Door ups-, krachtstroom- en koelsystemen als aparte eenheden te maken, is het mogelijk datacenters op een andere manier in te richten. Het is niet meer per se nodig met hitte- en koudestraten te werken, maar je kunt die ondersteunende elementen aan de zijkanten van het rekencentrum plaatsen.
Tijdens het onlangs gehouden Datacenter Dynamics Converged-seminar in het Okura Hotel te Amsterdam kwam een aantal aardige trends aan bod. Zo betoogt Reuven Cohen, senior vice president bij Virtustream, dat de verkoop van computerkracht gaat lijken op die van de markt voor energie. Hij ziet cloudmakelaars ontstaan die de overtollige computerkracht en opslagcapaciteit in datacenters opkopen en doorverkopen aan belangstellenden, geheel naar analogie van de elektriciteitswereld.
Modulaire opbouw
Philippe Diez, vice president bij Schneider Electric, vertelt dat zijn bedrijf eenheden heeft gemaakt voor koeling, stroom en ups die als een module in een rekencentrum zijn in te bouwen. 'Gewoonlijk ontwerp je een heel datacentrum in één keer. Tegenwoordig met hitte- en koudestraten om te besparen op koeling. Dat betekent dat je gebouw en inhoud in één keer ontwerpt en bouwt. Dat betekent gewoonlijk een overcapaciteit; weggegooid geld. Door de ondersteunende elementen apart te houden, als een module aan de zijkant, kun je ze bijplaatsen wanneer daar behoefte aan is. Dat maakt een ander ontwerp van datacenters mogelijk.'
Bovendien, zo betoogt hij, neemt daardoor de 'randapparatuur' geen kostbare 'white space' (computervloer) in beslag. Hij verwacht dat er altijd wel applicatie-intensieve racks zullen blijven die hitte- en koudestraten noodzakelijk maken, 'maar nu is er tenminste keus'. Bovendien ziet hij de nieuwe modules niet snel in bestaande datacenters opduiken. Vooral bij nieuwbouw vinden ze toepassing.
Kleinere pdu’s
Nieuwkomer op de markt is Enlogic met kleinere 'power distrubution units'(pdu;s), zeg maar de stekkerdozen die altijd zo hinderlijk op achterkant of zijkant van een rack zitten. 'Dat is ook precies de reden van onze oprichting', vertelt global markteting director Eddie Desouza. 'Het bedrijf is opgericht door mensen die bij de grootste leverancier van pdu's werkten. Hun klanten klaagden dat de pdu's zo groot waren, maar daar werd niks mee gedaan. Nu maken we ze zelf, ongeveer de helft kleiner dan die van de marktleider.'
Bovendien kunnen de Enlogic-exemplaren een temperatuur van maximaal 55 graden Celsius verdragen tegenover de gangbare 45 graden. 'Dat scheelt weer in de koelingkosten', meent Desouza. 'Tevens hebben we de controller van de pdu hot swappable gemaakt, waardoor niet het hele rack hoeft te worden stil gelegd als de controller aan vervanging toe is.'
Er wordt eigenlijk gezegd dat datacenter moeten worden ingericht op schaalbaarheid.
Laat ik nu net een datacenter hebben gebouwd dat modulair schaalbaarheid is van 100 KWH tot maximaal 250 KWH, niet vanuit het oogpunt van over of onder capaciteit maar het feit dat het vrij onvoorspelbaar is in welke vaart de miniaturisering van processoren toeneemt bij gelijkblijvende of zelfs afnemende energie voorziening. 3 jaar geleden een dual core processor met een opname van 90 watt, vandaag de dag een hexa core processor met een opname van 85 watt. Dus waarom opschalen, als Intel in feite een zeer grote bijdrage levert aan de verkleining van het datacenter.