Bovenop het dak van het gloednieuwe datahotel AM3 van de Amerikaanse datacenterverhuurder Equinix toont de gids zich gelukkig. 'Dit is het mooiste deel. Vanaf de weg zie je de koeltorens en ventilatoren niet, omdat het dak hier verlaagd is en de lamellen aan de gevels ze aan het zicht onttrekken.' Met zichtbare spijt gaat hij weer het gebouw binnen, om vervolgens ook daar enthousiast te wijzen op de duurzame en praktische oplossingen in dit bijzondere datahotel.
AM3, het nieuwe datacenter van Equinix, staat aan de rand van het Science Park in Amsterdam. Een gebied met veel universiteitsgebouwen, een hotel, kantoren, woningen en sportvoorzieningen. Niet een locatie waar je een datacenter verwacht. Die staan veelal op bedrijventerreinen. Wie aan komt rijden, ziet een zwart kantoorgebouw met een glazen entree. Erachter een rechthoekig gebouw waarbij aan de buitenkant alleen lamellen zichtbaar zijn. Op de begane grond donker gekleurd, grijs naar de bovenkant. Op het maaiveld kijk je dwars door het gebouw heen.
Joost Vos, architect bij Benthem Crouwel heeft zijn best gedaan de openheid van universiteitsgebouwen te evenaren. Wie massief stalen hekken, met puntige kantelenlijst verwacht, komt bedrogen uit. Een eenvoudig, onopvallend hekwerk. Maar rondom wel een gracht om kwaadwillende te weren. Een ophaalbrug zou de analogie met een Middeleeuws kasteel hebben vervolmaakt. Maar de toegang is een schuin omhoog lopende, brede trap.
Binnen zit de beveiliging achter een dikke glaswand. Zij kijkt echt of de foto in het paspoort overeenstemt met de eigenaar alvorens toegang te verlenen. Derek Jager, sales consultant bij Equinix, komt het bezoek ophalen. Hij is de gids voor vandaag. Via metropoortjes komen we in de ruime hal.
Luchtbrug
De architect heeft heel wat trucs moeten uithalen om een duurzaam rekencentrum te bouwen dat past in de sfeer van het Science Park. ‘Maar we wilden per se hier zitten’, licht Michiel Eielts toe. Hij is directeur van Equinix Nederland. ‘Hier zitten we midden in het zenuwcentrum van het Europese internet. Hier zit de AMS-IX, het op een na grootste internetknooppunt ter wereld. Voor onze klanten, die bijvoorbeeld clouddiensten en online gaming aanbieden, is performance de belangrijkste graadmeter’, verklaart hij de wens om juist hier een datahotel te willen hebben.
De lift brengt het bezoek naar boven. Hier is een eenvoudig restaurant, zien we een ligstoel om een racegame te spelen en zijn er andere ontspanningsmogelijkheden. ‘Sommige ict’ers komen uit het buitenland om hier hun servers en andere apparatuur te implementeren. Die zijn hier enkele dagen. Wij bieden hier de mogelijkheid te ontspannen. Ze moeten zich thuis voelen’, aldus Jager.
We gaan naar een luchtbrug die het zwarte gebouw, waar de kantoren zijn ondergebracht, verbindt met het eigenlijke datacenter: het gebouw met de horizontale lamellen. Een pasje en de juiste handpalm/vingerafdrukken zijn nodig om de eerste deur te openen. Eenmaal in de sluis is dezelfde handeling nodig om de tweede deur geopend te krijgen. Het is duidelijk dat je hier niet zomaar binnenkomt.
AMS-IX
De bovenste verdieping laat een grote ruimte zien: 3200 vierkante meter vloeroppervlak. We lopen over een strakke computervloer. Hier en daar staan de bekende zwarte kasten, zacht zoemend, in een afgeschermde ruimte; alleen toegankelijk voor bevoegden. Het gebruikelijke lawaai van de koeling ontbreekt. ‘Daar draait AMS-IX’, wijst de gids trots.
Delen van het plafond zijn beloopbaar gemaakt. Onderhoudsmonteurs kunnen hier lampen vervangen zonder dat klanten er last van hebben. En er zitten heel wat lampen in de zoldering verwerkt. Bij het verlaten van deze computerruimte doet Jager het licht even uit. Het duister overheerst met hier en daar blauwachtig schijnsel dat aan beelden uit Enterprise van de befaamde serie Star Trek doet denken, zo licht de gids toe.
