De Delftste ontwikkelaar van 3D-printers Leapfrog heeft negen maanden na zijn oprichting de duizendste printer verkocht. Het bedrijf werd in maart 2012 door drie ondernemers van de TU Delft opgezet. De 3D-printers vliegen de deur uit, stelt Leapfrog. Vooral vanuit de VS is er veel interesse.
Leapfrog heeft in korte tijd een wereldwijd distributienetwerk opgebouwd, van Argentinië tot Australië. De duizendste printer is gekocht door een Nederlandse afnemer. De focus van Leapfrog is een groot printoppervlak en strak design voor een lage prijs.
Met de Creatr-printer is het mogelijk om binnen dertig minuten na ontvangst te printen. Ook kan de Creatr objecten printen die dubbel zo groot zijn als die uit printers van concurrenten rollen. Naast de Creatr brengt Leapfrog in februari 2013 de professionele 3D-printer Xeed op de markt om zo meerdere markten te kunnen bedienen.
De Xeed is de eerste 3D-printer die draadloos kan printen en heeft een groot printoppervlak en een kleine laagdikte. Deze printer is standaard uitgerust met twee zogeheten extruderkoppen, waardoor er in twee kleuren of met een oplosbaar steunmateriaal geprint kan worden.
In mijn blog eerder dit jaar http://spicynienke.blogspot.nl/2012/02/waar-is-mijn-vrijheid-online.html schrijf ik over de vrijheden die wij als fundamenteel recht zien en de (beperkende maatregelen van overheden. Want het internet maakt alles heerlijk laagdrempelig. Kennis ontwikkelen en delen is belangrijk. Maar waar ligt de grens? Wie bepaalt die grens? Er worden namelijk met dit soort 3D printers ook wapens gemaakt. Erg laagdrempelig. Vooral als wapens bezitten ook toegestaan is…zoals in de US.
@ Nienke
Achter elke positieve toepassing zal zeker wel een negatieve toepassing te vinden zijn. 3D printing maakt inderdaad iets wat vroeger in een fabriek en in een productielijn plaats vond beschikbaar op een veel decentraler niveau.
Het kunnen 3D-printen van onderdelen zal een heel onderdelenmagazijn van bepaalde type bedrijven t.z.t. overbodig kunnen maken, evenals het onnodig produceren van onderdelen die misschien eventueel ooit gebruikt gaan worden, vele milieuvoordelen. Daarnaast zijn er inmiddels ook al medische toepassingen.
Het kunnen maken en toepassen van het gemaakte zijn twee verschillende zaken. Net zo als een communicatie-infrastructuur. Dat zegt niets over hoe we met elkaar communiceren, hooguit dat we met elkaar kunnen communiceren , en zelfs dat is soms nog maar de vraag…
Je zorg over nieuwe ontwikkelingen is enerzijds goed, maar misschien ook wel zorgelijk…