Automatiseerder Cegeka kijkt terug op een goed 2012. Daar waar concurrenten moeizame cijfers realiseren en mensen ontslaan, behaalde de aanbieder van outsourcing, dienstverlening en software een omzetgroei van 9 procent. De verwachtingen voor 2013 zijn ook positief. Voor het van oorsprong Belgische bedrijf is Nederland inmiddels ook een thuismarkt geworden. Centraal-Europa lonkt. Het geheim achter het succes? 'Het diepe besef dat de klant ons salaris betaalt', stelt bestuursvoorzitter André Knaepen.
Het twintig jaar oude Cegeka (1650 medewerkers) uit Hasselt is het grootste ict-huis van Belgische origine. In Nederland levert de automatiseerder software en diensten aan woningcorporaties en zorginstellingen. Daarnaast biedt het ook infrastructuurbeheerdiensten. Op dit terrein wist het bedrijf in 2012 aansprekende orders binnen te halen bij nutsbedrijf Delta en de banken NIBC, ABN Amro Commercial Finance en Knab. Bestuursvoorzitter André Knaepen zegt 2012 voor het hele bedrijf af te sluiten met een omzetgroei van 9 procent tot zo’n 215 miljoen euro. De brutowinst (ebitda) komt uit op ruim achttien miljoen euro. Voor 2013 is 80 procent van wat is gebudgetteerd al ingevuld.
Hoe komt het dat Cegeka wel doorgroeit en de grote ict-dienstverleners niet?
André Knaepen: ‘De grote jongens in Nederland staan te ver van de markt en hun klanten af. Ze weten niet precies meer wat er speelt. Daarnaast opereren er veel kleine dienstverleners die te weinig schaal hebben om alle ontwikkelingen te volgen. Schaal is de ratio achter groei. Om te blijven innoveren in diensten en te investeren in klanten heb je schaal nodig. Dat hebben we de afgelopen jaren door middel van overnames en autonome groei opgebouwd. Daarnaast lezen we de markt goed en luisteren we naar klanten. Dat wat er speelt hebben we weten om te zetten in succesvolle oplossingen. Cegeka heeft de flexibiliteit van een klein bedrijf gecombineerd met de mogelijkheden van een groot bedrijf.
In de it wordt vaak vergeten dat klanten onze salarissen betalen. Wie betaalt, bepaalt. Tien jaar geleden kwamen ict-bedrijven er nog mee weg om niet te leveren wat klanten wilden. Maar ict is een commodity aan het worden, een standaardproduct. Daarbij vragen klanten om een consumentgerichte aanpak: ze hebben een probleem, willen daar een oplossing voor en anders gaan ze naar een andere leverancier. Er zijn nog steeds bedrijven die dat niet door hebben. Op de Nederlandse markt heerst nog te weinig het besef dat de zeven magere jaren zijn aangebroken.’
Wat bedoelt u met investeren in klanten?
‘Door continu te zoeken naar verbeteringen die voordelen voor klanten opleveren. Op outsourcingsgebied bijvoorbeeld, sluiten wij contracten waarin de afspraak staat dat jaar na jaar dekosten voor klanten dalen. Halen wij die doelstelling niet, dan moeten we uit eigen zak bijbetalen. Zulke verplichtingen houden ons scherp om te blijven zoeken naar kostenreducties.
Die klantgerichtheid betaalt zich uit. Bij Cegeka is 70-75 procent van de omzet terugkerend. Het is bij ons bewust beleid dat onze contracten zoveel mogelijk langetermijncontracten moeten zijn. Een spelregel is dat detachering nooit meer mag zijn dan 20 procent van de omzet, en daar zitten wij bij lange na niet aan.’
Eigen IP en ontwikkelaars
Cegeka biedt infrastructuur- en applicatiebeheerdiensten en outsourcing, maar heeft ook eigen softwareoplossingen. Maakt dat het bedrijf anders dan menig andere dienstverlener?
‘Ja, in veel gevallen wel. We bieden onze eigen producten aan, onze eigen IP, in combinatie met diensten en het servicebedrijf. Zo veel dienstverleners doen dat niet. Ons softwareverhaal valt in twee stukken uiteen: de applications, onze eigen software, en de solutions. Dat zijn oplossingen voor een aantal verticale markten, gebaseerd op standaardsoftware van onder andere Microsoft. Dit deel willen we internationaal vercommercialiseren, net als de lokale oplossingen met onze eigen IP. Cegeka heeft bijvoorbeeld een in huis gebouwde toepassing voor klinische laboratoria dat in heel Europa draait en in Zwitserland en Israël het grootste marktaandeel heeft.’
Ik wist niet dat Cegeka eigen systemen bouwde?
‘Wat veel mensen ook niet weten is dat er binnen Cegeka zo’n vijfhonderd ontwikkelaars werken. We hebben onze eigen softwarefabrieken voor generieke oplossingen. Daar is onder andere het afhandelingssysteem voor de tweedehandsmarkt van BMW’s gebouwd. Dat deden we in opdracht van BMW München. Dat systeem wordt gebruikt in allerlei Europese landen.