Groen dak
Op het dak laat Jager de koeltorens zien. Hij vertelt van het bijzondere koelingsysteem: warmte/koude-opslag. De koelinstallatie is dubbel uitgevoerd. Op 168 meter onder grond zit een watervoerende grondlaag, de zogeheten aquifer. Daaruit wordt het koelwater opgepompt. Elders, op dezelfde diepte, zijn bronnen waarin het opgewarmde water wordt teruggepompt. ‘In de nabije toekomst leggen we buizen aan van hier naar het naastgelegen universiteitsgebouw om warm water te leveren voor verwarming. En zelf gebruiken we natuurlijk ook de warmte die vrijkomt in het datacenter voor verwarming van ons kantoorgebouw. We hebben de beschikking over drie koude en drie warme bronnen, ook dit is redundant uitgevoerd.’
Het dak zelf is groen: er zit beplanting op die het water vasthoudt. Dat is niet alleen voor de koeling, legt de gids uit, maar ook om te voorkomen dat bij hevige stortregens de riolering meer voor haar kiezen krijgt dan zij kan verwerken. Het groene dak dient als buffer. En biedt bovendien een mooier uitzicht vanaf de hoge universiteitsgebouwen dan een zwart geteerde overkapping.
Eielts vertelt dat AMS3 een PUE (power usage effectiveness) heeft die lager is dan 1,3. Het getal geeft de waarde van het totale energieverbruik, gedeeld door het verbruik van de ict-apparatuur. ‘Als we meerekenen dat we energie leveren aan de buren, dan zouden we zelfs op een PUE uitkomen van minder dan 1, wat theoretische eigenlijk onmogelijk is.’
Duurzaam
De architect heeft de opdracht gekregen een duurzaam ontwerp te maken dat voldoet aan de Amerikaanse LEED-regeling. Equinix is immers een Amerikaans bedrijf. ‘De certificering is nog niet helemaal rond’, zegt Eielts, ‘maar we zijn ervan overtuigd dat we LEED Gold krijgen.’
Zo heeft het gebouw punten gekregen doordat er een fietsenstalling in zit. En drie oplaadpunten voor elektrische auto’s in de parkeerruimte onder het kantoor. Helaas geen punten omdat het treinstation op 500 meter afstand ligt en Amerikanen niet geloven dat iemand vrijwillig zo’n stuk zal lopen.
Boven NAP
Een verdieping lager, op dezelfde plaats in het gebouw, is nog een computerruimte. Nog eens 3200 vierkante meter. ‘We zitten hier nu op de eerste verdieping en daarmee vierenhalve meter boven NAP’, legt Jager uit. ‘Er is dus geen overstromingsgevaar. Dat was een harde eis van de Amerikaanse opdrachtgever.’
De ruimte is nog helemaal leeg. Er ligt zelfs nog geen computervloer. Eielts weet niet hoe lang het duurt voordat het complete datacentrum gevuld is. Maar hij heeft er alle vertrouwen in dat het zeker niet leeg blijft staan. ‘Er is voldoende belangstelling.’
Logistiek centrum
Op de begane grond onder het rekencentrum is een logistiek centrum gemaakt. Hier worden de vrachtwagens met apparatuur gelost. Zij worden zo door de ruimte geleid dat nergens een vrachtwagen onder de serverruimtes kan staan, om te voorkomen dat een in brand gevlogen truck schade aan de apparatuur kan aanrichten.
En natuurlijk troont de gids ons ook mee naar de ruimte waar de machtige dieselgeneratoren staan te glimmen. ‘Bij stroomuitval zorgen de UPS-systemen ervoor dat alles acht minuten lang kan doordraaien, maar de generatoren kunnen al binnen een minuut op volle sterkte draaien.’
De elektrische voorzieningen zijn geconcentreerd aan de ene kant van het gebouw en de watervoorziening aan de andere kant. ‘Die twee gaan namelijk niet goed samen’, weet Jager. En, oh ja, door verticaal te werken met de UPS-systemen heb je kortere afstanden te overbruggen en dus minder energieverlies. De gids raakt niet uitgepraat over dit bijzondere rekencentrum.
Ik ben benieuwd naar aanleiding van de verticaal opgestelde ups-systemen of deze dan op de begane grond staan (net als de noodgeneratoren?) en hoe die harde eis van de amerikanen i.v.m. overstromingsgevaar dan nog veel nut heeft…