Het Embedded Systems Institute (ESI) uit Eindhoven is bij TNO ondergebracht en gaat verder onder de naam ‘Embedded Systems Innovation by TNO’. Er werken een man of veertig bij ESI waarvan zo'n 25 in vaste dienst. ESI zocht als stichting een nieuw onderkomen omdat de overheidssubsidie is weggevallen door het nieuwe topsectorenbeleid. TNO is gevraagd het ESI-programma voort te zetten. Het ministerie van Economische Zaken geeft een bruidschat mee van in totaal vijf miljoen euro voor vier jaar.
ESI is in 2001 opgericht als stichting voor onderzoek naar embedded systemen (ingebedde systemen). Een embedded system is het geheel van de hardware en software dat in apparaten zorgt voor een intelligent functioneren. De stichting werkt nauw samen met de drie technische universiteiten in Eindhoven, Delft en Twente en de high tech-partners ASML, NXP, Océ en Philips. Financiering werd geregeld via subsidieregelingen en steun van partners.
Nieuw huis
Binnen het nieuwe topsectorenbeleid van de rijksoverheid was er voor ESI geen ruimte om zijn programma met behulp van subsidies zelfstandig te vervolgen. De topsector High Tech Systems en Materialen onderkende echter het belang van kennis op het gebied van embedded systemen en hielp mee een nieuw huis voor ESI te vinden. Uiteindelijk is TNO verzocht het volledige ESI-programma voort te zetten. Het ministerie van Economische Zaken onderstreept het belang van dit initiatief door middel van een overgangsfinanciering van in totaal vijf miljoen euro over een periode van vier jaar.
TNO stelt dat de ESI-expertise een versterking betekent van de activiteiten op het gebied van ontwerp en engineering van software-intensieve hightech-systemen. De innovatie-organisatie wil uitbreiden op het gebied van systeeminnovatie bij onderwerpen als ‘Internet of Things’, Cooperative Driving, Smart Grids en Sensor Based Environmental Monitoring.
Systeemarchitectuur
Erik Peters, innovatiedirecteur vitale ict-infrastructuren bij TNO, vertelt dat er ook naar andere scenario’s is gekeken, bijvoorbeeld een universiteit als nieuw onderkomen voor ESI. Omdat het onderzoek naar systeemarchitectuur van embedded systems vaak interdiscplinair is en er meerdere vakgroepen van universiteiten bij betrokken zijn, bleek het toch niet handig om ESI bij één universiteit onder te brengen. Door het onder te brengen bij een onafhankelijke innovatie-organisatie als TNO (4300 man) is ook de samenwerking met de industriepartijen makkelijker te borgen.
Peters stelt dat het ESI-onderzoek naar de ontwerpmethodieken en de testmethodes bij embedded systems goed past bij het TNO-onderzoek naar de architectuur van ict-infrastructuren, netwerken en datacenters. Bij ESI werken vijfentwintig mensen in vaste dienst. Daarnaast lopen er inhuurkrachten rond en jonge onderzoekers (aio’s) van de technische universiteiten die promotieonderzoek doen naar de systeemarchitectuur van ingebedde systemen.