LexisNexis Univentio, sinds 2005 onderdeel van Reed Elsevier, beheert negentig miljoen patenten en elke minuut worden vijftienhonderd documenten vanuit de hele wereld opgevraagd. In april 2012 verhuisde het bedrijf van Rijnsburg naar Leiden, reden om de efficiency van het datacenter eens goed onder de loep te nemen. Samen met consultants van Schneider Electric wilde LexisNexis het datacenter vrijwel greenfield (milieuvriendelijk) inrichten. Het resultaat: een zeer hoge efficiency en een zeer lage energierekening.
‘Business IT alignment’ is een concept dat men bij LexisNexis niet kent. It is namelijk de business en het datacenter is er het warm kloppend hart van. Het datacenter bevat ongeveer 250TB aan digitale informatie over de meest uiteenlopende patenten en daar komen er dagelijks duizenden bij. Met in-huis ontwikkelde software worden de patenten gemanaged, illustraties in aparte bestanden ondergebracht en verrijkt met informatie uit diverse bronnen aangeboden aan de afnemers, zoals universiteiten, notarissen, advocaten, laboratoria en fabrikanten. In een topweek levert LexisNexis 135 miljoen documenten aan klanten.
Een ocr-omgeving maakt het mogelijk data uit documenten te halen, te interpreteren en op te slaan. In samenwerking met een leverancier van vertaalsoftware ontwikkelden de programmeurs van het bedrijf software, die in staat is zonder tussenkomst van mensen teksten goed leesbaar om te zetten uit en naar andere talen, waaronder Chinees, Japans en recentelijk Zuid-Koreaans. Oorspronkelijk alleen bedoeld voor vertaling van patenten, maar het is de bedoeling om de service aan derden te gaan aanbieden, net als de ocr-diensten.
Het plan om vanuit Rijnsburg te verhuizen naar het universiteitsterrein in Leiden maakte het mogelijk het datacenter vrijwel greenfield in te richten. Een kans die het bedrijf met beide handen aangreep.
Dezelfde taal spreken
LexisNexis Univentio wist precies wat ze wilden, met de nadruk op beschikbaarheid en schaalbaarheid. Belangrijk was de overweging om het energieverbruik te reduceren en inzichtelijk te maken. Manageability moest het uitgangspunt zijn: het hele datacenter moest gemakkelijk gemanaged kunnen worden met een relatief kleine footprint. Zo hoog mogelijke density dus, om zo relatief meer te kunnen doen met de beschikbare vierkante meters. LexisNexis besefte dat dit andere eisen stelt aan stroomvoorziening en koeling, en zocht contact met specialisten op dat gebied. Deze adviseerden een traditioneel concept met een verhoogde vloer, warme en koude straten, en gescheiden stroom en koeling.
Bij LexisNexis Univentio gaf dat geen goed gevoel. Er moest méér profijt te behalen zijn. Ze werden in contact gebracht met Schneider Electric. In hun advies vond LexisNexis Univentio alle wensen en eisen terug, op een herkenbare manier en in een taal die beide partijen spreken. Er werd besloten het advies gezamenlijk verder uit te werken, compleet met ontwerptekeningen van het toekomstige datacenter, verder tot in alle details uitgewerkt door de consultants van Schneider Electric.
Als voorbereiding op de verhuizing werd het oude datacenter opgeschoond en ontdaan van afgeschreven en verouderde apparatuur en werden enkele nieuwe machines besteld, onder meer voor storage. Alleen de reeds in gebruik zijnde serverhardware werd naar Leiden overgebracht; de gehele infrastructuur werd verder nieuw aangeschaft.
Rightsizing
Het nieuwe datacenter is een ruimte op de eerste etage in een van de nieuwere gebouwen op het Leidse universiteitsterrein. Het basisconcept wordt gevormd door het gebruik van een warme gang en een schaalbare uninterruptable power supply (ups), inclusief verdeling. Het beschikbare vloeroppervlak van het datacenter van LexisNexis Univentio telt vijftig vierkante meter. Daarop zijn meerdere rijen racks geplaatst. Twee rijen zijn met de achterkanten geplaatst in een afgesloten warme gang, de derde rij staat vrij in de gekoelde ruimte. Op deze manier ontstonden op een efficiënte manier warme en koude gangen.
LexisNexis houdt rekening met groei van activiteiten. De racks zijn daarom momenteel slechts voor de helft gevuld. Wel zijn alle infrastructurele voorzieningen getroffen voor uitbreiding. De ups is bijvoorbeeld modulair uitgevoerd en kan eenvoudig worden uitgebreid. Momenteel gebruikt het datacenter 64 kW. Een extra rack met leidingen en bekabeling voor toekomstige koeling staat er al. Er zijn dubbel bemeterde power distribution units (pdu’s) per rack, de bekabeling gaat bovenlangs en is redundant uitgevoerd. Uitbreiding kan dus plaatsvinden zonder dat de it-operatie wordt verstoord.
Temperatuur, stroomverbruik en koelcapaciteit worden gemeten en inzichtelijk gemaakt door middel van data center information management (DCIM)-software (StruxureWare for Data Centers) en zijn daarmee goed te beheren. De grafieken en rapportages geven onderbouwing voor beslissingen over de infrastructuur, bijvoorbeeld bij overleg met de afdeling gebouwbeheer. Bovendien maakt de DCIM-software asset management mogelijk, omdat de gehele inventaris van het datacenter erin is opgenomen.
De koeling in de ruimte is veel efficiënter, omdat warmte gecentraliseerd wordt. Daarnaast is het schaalbare ups-systeem één-op-één afgestemd op de relatieve it-load. Het is niet verstandig om direct hoog in te zetten, dat kan beter gefaseerd gebeuren. Voor ups- en koelsystemen geldt immers: hoe lager de belasting, hoe hoger het verliesgehalte. De meest ideale situatie is om ups en koeling met 90 procent te belasten. Bij belastingen onder de 20 procent worden dergelijke systemen uiterst inefficiënt, wat leidt tot grotere storingsgevoeligheid. Rightsizing is dus van groot belang.
Meer dan 30 procent
Het nieuwe datacenter van LexisNexis Univentio werd in februari 2012 opgeleverd; in de maanden maart en april werd de inventaris gefaseerd overgebracht. Vanaf eind april 2012 is het datacenter volop in productie. Sindsdien zijn er vier maanden verstreken en is het mogelijk een tussenbalans op te maken van de energie-efficiency van het datacenter. Ten opzichte van dezelfde periode in 2011 in het oude datacenter, is het stroomverbruik nu aanzienlijk lager. Volgens een voorzichtige schatting van LexisNexis meer dan 30 procent.