Het ict-bedrijf Qlict mag zijn naam houden. Dat heeft de rechtbank in Almelo bepaald in een zaak die ict-dienstverlener Klict had aangespannen. De rechter accepteerde de uitleg van Qlict dat de bedrijfsnaam moet worden uitgesproken als ‘kuu-el-ie-see-tee’ en niet als 'klikt', zoals bij Klict. Bovendien kennen partijen elkaar al sinds 2006 en stelden ze toen vast dat ze niet in elkaars vaarwater zaten. De situatie geldt nog steeds, oordeelt de Almelose rechtbank.
Klict uit Ophemert houdt zich sinds 1997 bezig met het leveren van hardware, software en opleidingen op het gebied van ict, technische automatisering en multimedia. Het Enschedese Qlict is in 2003 opgericht en is met name actief als ict-dienstverlener in het onderwijs, met name het basisonderwijs. In 2006 heeft Qlict contact opgenomen met Klict over de op elkaar lijkende bedrijfsnamen. Toen kwamen beide partijen tot de conclusie dat zij niet in elkaars vaarwater zaten en prima naast elkaar konden bestaan.
Pas sinds kort maakt Klict bezwaar tegen de bedrijfsnaam Qlict. Er zou toch verwarring in de markt ontstaan en Qlict maakt met zijn naam inbreuk op het merkrecht. De rechtbank in Almelo heeft de bezwaren afgewezen. Volgens de uitspraak is ‘de mate van visuele, auditieve en begripsmatige overeenstemming te gering om verwarringsgevaar te kunnen aannemen.’ De rechter vindt dat totaalindruk van handelsnaam, schrijfwijze en manier van uitspreken voldoende onderscheidend is.
Vaarwater
De rechter gaat ook mee in het argument van Qlict dat de ict-markt transparant genoeg is zodat er niet snel verwarring zal ontstaan over wat beide bedrijven doen. Daarbij speelt mee dat Klict sinds 2006 de naam Qlict al die jaren heeft gedoogd en geen enkele actie heeft ondernomen om zijn bezwaren kenbaar te maken. Ook in de huidige marktsituatie zitten bedrijven niet in elkaars vaarwater. Klict is weliswaar ook actief in het onderwijs, maar bedient slechts een aantal scholen. De klantenkring van Qlict bestaat juist uit basisscholen.