De term cloud computing wordt nu al enkele jaren gebezigd en het is tijd de balans op te maken. Wanneer we over cloud praten dan bedoelen we feitelijk een omgeving, niet of deels in eigen beheer, waar functionaliteit on-demand als commodity kan worden afgenomen. Vergelijk het telecom model waarbij 'tikken' worden afgenomen. De provider van de functionaliteiten heeft de omgeving onder controle en zaken als access, data/document-bewerking, updates, upgrades, backups, uitwijk en dergelijke zijn allemaal op professionele wijze uitgevoerd. Deels bestond dit model natuurlijk al langer in de vorm van de web-portalen en extranetten die bedrijven opbouwden, maar dit werd meestal als point-solution uitgevoerd en er was zeer beperkte functionaliteit.
De ontwikkeling van chip-technologie en de onstuitbare opmars van rekenkracht van systemen zorgden ervoor dat sommige grote bedrijven hun piek-capaciteit beter wilden uitnutten. Een voorbeeld hiervan is de Amazon Elastic Cloud. Analoog aan eerdere uitspraken over computer-systemen werd op een gegeven moment gesteld dat de wereld uiteindelijk 'vier of vijf clouds' zou hebben.
Early Majority
Zoals zo vaak zien we dat ook bij de adoptie van cloud-technologie de Innovatietheorie van Everett Rogers van toepassing is. In de eerste golf van ‘cloud’-functionaliteiten werden met name nieuwe diensten gelanceerd die gebruik maakten van bovengenoemde infrastructuren. Dit waren de innovators. De tweede golf, de ‘early adopters’, werd gekenmerkt door bedrijven en corporaties die kritieke infrastructuren onderbrachten in gespecialiseerde datacenters en deze ontsloten via netwerk-koppelingen. Een kostenaspect was hierin een belangrijke drijfveer, mede ingegeven door de kredietcrisis. Deze trend zette zich voort, maar bereikt nu de ‘Early Majority’ fase. Dit soort cloud-technologie begint normaal te worden voor bedrijven.
Na de kritieke infrastructuren is het de beurt aan de werkplek-infrastructuren. Naast hype-woord cloud is ook hype-woord vdi een bekend fenomeen. Echter, de adoptie-graad van vdi ligt een stuk lager dan de adoptiegraad van cloud, met name door de complexiteit van de end-to-end keten in gevirtualiseerde desktop en werkplek omgevingen, om over cloud enabled vdi maar helemaal niet te beginnen. Vdi bemoeit zich niet alleen met de onderliggende infrastructuur, maar ook met virtualisatie, besturingssystemen, applicaties, presentatie-protocollen en – heel belangrijk – gebruikers-data. Een convergentie van de eenvoud van cloud-technologieën en de complexiteit van vdi lijken wat dat betreft onverenigbaar. Toch wordt dit door de grote technologiebedrijven die zich met virtualisatie bezighouden als de heilige graal beschouwd en er worden aanzienlijke investeringen gedaan om het ultieme, end-to-end cloud enabled vdi-platform te maken.
Triple-A
De bedrijven die zich in de wereld bezig houden met het end-to-end oplossen van het vdi-vraagstuk zijn VMware, Citrix, Quest en DinamiQs (Bron: Citrix Business Analyst Meeting, Chicago, 2010). Let wel, er zijn veel bedrijven die deeloplossingen bieden, maar dit zijn de spelers in de markt die van infrastructuur tot eindgebruiker beheersen en als product aanbieden. De producten die worden ontwikkeld voor het cloud-enablen van vdi en het aanbieden van werkplekken conform de Triple-A methode (Any Time, Any Place, Any Device) zijn op dit moment met name geschikt voor de innovators in het Innovatietheorie model en er is een race gaande tussen de verschillende bedrijven om als eerste de product-stack zo volwassen te maken dat het product geschikt is voor de early adopters waar het eerste grote marktaandeel te verkrijgen is. Voor de leveranciers wordt dit proces bemoeilijkt door de snelle opeenvolging van nieuwe apparaten waarmee eindgebruikers toegang dienen te verkrijgen tot hun eigen data en infrastructuren, zoals tablets en smartphones.
