KPN en Vodafone Nederland starten een gezamenlijke pilot om te onderzoeken in hoeverre het mogelijk is om in de toekomst meer mobiele opstelpunten en daaraan gerelateerde faciliteiten te delen. De pilot betekent een uitbreiding van reeds bestaande afspraken over het delen van mobiele opstelpunten, die aanbieders verplicht antennes van andere aanbieders in hun masten te plaatsen als daarvoor ruimte is.
Dit zou op termijn kunnen leiden tot meer efficiëntie bij gebruik van mobiele opstelpunten waardoor betere dekking, lagere netwerkkosten voor operators en milieuvoordelen gerealiseerd kunnen worden. Het uitgangspunt van de pilot is dat het kwaliteitsniveau voor klanten gelijk blijft of wordt verbeterd. De samenwerking past binnen de ontwikkeling waarbij operators in toenemende mate samenwerken op het gebied van mobiele netwerkinfrastructuur.
Gescheiden netwerken
Tijdens de pilot van KPN en Vodafone zullen er in een beperkt gebied bepaalde onderdelen van mobiele opstelpunten worden gedeeld, zoals de ruimte van de opstelpunten en ondersteunende faciliteiten waaronder airconditioning, stroomvoorziening en transmissie. De pilot betreft naast opstelpunten in masten, waar mobiele operators al gezamenlijk gebruik van maken, vooral opstelpunten op bijvoorbeeld daken van gebouwen die nog niet gedeeld worden. Er zal geen actieve netwerkapparatuur, zoals antennes, worden gedeeld. Ook blijven de afzonderlijke netwerken en het telefoon, sms- en internetverkeer van KPN en Vodafone technisch gescheiden.
De pilot duurt enkele maanden. Aan het einde van 2012 evalueren KPN en Vodafone de resultaten van de pilot en wordt bekeken of er mogelijkheden zijn om de samenwerking te continueren. De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) en het Agentschap Telecom (AT) hebben vooraf inzicht gekregen in de opzet van deze pilot. Een eventuele voortzetting van samenwerking, in welke vorm dan ook, zal worden voorgelegd aan de bevoegde instanties.
Vanuit een oogpunt van kostenbeheersing is dit een goed begrijpelijk voorstel.
Er zit echter ook een gevaar aan, de factor dekking is dan geen enkel onderscheiden argument meer en de drive bij de operators om die dekking te verbeteren valt dan weg. Wie zonder dekking zit zal dat dan ook altijd blijven. Bewoners van kleine dorpen, grote landelijke gebieden als de Veluwe en schippers op de binnenwateren (bijv. IJsselmeer) zijn dan het slachtoffer.
Het zou goed zijn als de NMA en OPTA dan kiezen dit alleen toe te staan als er sprake is/komt van een universele dekking; dekking moet overal in het land gegarandeerd zijn.
@Marc
dan zou Nederland het enige land in de wereld zijn waar National Roaming niet werkt….
Het blijft interessant voor providers om zwarte gaten te coveren, er lopen tenslotte mobiele klanten. Daarnaast er zijn nog al wat grote tenders geweest, die dekking kunnen afdwingen en dan gaat het niet alleen om inpandige dekking.