Ook in hoger beroep heeft printerconcern Océ aan het kortste eind getrokken in een poging een gunning van energienetwerkbeheerder Alliander aan Ricoh tegen te houden. Het gerechtshof in Arnhem oordeelt dat Alliander weldegelijk aan Ricoh mocht vragen om twee kennelijke fouten in de inschrijving te herstellen. Van een hernieuwde inschrijving van Ricoh daarna was geen sprake. Océ verloor in februari dit jaar ook al het kort geding dat het had aangespannen bij de Arnhemse rechtbank.
In de door Alliander uitgeschreven aanbesteding ging het om het leveren van multifunctionals, software, papier, toebehoren, onderhoud en advies. De geraamde waarde van het vierjarige contract ligt tussen de drie miljoen en vijf miljoen euro. Océ was de oude leverancier; die rol wordt nu overgenomen door concurrent Ricoh.
Tijdens het aanbestedingstraject ontstond er onduidelijkheid over het aantal multifunctionele printers waarop inschrijvende partijen hun offertes moesten baseren. In het programma van eisen en wensen stonden zowel 162 als 175 mfp's vermeld. Uiteindelijk bleek het om 162 apparaten te gaan. Alliander stuurde daarop een nieuw inschrijvingsformulier; alleen Ricoh stuurde per abuis een formulier met twee fouten er in terug. Alliander bood daarop Ricoh de kans deze fouten te herstellen.
Océ vindt dat in strijd is met het aanbestedingsrecht, omdat Ricoh hiermee in de gelegenheid werd gesteld een nieuwe inschrijving te doen. Zowel de voorzieningenrechter als nu het hof van beroep vinden dat deze wijzingen beschouwd kunnen worden als het herstel van (kleine) fouten zonder dat dit van invloed was op de aanbestedingsprocedure. Er bestond voor Ricoh geen mogelijkheid om een nieuwe aanbesteding te doen, laat staan dat gebleken is dat Ricoh die mogelijkheid ook heeft benut, aldus het Arnhemse hof.
Naast dit bezwaar voerde Océ nog aan dat Alliander een niet goed werkend beoordelingsmodel hanteerde en in strijd met het aanbestedingsrecht had gehandeld. Ook deze bezwaren zijn door het hof verworpen.