De wereld is snel aan het veranderen. We leven momenteel in een wereld waarin de fysieke identiteit (je eigen ik – vlees en bloed) steeds meer verweven raakt met onze digitale identiteit (je digitale ik – bits en bytes). Iedereen heeft er een aantal, maar hoe zit het met de digitale identiteit binnen het onderwijs?
Het onderwijs blijft – naar mijn mening – een ondergeschoven kind op gebied van digitale identiteit. Het is duidelijk: de kwaliteit van het onderwijs staat onder druk door de vele bezuinigingen en dus ook de opleidingen. Hoe ideaal zou het zijn om een digitale identiteit te hebben waarbij je overzicht hebt van je genoten studies en opleidingen. Een centrale (digitale) identiteit binnen het onderwijs lijkt overigens nog een brug te ver, waarbij het onderwijs momenteel wel andere uitdagingen heeft op dit vlak.
Closed source
Het onderwijs heeft daarnaast nog meer uitdagingen. In de 2e kamer zijn er recent door onder meer 2e kamerlid Arjan El Fassed (Groen links) vragen gesteld over het gebruik van closed source code . Een van de meest gebruikte applicaties – Magister – blijkt een monopolie positie te hebben binnen het beroepsonderwijs (meer dan 70 procent van de huidige markt). Een trend die op zich niet zo vreemd is in de wereld van ict, maar ook toch nog zorgwekkend blijft. De klachten (meer dan driekwart van het totaal aantal) richt zich veel op de toegankelijkheid van het systeem wat vooral te maken heeft met het gebruik van platform. In deze tijd van interoperabiliteit zou een situatie als deze een ondergeschikte rol moeten spelen. Ook het gebruik van open standaarden zou voor de hand moeten liggen om het gebruik en connectiviteit transparant te kunnen maken.
Ondanks toenemende druk vanuit de overheid op het gebruik van open standaarden blijkt de uitvoering van open standaarden toch nog uit de pas te lopen. Het pas-toe en leg-uit principe (vertellen aan leveranciers dat ze meer gebruik moeten maken van open standaarden en aansluiten op bestaande, maar als het uitkomt gaan ze toch hun eigen weg) wordt niet consequent uitgevoerd. Het opheffen van Nederland Open in Verbinding (NOIV eind 2011) helpt ook niet in het voeren van deze discussie. Het programma is afgerond, het beleid wordt verder bewaakt, maar wel met als gevolg dat er een pressie middel ontbreekt.
Gelukkig zijn er voorbeelden die wel hun uitwerking kennen. Het gebruik van gratis gemeenschappelijke voorzieningen zoals Eduprep van Kennisnet wordt wel erg gestimuleerd, waarbij leveranciers gebruik moeten maken van open standaarden. Kennisnet heeft daar een goede voorlichting over, trouwens. Dat het gebruik van open standaarden ook leidt tot verlaging van de kosten, blijft overigens nog de vraag. De praktijk wijst nog niet uit dat dit het geval is. Veelal omdat de open standaarden toch niet altijd voldoen aan de specificaties en dus aanpassing (hoe subtiel dan ook) vereist is. De (te verwachte) sturende overheid is van mening dat dit wel het geval is en beroept zich op het pas-toe en leg-uit principe. Gelukkig zijn er organisaties en personen die hierin een actieve en sturende rol willen spelen. Jan Stedehouder is zo'n idealist die het falend beleid van rijksoverheid binnen het onderwijs via zijn blog aan de kaak stelt.
Kennisnet
Maar Kennisnet, als spin in het web, pakt hier de handschoen verder op en neemt hierin verder een leidende en sturende rol. Kennisnet stelt zich onder andere tot doel om als landelijke ondersteuningsorganisatie op het gebied van informatie- en communicatietechnologie voor het onderwijs de ontwikkelingen te monitoren en onderzoeken te stimuleren in het onderwijsveld. Met als primaire doel haar doelgroep informeren en voorlichting willen geven over deze ontwikkelingen. Een ander belangrijk aspect is dat Kennisnet hiervoor de Stimuleringsregeling Educatief Onderzoek heeft vastgesteld met als doel om scholen in het primair- voortgezet- en beroepsonderwijs te ondersteunen bij de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs door bij te dragen aan de ontwikkeling van kennis en inzichten over effectief en efficiënt gebruik van ICT binnen de context van het Nederlandse onderwijs.
Kennisnet is het cement tussen de bakstenen van het huis van onderwijs. En is een intermediair met als doel het verbinden van de dienstenleveranciers (aanbod) met de scholen (vraag) en daarmee ook een belangrijk onderdeel heeft in het verhogen van het aanbod van kwaliteit binnen het onderwijs. De toegankelijkheid van informatie, gebruik van open standaarden, eenduidige authenticatie van applicaties zijn maar een paar van de vele onderwerpen die op de agenda staan van Kennisnet.
