Op 23 juni 2012 was het een eeuw geleden dat Alan Turing werd geboren, één van de grondleggers van de informatica en de kunstmatige intelligentie. Tot nu toe heeft zijn werk velen geïnspireerd en dat geldt zeker ook voor de oprichters van IPsoft, het IT-servicesbedrijf waar ik zelf voor werk. Turing was zonder enige twijfel een denker die zijn tijd ver vooruit was; een briljante wiskundige en de geestelijk vader van veel theorie over computertechnologie waar onze wereld vandaag zo zwaar van afhankelijk is.
Nog altijd worden er jaarlijks wedstrijden gehouden zoals de Loebner competition, waarbij de deelnemers proberen aan te tonen dat een machine in staat is om een menselijke conversatie te voeren. Volgens Turings theorie zou deze test aantonen dat een machine ‘intelligent' is als het voor waarnemers niet uit het gesprek is op te maken dat iemand in feite met een robot zit te praten.
Maar Turing sloeg de plank mis. Een machine toont niet per definitie alleen maar intelligentie door menselijk gedrag te simuleren. In feite bestaan er vandaag de dag expertsystemen die in bepaald opzicht intelligentie vertonen die de menselijke vermogens ver overtreft. Moeten we deze intelligentie bagatelliseren door te doen als of het hoogst bereikbare is dat een machine menselijk gedrag kan vertonen, of kunnen wij ons beter richten op het verder ontwikkelen en ontginnen van het enorme potentieel van dit soort systemen?
Neem bijvoorbeeld systemen voor het autonome beheer van technologische infrastructuur, zoals de hele it-keten die nodig is om ons iPad-gebruik mogelijk te maken. Op ‘autonomics' technologie gebaseerde autonome expertsystemen zijn in staat om een enorme hoeveelheid activiteiten die gelijktijdig plaatsvinden in een ict-infrastructuur te interpreteren en ter zake doende correlaties te leggen. Hierbij verrichten deze expertsystemen volledig zelfstandig een groot aantal ‘technische' activiteiten, zoals het monitoren, testen, onderzoeken, analyseren en oplossen.
Maar autonome expertsystemen zijn ook in staat om menselijke input te verwerken, zelfs in de vorm van door mensen gesproken teksten, door willekeurige personen geschreven e-mails, of sms-jes. Ze kunnen in milliseconden de meest complexe berekeningen uitvoeren gebaseerd op door het systeem geregistreerde gebeurtenissen. Daarbij kunnen zij al lerende series kansberekeningen koppelen aan events en er op reageren. En wanneer zij reageren, kunnen deze machines een groot aantal taken gelijktijdig uitvoeren, waarbij het resultaat van een actie telkens wordt gebruikt als input voor een vervolgactie. Inmiddels zijn dit soort systemen in staat om al meer dan de helft van alle it-stroringen op te lossen zonder enige menselijke tussenkomst.
Hoewel dit soort systemen vele werkzaamheden kunnen verrichten die normaliter door mensen worden uitgevoerd, zijn het geen oppervlakkige simulaties. Dit soort systemen is geprogrammeerd om voortdurend te streven naar verdere optimalisatie, het verbeteren van de eigen efficiency, het borgen van consistentie en het uitfilteren van overbodige handelingen en fouten. Ze zijn zelfs in staat te leren. Het resultaat is dat deze machines niet alleen beschikken over bepaalde menselijke vaardigheden, maar dat zij zelfs het vaardigheidsniveau van mensen verder op kunnen rekken.
Honderd jaar na de geboorte van Turing is het waarschijnlijk hoog tijd voor een nieuw soort Turing-test. Een test die misschien een tijdperk inluidt waarin de intelligentie van machines niet langer wordt afgemeten aan het vermogen van een computer om een gezellig praatje te maken, alsof we te maken zouden hebben met een mens. Wat veel meer praktische waarde heeft in toepassingen in de echte wereld, is dat kunstmatige intelligentie wordt ingezet om mensen te bevrijden van allerlei geestdodende mondaine taken. Het wordt tijd dat we mensen weer achter de computer vandaan kunnen halen om hen activiteiten te laten verrichten waarvoor hun eigen menselijke intelligentie broodnodig is, en hun creativiteit, originaliteit en zelfs genialiteit.
Jeroen de Haas, Business Development Director IPsoft
graag een voorbeeld van een geestdodende mondaine(?) taak?