Chipfabrikant Marvell Technologies legt zich niet zonder slag of stoot neer bij het jury-oordeel dat het bedrijf zich schuldig heeft gemaakt aan patentinbreuk. Marvell onderzoekt diverse beroepsmogelijkheden om te voorkomen dat het een miljarden boete aan de Carnegie Mellon University moet betalen. Volgens een jury in het Amerikaanse Pittsburgh heeft de chipmaker dataopslagtechnologie, ontwikkeld door de universiteit, zonder toestemming gebruikt bij negen chipproducten.
De jury legde Marvell een boete op van zo'n 1,17 miljard dollar. De rechter, die in mei 2013 uitspraak doet, kan nog een hogere schadevergoeding opleggen, omdat de patentovertredingen in de ogen van de jury bewust zijn gepleegd.
Het in Californië gehuisveste Marvell Technology produceert chips voor het lezen en opslaan van data op harddrive-disks. Het concern laat in een persverklaring weten alle mogelijke juridische wegen te onderzoeken om het jury-oordeel onderuit te halen. Indien nodig tekent het bedrijf beroep aan bij U.S. Court of Appeals for the Federal Circuit in Washington.
Volgens Marvell is het niet mogelijk om de technologie van de Carnegie Mellon University te gebruiken bij het maken van chips. Die zou te theoretisch zijn en niet mogelijk met de huidige technologische mogelijkheden, laat staan met die van een aantal jaren terug . De chipmaker beweert eigen gepatenteerde zogeheten 'channel detector- technologie' in huis te hebben.
Het gebroken boekjaar 2013 van Marvell eindigt op 2 februari 2013. Het bedrijf bekijkt nog of het naar aanleiding van het jury-oordeel alvast een eenmalige, voorlopige last in de boeken opneemt.