De beheerders van de Nederlandse regionale energienetten brengen de aansluitingengegevens van ruim veertien miljoen elektriciteits- en gasklanten onder in één gezamenlijk Centraal Aansluitingenregister (C-AR). Het C-AR wordt beheerd door Energie Data Services Nederland (EDSN). De softwarekwaliteit van het C-AR systeem wordt mede bewaakt door test- en kwaliteitsmanagementspecialist Software Quality Systems Nederland (SQS).
het platform voor administratieve verbindingen in de Nederlandse energiesector, EDSN, is gevestigd in Baarn en heeft 25 werknemers in dienst, aangevuld met een projectorganisatie van ongeveer nog eens 25 fte's. De organisatie heeft als taak om het dataverkeer op de Nederlandse energiemarkt zo efficiënt mogelijk te laten verlopen. Een belangrijke datum is 1 april 2013, het moment dat het nieuwe marktmodel voor de energiesector in werking treedt. Een van de verbeteringen is dat eindverbruikers op dat moment nog maar één factuur krijgen voor leverings- en transportkosten. De leverancier wordt het centrale aanspreekpunt en int de kosten namens de netbeheerder.
Achter de schermen vergt dit een gigantische it-operatie, waarbij EDSN een belangrijke rol vervult. De oprichting van het C-AR is een van de stappen. Erwin de Jager, directeur EDSN: 'In het C-AR worden van alle elektriciteit- en gasklanten in Nederland fysieke gegevens over aansluitingen en alle informatie die nodig is om te switchen van leverancier centraal vastgelegd. Door het creëren van één register wordt het dataverkeer sneller, efficiënter en nauwkeuriger. Inmiddels is een aantal netbeheerders al overgegaan op het centrale register. Uiteindelijk in april 2013 zullen alle netbeheerders en leveranciers gebruik gaan maken van het systeem.'
Database
In het C-AR staan de specifieke gegevens van elke aansluiting, zowel groot- als kleinverbruik. Energieleveranciers kunnen rechtstreeks via deze database specifieke eigenschappen, zoals het wel of niet hebben van een verblijfsfunctie en tenaamstelling, onderhouden. Verder zijn daar ook alle elektronische berichtgevingen via het EDSN systeem en de meteropnames verzameld. In het C-AR kan op elk moment slechts één leverancier per aansluiting geldig zijn. Conflicten over welke leverancier wanneer een aansluiting heeft geleverd, behoren daardoor tot het verleden.
Het C-AR bestaat uit verschillende it-componenten, aldus De Jager. 'Wij maken gebruik van verschillende it-partijen. Deze partijen leveren oplossingen met drielagen architectuur, met databases, een middenlaag van verwijsprogramma's en ontsluiting van webservices en gui's, die worden geleverd door partijen zoals Oracle en Tibco. We noemen dat het EDSN-platform. We standaardiseren en centraliseren door structuur aan te brengen aan interfaces met open standaarden.'
De softwarekwaliteit van C-AR wordt mede gewaarborgd door Software Quality Systems Nederland (SQS) uit Houten. De Jager: 'EDSN ontwikkelt niet zelf maar neemt software af van een externe leverancier en wil aantonen aan de klanten dat die software voldoet. Daar voegen we waarde aan toe door het functioneel te testen. SQS toont met een ‘second check' aan of de it-leverancier volgens de juiste specificaties levert. Het gaat hierbij om testkennis en businesskennis. Het systeem moet passen in het it-landschap van EDSN en binnen de energiemarkt en dat moet worden vastgesteld door het gestructureerd testen.'
Afdrachtscontrole
SQS heeft een team van medewerkers bij EDSN gedetacheerd die de softwarekwaliteit waarborgen van het C-AR. De Jager: 'SQS zet regressietesten op en gebruikt nieuwe technieken zoals webservices bij meerdere projecten. Verder testen ze domeinen zoals het aansluitingsregister, het switchen van leverancier, verhuizingen en meterdata. Een separaat project is de afdrachtscontrole, waarbij het gaat om businessprocessen, impact en risicoprofiel. Afdrachtscontrole is een financieel gedreven systeem om te garanderen of de betrokken leveranciers en netbeheerders wel de juiste afdrachten verrekenen.'
C-AR Release 4
Per 1 april 2013 wordt in de energiesector door het programma ‘Stroomopwaarts' een fors aantal wijzigingen in het marktmodel doorgevoerd. Behalve het verplichte leveraniersmodel bestaat ‘Stroomopwaarts' onder andere uit een nieuw metermarktmodel en wijzigingen in de berichtenstandaard. Energieleveranciers zijn verantwoordelijk voor het klantcontact en -dienstverlening. EDSN ondersteunt de wijzigingen onder meer met de nieuwe C-AR release 4, die leidt tot aanpassingen in het it-systeem. Het is een belangrijke stap op weg naar een beter en eenvoudiger marktmodel in de energiesector.
De nieuwe C-AR release 4 gaat live op 1 april 2013. De Jager: 'Dan wordt een aantal nieuwe systemen ingevoerd. Alle systemen tussen EDSN en aangesloten partijen moeten dan werken. Dat heeft wel een impact: het gaat hier niet alleen om een peer2peer connectie. De it-leveranciers moeten foutloze software leveren. Dat moet allemaal door EDSN, met hulp van SQS, getest worden. Op 1 april 2013 gaan we dan over naar C-AR release 4.'
Ook na die datum is er nog veel te doen voor EDSN. De organisatie is van plan zijn dienstverlening voor de energiemarkt verder uit te breiden, aldus De Jager: 'We willen in bredere zin deze markt faciliteren, zoals met allocatie- en reconciliatiediensten. Met onze systemen en processen kunnen we de energiemarkt beter laten werken. We werken verder aan een duurzaam energiebeleid, bijvoorbeeld door het in kaart brengen van zonnepanelen en elektrisch rijden. De energiemarkt is continu in beweging, dus er is voorlopig nog genoeg werk aan de winkel.'