Dit laatste artikel in de reeks strategic shoring behandelt Nederland. Waarom hebben we onze 'it-fabrieken' niet gewoon in Nederland staan? Waarom is de noodzaak er eigenlijk om near- of zelfs te offshoren? Vallen de voordelen dan weg tegen de nadelen? Een analyse van strategic shoring aan de hand van mijn kritieke succesfactoren.
De belangrijkste redenen dat we überhaupt it zijn gaan shoren is om kosten te reduceren en toegang te krijgen tot een grotere groep it'ers. Daarbij zijn nearshoren naar Oost-Europa en offshoren naar Azie de meest voor de hand liggende opties. De vorige artikelen uit deze reeks lieten zien welke voor- en nadelen de verschillende locaties hebben. Interessant, maar ze roepen de vraag op hoe Nederland ervoor staat, gemeten langs de lat van de kritieke succesfactoren. Het zou voor de hand liggen niet al die moeite van het near- en offshoren te nemen en gewoon een 'fabriek' in Nederland te openen.
Strategic shoring in Nederland
Het fenomeen 'strategic shoring' is omarmd in de tijd dat een grote groep it'ers nodig was om de Y2K-bug te helpen oplossen. India was het eerste land waar westerse vestigingen werden geopend. Steeds meer werk werd naar offshore-locaties verplaatst en ook andere ontvangende landen investeerden in een aantrekkelijk offshore-klimaat. Toch zijn er ook in Nederland mogelijkheden om kostenvoordeel te behalen of beschikking te krijgen over een grotere groep it'ers. Ik som enkele smaken strategic shoring voor Nederland op.
Zo kennen we onshoring en farmshoring. Bij onshoring worden kenniswerkers uit het buitenland ingevlogen om hier aan projecten te werken. Sommige Indiase service providers maken daar veelvuldig gebruik van om Nederlandse klanten beter te kunnen bedienen. Farmshoring is een interessante optie, maar mogelijk minder relevant voor Nederlandse grote organisaties. De essentie hiervan is dat er locaties worden opgezet in een gedeelte van het land, dat goedkoper is dan andere locaties binnen Nederland. Vaak gaat dit gepaard met lokale overheden die belastingvoordeel toekennen aan it-gerelateerde bedrijven. Vooral in Amerika is het begrip farmshoring tot leven geroepen, om werk te behouden en afgelegen locaties aantrekkelijker te maken.
Als laatste noem ik nog even it-outsourcing (ito) in Nederland zelf. Dit is niet hetzelfde als strategic shoring, maar ik noem deze optie, omdat er nog wel eens vergeten wordt dat ito in Nederland ook tot de mogelijkheden behoort. Er zijn voldoende it-bedrijven in Nederland, zowel uit het mkb als uit het grootzakelijk segment, die diensten leveren.
Kritieke succesfactoren: pros
Op het eerste gezicht lijkt Nederland de perfecte plek om it te bedrijven. Wie kijkt naar de kritieke succesfactoren voor strategic shoring, ziet dat Nederland een aantal voordelen heeft ten opzichte van bijvoorbeeld de 'concurrenten' in Oost-Europa en het Verre Oosten. Zo hebben we een zeer betrouwbare elektriciteitsvoorziening en snelle internetverbindingen, wat de basis legt voor shoring. Verder heeft Nederland geen taalbarrière en hebben we nauwelijks problemen met cultuurverschillen tussen werknemers. Dat is wel zo handig tijdens bijvoorbeeld requirements engineering of bouw van een applicatie in Scrum-teams.
Sommige it-bedrijven vinden het prettiger Nederlanders in dienst te hebben. Zo ken ik een it-bedrijf dat heeft geprobeerd zaken te doen met een Roemeens bedrijf, maar de deal liep op niets uit vanwege de taalbarrière. Nederlandse it'ers hebben als voordeel dat ze zowel Nederlands onder elkaar, als Engels met de internationale klanten kunnen inzetten. Als één van de kritieke succesfactoren is dit een pro van Nederlandse werknemers.
Kritieke succesfactoren: cons
Zoals ik eerder al heb beschreven, zou de overheid een belangrijke speler moeten zijn om it een kernsector te maken van economische groei. Veel landen, zoals India en Polen, hebben een helder it-offshoring-beleid dat ook als zodanig uitgevoerd wordt. Denk bijvoorbeeld aan belastingvoordeel voor it-bedrijven in andere landen, zoals India. Dat heeft Nederland in mindere mate. In Nederland zijn er wel initiatieven, maar het veld is verkaveld en niet voldoende zichtbaar. Daarnaast is de ict geen topsector, waardoor er niet voldoende aandacht is voor deze sector om grote stappen te maken.
Een ander probleem vormt de populariteit van de it-gerelateerde opleidingsinstituten en de hoeveelheid studenten. Op de een of andere manier krijgen we het niet goed verkocht aan de jeugd. In andere landen is dit het tegenovergestelde. In Polen, India en China is ict booming, mede doordat de opleiding zekerheid geeft tot werk en een goed inkomen. In Nederland is de instroom van informatici helaas laag, ook al zijn er vacatures. Waar ik ook besluitvormers bij de multinationals en midsize bedrijven spreek over aantallen it'ers, is men eenduidig. Er zijn simpelweg te weinig nieuwe it'ers te vinden die al het huidige werk kunnen uitvoeren.
It’ertje zoeken
Hoewel er voldoende werkgelegenheid is in de Nederlandse it-sector (vooral op het snijvlak it en business), levert het tekort aan it-studenten en toevoer van it'ers op de arbeidsmarkt toch problemen op. Op Computable zijn eerder discussies gevoerd over of het tekort aan it'ers wel klopt en of het opgevangen kan worden met de werkloze it'ers. Deze tegenstelling tussen aan de ene kant een gebrek aan hoog opgeleide it'ers, zoals gesignaleerd door diverse grote en midden- en kleinbedrijven en aan de andere kant werkloze it'ers, lijkt te verklaren door de aard van de projecten met personeelstekort.
De discussie op Computable over het tekort aan it'ers gaat volgens mij mank op grotere projecten. Ik denk dat het gaat om volumes. Bijvoorbeeld, een grotere Nederlandse uitbestedende organisatie was op zoek naar testers, 60 fte om precies te zijn. Die waren simpelweg niet te vinden bij Nederlandse leveranciers. Zelfs bij de grotere it-leveranciers was dat meer dan de helft van de totale aantal fte's, die dan dus ook niet beschikbaar waren. Om die reden is er uitgeweken naar India. Het zijn dus de piekmomenten waarop grote groepen it'ers met specifieke kennis en vaardigheden nodig zijn, die de aanleiding vormen voor de vacatures, en dan voldoet de groep werkloze it'ers niet. Op die momenten wordt er uitgeweken naar het buitenland.
Conclusie
Ondanks de problematiek met aantallen en juist opgeleide it'ers is het Nederlandse it-klimaat voor strategic shoring gematigd gunstig te noemen. Het is aan de overheid, maar ook aan de bedrijven en de opleidingsinstituten om wat te doen aan het tekort van it'ers. Daarnaast moet de overheid ict als topsector aanmerken, om stappen te zetten op it-vlak. Dit is iets wat andere landen al lang gedaan hebben.
Onshoring behoort dus tot de mogelijkheden voor grotere bedrijven, die dat overigens al doen. Farmshoring is meer een serieuze mogelijkheid voor start-ups en kleinere it-bedrijven. Mogelijkheden dus te over voor strategic shoring in Nederland, maar dan moeten de stakeholders wel serieuze acties ondernemen om meer it'ers met de juiste vaardigheden klaar te stomen.