Europese bedrijfsnetwerken presteren slechter door een gebrek aan inzicht in de netwerkapplicaties die erover draaien. Door die prestatieproblemen presteren de bedrijfskritische applicaties op hun beurt ook weer slechter. Dit blijkt uit het 'Killer Apps 2012'-onderzoek dat is uitgevoerd door softwareleverancier Ipanema Technologies en hostingbedrijf Easynet onder 550 Europese cio's, ict-directeuren, ict-managers en netwerkmanagers.
Het onderzoek wijst uit dat prestatieproblemen op het netwerk zeer vaak voorkomen. Zo meldt 82 procent problemen te hebben met de snelheid en respons in de afgelopen twaalf maanden. 43 procent van de bedrijven geeft aan dat deze problemen ‘frequenter' worden. Enterprise applicaties, branche-applicaties en spraak- en samenwerkingsapplicaties worden door 65 procent van de respondenten gezien als de applicaties die het meest waarschijnlijk prestatieproblemen ondervinden.
De resultaten gaan ook in op hoe dergelijke problemen worden ontdekt. 55 procent noemt klachten van gebruikers om de prestaties te achterhalen. Daarnaast geven de respondenten aan dat ze geen inzicht hebben in de netwerkapplicaties. 69 procent heeft geen inzicht in de brandbreedte die de netwerkapplicatie nodig heeft en bijna 33 procent weet niet hoeveel applicaties op het netwerk draaien.
Brandbreedte
In veel organisaties wordt de brandbreedte inefficiënt gebruikt. 72 procent geeft aan dat de volle capaciteit van het netwerk slechts af en toe of sporadisch wordt benut. De overgrote meerderheid van de bedrijven (86 procent) meldt een behoefte aan meer bandbreedte.
'Door dit onderzoek zouden de alarmbellen moeten afgaan bij ict-managers', zegt Justin Fielder, cto van Easynet. 'Het onderstreept het belang van een werkelijk begrip van de prestaties van applicaties op het bedrijfsnetwerk. Maar het antwoord is niet één enkel product dat alles oplost. Als zij een ramp willen voorkomen, moeten bedrijven professionele auditing combineren met een analyse, om te komen tot een aanpak voor de lange termijn. Niet alleen voor de problemen van vandaag, maar ook voor die van morgen.'
Het 'Killer Apps 2012'-onderzoek is uitgevoerd onder 550 Europese respondenten, waarvan 129 uit de Benelux. De respondenten zijn werkzaam als cio (25 procent), ict-directeur (25 procent), ict-manager (25 procent) of netwerkmanager (25 procent).
Wauw wat een schokkende conclusie, of toch niet?
Meeste managers, ontwikkelaars en gebruikers zien het netwerk vaak als een gegeven, net als de (spoor)wegen is het er of niet en weten we niet wat erover getransporteerd wordt. Dat kunnen aardappelen zijn maar ook giftige stoffen en tot het mis maakt niemand zich er ook druk over. Door toegenomen populariteit van mobiel Internet proberen telecom providers, nadat ze hun inkomsten terug zagen lopen op de belminuten, nu met Deep Packet Inspection (DPI) enigzins controle te krijgen. Maar ze worden beperkt door wetgeving, net als veel netwerkbeheerders die wel naar de protocollen mogen kijken maar niet de inhoud mogen inspecteren. Nu hoeven we niet zo diep te kijken om te begrijpen dat we met de vele gratis diensten op Internet steeds meer rommel transporteren. Deze diensten zijn tenslotte vaak marketingkanalen en sturen reclame mee die natuurlijk even goed bandbreedte gebruikt.
Zo is het ook in veel bedrijfsnetwerken, waar tunnels naar andere locaties openstaan maar we vaak niet weten wat er door heen gaat. Gebruikers kopieëren dan even makkelijk een DVD over het WAN of databases worden gerepliceerd waardoor andere gebruikers vertraging in bijvoorbeeld hun scherm updates constateren. En omdat we alles aan elkaar geknoopt hebben gaat de route van Den Haag naar Amsterdam eerst nog met een flinke omweg langs Maastricht en Groningen waardoor de latency toeneemt. Dit laatste gebeurt trouwens ook nog weleens intern wanneer netwerk gesegmenteerd is en servers van een ’tiered’ applicaties zich in verschillende subnetten bevinden. Misschien dat we daarom zo vaak een voorkeur geven aan een ‘flat’ netwerk waardoor verstoringen zo’n impact kunnen hebben. Terwijl we de bezettingsgraad van server hardware verbeterd hebben met virtualisatie zijn we vergeten om naar het netwerk te kijken.
Er zijn diverse systemen die bandbreedte van een WAN kunnen managen, in plaats van het er zo maar in te pompen, waardoor er een effectiever gebruik gemaakt wordt van het netwerk.
De kosten van dit soort managementmiddelen en beheer(s)kosten t.b.v. inrichting, tuning en rapportage wegen echter lang niet altijd op tegen het voordeel wat er behaald wordt, althans financieel gezien.
Wel zijn het praktische systemen, waardoor er veel eerder zicht is op een volgende stap in de benodigde aansluitsnelheid van een locatie en netwerk throughput. Het is natuurlijk ook het beheermiddel om het capaciteits- en communicatietoepassingsgebruik en voor al de ontwikkeling ervan te kunnen bewaken.
Wanneer worden dit soort bandbreedtemanagement systemen pas interessant, dat is als men realtime en niet-realtime verkeer wil mixen over hetzelfde netwerk. Dan kan zo’n systeem een prima politie-agentfunctie hebben.