Het besef dat dit er is, heeft ertoe geleid dat Kennisnet, de 1e klanten dag organiseert op 12 april a.s. Op deze dag zijn de dienstenleveranciers uitgenodigd om deel te nemen aan de openbare discussie omtrent o.a. het gebruik van de applicaties binnen het onderwijs. Het is simpel, de dienstenleveranciers hebben de scholen nodig en vice versa. Met een gevarieerd programma beoogt Kennisnet hiermee een volgende stap te maken. Martin Dias d'Ullois (productmanager Authentication & Authorisation binnen Kennisnet) zal in de plenaire sessie een update geven over de Kennisfederatie. Martin is er van overtuigd dat op dit vlak nog veel werk verricht moet worden. Wat Martin ook ziet is dat het BYOD ‘concept' steeds belangrijk wordt binnen het onderwijs om als dienstenleverancier hierop te anticiperen. Ondersteuning van dit concept is in technisch opzicht al mogelijk om ook het gebruik tussen privé en zakelijk te kunnen differentiëren.
Er zijn ook verschillende discussie sessies tijdens de klantendag. Een daarvan is de IDentity.Next discussie sessie. Thema's in deze sessies zijn vooral; Hoe wordt het gebruik van een digitale identiteit in het schooldomein ter sprake gesteld. Maar ook wat de wensen en uitdagingen zijn ten aanzien van dit onderwerp. De discussie wordt geleid door Robert Garskamp, founder van IDnext. IDnext is een open en onafhankelijk platform dat staat voor ondersteuning en facilitering van innovatieve benaderingen in de wereld van de digitale identiteit. Disseminatie en uitwisseling van kennis gebeurt door middel van events, meetup en workshops voor professionals en door professionals.
Arjan El Fassed, gastspreker op een meetup georganiseerd door IDnext had een geanimeerde lezing over de digitale identiteit. Centraal was de boodschap van Arjan dat we een transitie van tijd doormaken. Volgens Arjan brengt het internet enorme maatschappelijke veranderingen teweeg. Waarbij het Internet ook veranderd. Alleen gemiddeld loopt de wetgeving zo'n 5 jaar achter op technologische vernieuwing, stelt Arjan. Denk maar aan de ontwikkeling van cloud, BYOD etc…. Het bewaren van foto's en documenten ergens op een veilige plek. Het is duidelijk dat de wetgeving dus ook technologie afhankelijk wordt. Zoals door Arjan wordt beweerd, het is dus de vraag wat het ons in tijd allemaal gaat brengen. Het moge duidelijk zijn, de digitale identiteit evolueert zich continu en is niet te stoppen.
Robert,
Ik denk dat je deze discussie veel breder zou moeten maken omdat niet alleen het onderwijs een grote voorkeur lijkt te hebben voor closed source maar bijna alle publieke instellingen. Eerst riep Europese Unie op om meer Open Source te gaan gebruiken maar vervolgens tekenden ze zonder verdere aanbesteding wel een contract met Microsoft. En de voorliefde van onze landelijke en lokale bestuurders voor iPads getuigd ook niet echt een open mind. Ook een rondje langs de websites van onderwijsinstellingen en overheden laat zien dat meeste toch kiezen voor een closed source content management systeem. Ga je nog wat dieper kijken dan zie je dat ook nog eens vaak dezelfde leverancier een voorkeur heeft. Onbekend maakt blijkbaar onbemind waardoor de grote namen vaak de veiligste keus zijn.
Als je het over standaarden hebt, eventueel in combinatie met een digitale identiteit dan lijkt discussie me daar ook nog wel te verbreden. 10 jaar geleden werden bij de opzet van de PKI overheid sterkere authenticaties met biometrie en chipkaarten al beproefd maar uiteindelijk werd gekozen voor het veel zwakkere maar wel goedkopere DigID concept. Een digitale identiteit die trouwens alleen maar door publieke organisaties gebruikt mag worden. Om dus een bankrekening te openen of je pinpas te activeren moet je dus nog met ouderwetse identiteitskaart of paspoort langs bij de bank. En de OV-chipknip, had die niet veel beter en goedkoper gebruik kunnen maken van bijvoorbeeld Google Wallet of een Paypal in plaats van opnieuw het wiel uit te vinden. Steeds meer telefoons zijn tenslotte al uitgerust met een NFC chip, net als dat er leuke open source projecten hiervoor zijn.