveld, die de afgelopen twee jaar de organisatie ingrijpend verbouwde. 'De grote, pijnlijke ingrepen zijn achter de rug.'

Hoe belangrijk was winst in 2012?
‘Het was heel belangrijk dat Ordina in 2012 winst boekte. Het bedrijf moest een verbetering laten zien om het vertrouwen te herstellen bij beleggers, klanten, en medewerkers. We hebben nieuwe klanten binnengehaald, bij een bestaande klant als Rabobank hebben wij het contract verlengd. Ook bij medewerkers is het vertrouwen hersteld. Voor een dienstverlenend bedrijf als het onze is de gemoedstoestand van de mensen het allerbelangrijkst. Dan komen de goede resultaten vanzelf.’

Wat is het rendementsdoel?
‘Ons langetermijndoel is een rendement van 10 procent, er moet dus nog wel iets gebeuren. Dat wij er in een krimpende markt in zijn geslaagd de winst op te voeren, is een hele prestatie. Wij zijn een capaciteitsbedrijf, marktherstel is voor ons heel belangrijk. Ik heb er alle vertrouwen in dat het ons gaat lukken. De lage rendementen van sommige bedrijfsonderdelen zijn gemiddelden. Als je dieper kijkt zie je dat er onder de motorkap op sommige plaatsen al hele goede rendementen worden gehaald.’

Wat zijn de pareltjes?
‘Bijvoorbeeld onze business intelligence-activiteiten, VisionWorks. Daaraan is in goede en slechte tijden behoefte. Een ander voorbeeld is ons mobility-aanbod. Daar zijn we kleinschalig mee begonnen, hebben het succesvol in de markt gezet.’

Volgen er in 2013 nog grote ingrepen?
‘Nee, de grote structurele wijzigingen die wij de afgelopen twee jaar hebben doorgevoerd zijn achter de rug. Binnen de units zullen wij nog wel bijsturen. Maar dat speelt alleen nog op onderdeelniveau in plaats van Ordina-breed. De grote verandering die wij nu doorvoeren is dat wij pro-actiever naar onze klant gaan. We gaan nu oorlog voeren in de markt, niet meer intern.’

Hoe doen jullie het op de overheidsmarkt?
‘Twee jaar geleden hebben wij besloten public consulting anders in de markt te zetten. Voorheen was het vooral detachering, wat wij deden. Nu maken wij de stap naar consulting. Dat vraagt om ander leiderschap, een ander type mensen. We hebben de afgelopen twee jaar in deze unit geïnvesteerd, er zijn nieuwe mensen bijgekomen. De resultaten uit het laatste kwartaal van 2012 tonen aan dat de overheidsmarkt aantrekt.

In de eerste helft van 2012 liep onze omzet uit de overheidsmarkt terug, in de tweede helft was er lichte groei in Nederland en België. In België hebben wij een mooi contract met de Europese Unie. Maar laat je die omzet weg, dan is er in Nederland nog steeds sprake van groei. Dat is een heel belangrijk signaal. De druk op kosten en budgetten binnen de Nederlandse overheid is onverminderd groot. Maar de beoogde reductie van kosten kan worden bereikt door procesverbeteringen en automatisering.’

Welke stappen gaat Ordina in 2013 zetten?
‘We gaan ons prominenter in de zorgsector profileren. En wij zullen onze klanten benaderen met ideeën hoe zij hun business kunnen verbeteren. Verder willen wij nog aantrekkelijker zijn als werkgever. Als je wilt groeien heb je capaciteit nodig en die komt uit mensen. We zien dat we een aantrekkelijke werkgever zijn door de kwaliteit van de mensen die zich bij ons melden als nieuwe medewerker.’

Wat maakt Ordina zo aantrekkelijk?
‘Dat we een lokaal bedrijf zijn, een platte organisatie met een zeer benaderbaar management. Het is een emotionele behoefte van mensen een bijdrage te kunnen leveren. Dat inspireert mij ook persoonlijk, dat wij geen complexe structuur hebben met 65 landenorganisaties.’

Hoe wil Ordina zich onderscheiden?
‘Wij hebben zeven innovatiethema’s gekozen waarmee wij ons willen profileren: big data, cloud computing, mobile, social media, security, smart sourcing en unified communications en collaboration. Maar met alleen kennis, bijvoorbeeld over big data, kan een ict-dienstverlener zich niet onderscheiden. Als je even googlet ben je big data-expert. Wij gaan toepassingen bieden die werken binnen de organisaties van onze klanten. Wij kennen onze klanten goed, daarvan gaan wij gebruik maken. Onze top tien klanten is al jaren stabiel.

Met mobility kunnen wij enorme doorbraken creëren voor klanten als het UWV en de Belastingdienst die contact onderhouden met miljoenen mensen. Denk aan wat online selfservice voor een bedrijf als het UWV kan betekenen. Maar ook ziekenhuizen, waar je zelf als patiënt online afspraken kunt inboeken.’

Gaat het alleen om kostenbesparing?
‘Een nieuwe ontwikkeling is wat wij Quli noemen, quality of live. Patiënten kunnen beter en langer zelfstandig functioneren door hen met mobiele technologie te ondersteunen. Zo kan het Dr Leo Kannerhuis, een instituut voor autisme, betere en goedkopere zorg bieden met een app waarmee autisten altijd contact kunnen houden met familie, verzorgers en doktoren. In de ontwikkeling hiervan hebben wij met andere aanbieders samengewerkt.

Er zitten natuurlijk ook risico’s aan app’s voor de overheid. Gegevens die gebruikt worden komen vaak uit privacygevoelige bronbestanden. Daar plak je niet even ‘een appje van om de hoek’ tegenaan. Maar wij kennen die systemen van nabij. Dat is een hele andere wedstrijd. Hier zit onze toegevoegde waarde.’