Ik durf ook te stellen dat wij het grootste Java-project ooit in de Benelux hebben ontwikkeld. Dat is het Ventouris-project, een systeem voor de sociale zekerheid in België dat in ons datacenter in Hasselt draait en door diverse uitvoeringsinstanties wordt gebruikt. Datzelfde doen we voor de Belgische kinderbijslag: ook die systemen draaien in Hasselt voor diverse partijen. Het zijn SaaS-oplossingen. Met software as a service zijn wij eigenlijk al vijftien jaar bezig.’
Succes in Nederland
Cegeka nam in 2006 ict-dienstverlener en softwareleverancier voor zorg en wonen DataBalk over. Innmiddels heet het Cegeka Nederland, werken er zo’n 300medewerkers en ligt de omzet op circa 45 miljoen euro. Hoe beoordeelt u deze overname waarmee Cegeka toegang kreeg tot de Nederlandse markt?
‘Ik ben er zeer tevreden over. Maar we moeten nog verdere stappen zetten. Dat kan bijvoorbeeld door overnames. We zoeken naar partijen die binnen onze cultuur passen en toegevoegde waarde hebben. Maar we nemen niet over vanwege het overnemen. We hoeven niet de grootste te zijn in de gebieden waar we actief zijn, maar wel de beste.’
Naast software is Cegeka in Nederland ook actief met infrastructuurbeheer en outsourcingsdiensten. Het valt op dat het bedrijf in 2012 successen boekte – Delta, Knab, ABN Amro Commercial Finance, NIBC – terwijl de teneur is dat die markt stilvalt.
‘Ik hoor dat wel meer, maar ik merk het niet. Onze orderpijplijn zit vol. Misschien dat de hele grote deals spaarzaam zijn, maar onder die toplaag vallen genoeg orders binnen te halen. Is het niet vandaag, dan morgen. Ik kan alleen maar zeggen dat bij ons de vraag naar outsourcing- en managed services groeit. Bijvoorbeeld in de detailhandel. Niet alleen in de Benelux, maar ook in Frankrijk. Cegeka scoort daar behoorlijk wat opdrachten. Louis Vuitton Moët Hennessy is onder andere klant; dat hoort mijn vrouw altijd graag!’
Cegeka sleepte in 2012 beheeropdrachten binnen bij ABN Amro Commercial Finance en NIBC. Is er een verklaring dat jullie in de bancaire sector in Nederland succes hebben?
‘Ja, omdat we veel ervaring hebben met het in huis halen en beheren van ict-infrastructuren en applicaties van banken en verzekeraars. De productieomgeving van Argenta, een vrij grote Belgische bank, staat al jaren in ons datacentrum in Hasselt. Dat was onze eerste uitbestedingsklant. Wil je als bank zo ver gaan om zo’n omgeving en de back-up in handen te leggen van een andere partij, dan heb je veel vertrouwen in je partner. Dat straal ook uit naar de sector. Na Argenta hebben we ook opdrachten gekregen van RBS, BNP Paribas, ABN Commercial Finance en Fortis Frankrijk.’
In de modder staan
U kijkt inmiddels wel verder dan de Benelux. Vorig jaar nam u de Poolse it-afdeling van KBC Global Services over?
‘Wij kijken veel naar Centraal-Europa. Dat is een belangrijke groeimarkt voor de nabije toekomst. Polen is het eerste land waar we ons op richten. Na deze overname willen we snel een vervolgovername doen. Ons doel is binnen nu en twee jaar van Cegeka Polen een bedrijf te maken van minstens driehonderd man, actief op een breed ict-veld, zonder detachering.
We volgen de andere landen in Centraal-Europa, maar willen eerst onze Poolse activiteiten goed onder controle hebben, voordat we andere gerichte stappen gaan zetten. Niet alles tegelijk.’
Is Cegeka eigenlijk nog een Belgisch bedrijf?
‘Nee, allang niet meer. Wij zien Cegeka als een Benelux-bedrijf met een portfolio, gericht op het middensegment en de grotere bedrijven. Niet de allergrootste multinationals, maar de laag eronder. De hele grote deals zuigen te veel resources op van Cegeka. Je moet ook nee kunnen zeggen.
Je ziet het ook aan de groepsdirectie. Daar zitten met Anton Vreugdenhil en Paul Cornelisse ook Nederlanders in. Al is dat Nederlanderschap niet doorslaggevend. Waar het om gaat is de kwaliteit, de capaciteit en de instelling van de mensen: wat kunnen ze bijdragen aan de groei van Cegeka?’
Hoe zou u de bedrijfscultuur bij Cegeka typeren?
‘Ik streef naar een open en klantgericht bedrijf. Klanten kunnen mij bellen als er iets is en dat geldt voor iedereen binnen het bedrijf. Ik vind dat niet meer dan normaal. Daar wordt soms zo geheimzinnig over gedaan, van ‘ik mag geen gsm-nummer geven’. Jongens, wat een flauwekul. Alsof klanten daar misbruik van maken. Een ceo van een bank gaat mij echt niet bellen als er geen serieus probleem is.
Ik zie Cegeka als een bedrijf van ondernemers dat zijn verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie belegt. Er moet ruimte zijn om te discussiëren over ideeën en initiatieven van iedereen. Ook moeten leidinggevenden tot aan de top toe, dus ik ook, hun botten aantrekken en mee in de modder gaan staan. Ik heb niets aan managers die achter hun bureau directeurtje aan het spelen zijn. Dat past niet bij Cegeka.’