Wat doe je als marketeer als je hoort dat een groot deel van je budgetten wegvalt? Dit was de vraag die marketeers van Holland-promotiebedrijf NBTC zichzelf stelden toen zij te horen kregen dat de rijksbijdrage tussen 2011-2015 wordt gehalveerd. De oplossing? Een game-changing marketingstrategie.
Het NBTC, de organisatie die verantwoordelijk is voor de marketing van het merk Holland, zorgt ervoor dat toeristen en zakelijke reizigers naar Nederland komen. Holland.com speelt een belangrijke rol in de marketingmix van NBTC: het kanaal is beschikbaar in elf talen en zestien landen. Gezien de nieuwe actualiteit werd ook vanuit Online Marketing gezocht naar doorontwikkeling van Holland.com met mogelijkheden voor commerciële oplossingen. Eén ding stond voorop: Holland.com zou geen advertentieplatform worden en daarmee het opgebouwde merkvertrouwen verspelen. Het nieuwe businessmodel is dan ook volledig gestoeld op kwaliteit en uiterst relevante commerciële aanbiedingen gebaseerd op individuele bezoekersinteresse.
Vooral dit laatste is van belang. Op basis van bezoekersanalyse met BlueConic kwam NBTC erachter dat voor een bezoeker voornamelijk de groep waarin hij reist (gezin, koppel, single enzovoort) en het type bestemming van de reis (strand, natuur, stedentrip…), bepalend zijn voor het type accommodatie dat hij kiest. Samen met premium partners besloot het NBTC daarom zijn bezoekers te voorzien van relevante en kwalitatieve accommodatie-aanbiedingen gebaseerd op deze eigenschappen.
Door een slim algoritme, luistert BlueConic nu naar iedere individuele bezoeker op Holland.com en achterhaalt waar zijn interesse ligt. Vanaf de eerste klik en vaak binnen een paar minuten kan BlueConic hierdoor een relevante accommodatie-aanbieding doen om de bezoeker zo goed mogelijk te helpen in zijn zoektocht. Dit in real-time, op het juiste kanaal en in de juiste taal.
Conversie
Niet alleen geven bezoekers aan het als erg hulpvaardig te ervaren, maar ook de conversieratios van accommodatie-aanbiedingen naar een uiteindelijke boeking laten het industriegemiddelde achter zich met 4,5 procent in plaats van 0,25 procent.