Opkomende economieën zijn een goede markt voor cloud-diensten, betaald en onbetaald. Gebruikers delen daar echter erg makkelijk hun inloggegevens met anderen, een potentiële basis voor licentiemisbruik. Dit blijkt uit een onderzoek naar het begrip en gebruik van cloud computing in opdracht van Business Software Alliance (BSA). Het onderzoek is uitgevoerd door Ipsos Public Affairs onder vijftienduizend computergebruikers in 33 landen.
45 procent van de computergebruikers wereldwijd zegt dat ze online diensten gebruiken, waarmee ze documenten, presentaties, foto's en andere digitale content creëren, beheren en opslaan. Dit betekent dat ze vanaf elke computer toegang hebben tot deze bestanden door in te loggen via internet. In opkomende economieën als Thailand, Maleisië, Argentinië en Peru is dit percentage gemiddeld 50 procent. Dit in tegenstelling tot volwassen markten, zoals de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Duitsland en Frankrijk. Hier geeft slechts 33 procent van de gebruikers aan deze online diensten te gebruiken.
Haasje-over
'We zien een haasje-overeffect', zegt Robert Holleyman, ceo en president van BSA. 'Veel van de nieuwe computer- en internetgebruikers maken direct gebruik van de cloud. Levend in een ontwikkelingsland, maak je als computergebruiker al snel gebruik van cloud-diensten. In ieder geval voor e-mail, tekstverwerking, foto- en documentenopslag, en andere dingen. Deze gebruikers begrijpen echter niet altijd dat dit daadwerkelijk cloud-diensten zijn.'
Wereldwijd geeft 88 procent van de zelfbenoemde cloud-gebruikers aan dat ze cloud-diensten inzetten voor persoonlijke doeleinden, tegenover 33 procent voor zakelijke doeleinden. In beide gevallen zijn de percentages in opkomende markten iets hoger dan die in volwassen markten.
Gratis diensten zijn wereldwijd het populairst voor privégebruik. Daarentegen zegt 33 procent van de wereldwijde cloud-gebruikers, waarbij de percentages voor zowel opkomende als volwassen economieën gelijk zijn, dat men betaalt voor minstens de helft van de diensten die men zakelijk gebruikt.
Veelbelovend teken
'Op dit moment zijn opkomende economieën kleiner dan volwassen economieën', zegt Holleyman. 'Ze lijken echter even geschikt voor de adoptie van betaalde cloud-diensten als volwassen markten. Dat is een veelbelovend teken voor de wereldwijde cloud-industrie.'
Het BSA-onderzoek geeft echter ook reden tot zorg. Wereldwijd zegt 42 procent van de personen die aangeven betaalde cloud-diensten zakelijk in te zetten, dat men zijn inloggegevens deelt binnen de organisatie. Hier is een opmerkelijk verschil te zien. In opkomende markten zegt namelijk 45 procent van de gebruikers van betaalde cloud-diensten, dat men login-gegevens intern deelt, tegenover 30 procent in volwassen markten.
'Deze resultaten zijn zeer opmerkelijk', zegt Holleyman. 'Het betekent echter niet direct dat 42 procent van de zakelijke gebruikers ook daadwerkelijk misbruik maakt van cloud-diensten. Zeker aangezien sommige licenties het delen van accounts goedkeuren en veel cloud-aanbieders niet afrekenen per 'gebruiker', maar op basis van het aantal resources dat wordt ingezet. Deze methoden maken de manier waarop gebruikers toegang hebben tot de cloud, minder belangrijk.'
Voorwaarden licentieovereenkomst
Het is volgens Holleyman echter wel noemenswaardig dat 56 procent van de mensen die betaalde cloud-diensten zakelijk inzet, meent dat het niet goed is om inloggegevens te delen met collega's. 'Afhankelijk van de voorwaarden van hun licentieovereenkomst, kunnen ze daar gelijk in hebben: het delen van dit soort gegevens kan leiden tot licentiemisbruik.'
'Het feit dat zo veel mensen hun login-gegevens voor cloud-diensten delen, terwijl ze weten dat het niet mag, toont het chronische probleem van softwarepiraterij aan', zegt Holleyman. 'Overheden moeten heldere regels opstellen tegen misbruik van beschermde software en schending van copyright in de cloud. Daarnaast dienen ze te zorgen voor een krachtige handhaving hiervan.'