De early adopters zijn de grote aanbieders van telecom en internet-faciliteiten zoals we die kennen en de traditionele it-beheerders van grootschalige desktop omgevingen. Deze hebben namelijk al de infrastructuur en afrekenmodellen om deze cloud-werkplekfunctionaliteit per tik te kunnen aanbieden en in de drang naar het onder controle brengen van de kosten van de werkplek zijn veel bedrijven juist op zoek naar dit soort functionaliteit. Echter, niet ten koste van de bestaande productiviteit en bij voorkeur met een sterk verhoogde beschikbaarheid die beter past bij de 24-uurs economie.
Privacy
Naast het probleem dat de end-to-end integratie van de product-stack van de meeste leveranciers nog in het innovatie-stadium is, is er het probleem van internationale wet- en regelgeving. Het gebruik van clouddiensten door overheden en corporaties heeft geleid tot een verhoogd gebruikersgemak en een betere efficiency, maar ook tot het ontwikkelen van nieuwe werkmethoden die beter en optimaler zijn. Inmiddels zijn er stemmen opgegaan die de veiligheid van deze nieuwe werkmethoden betwijfelen. En met reden: de meeste cloud-diensten zijn opgezet door Amerikaanse bedrijven die, ongeacht waar ze zich bevinden of waar hun infrastructuur staat, onder Amerikaanse wetgeving vallen. En juist die wetgeving (en dan met name de Patriot Act) stelt de Amerikaanse overheid in staat informatie uit ict-systemen op te vragen, zonder huiszoekingsbevel, zonder controle, zonder garanties. Feitelijk betekent dit dat het opslaan van data in systemen van diverse cloud-aanbieders ervoor zorgt dat de Amerikaanse overheid toegang krijgt tot staatsgeheimen, privacy-gevoelige informatie, intellectuele eigendommen en alles wat je aan data kunt bedenken. Je kunt je afvragen wat dit betekent in de handen van een overheid die zwaar in de schulden zit en die op elke mogelijke manier zal proberen haar continuïteit te waarborgen. Maar dat is een discussie die buiten de scope van dit artikel valt.
In maart van 2011 voorspelde Forrester dat het meest logische voor veel bedrijven en overheden de adoptie van het hybrid cloud-model zou zijn. Hierbij wordt wel gebruik gemaakt van cloud technologie, maar blijven data en functionaliteit binnen het eigen datacenter gehandhaafd, waardoor controle en beveiliging kan voldoen aan de eigen, interne standaarden of de algemeen aanvaarde standaarden zoals die van overheidswege zijn opgelegd. Dit betekent echter wel dat de product-stack om dit voor elkaar te krijgen volwassen moet zijn en gebruik moet maken van proven technology en moet voldoen aan het end-to-end principe, waarbij het sluitstuk, Triple-A access, een van de belangrijkste voorwaarden is.
BYOD
Een van de gevolgen hiervan is dat het eindpunt (pc, telefoon, tablet, 'any device') niet langer hoeft te voldoen aan allerlei eisen, zodat beheer en onderhoud van dure, gestandaardiseerde eindpunt-infrastructuren tot het verleden zal gaan behoren. Hierin is de visie van Google, de browser als universeel toegangs-medium, bewaarheid aan het worden. Vrijwel alle devices ondersteunen gebruik van een browser en vrijwel elke browser ondersteunt HTML5 technologie. En juist deze combinatie stelt de end-to-end cloud enabled vdi-leveranciers in staat een efficiënt Triple-A platform te leveren dat conform de 'hybridcloud'-modellen de interne functionaliteit van bedrijven en overheden kan ontsluiten naar eindgebruikers, ongeacht waar, wanneer en hoe die eindgebruikers die toegang nodig hebben. Dit principe wordt ook wel byod (bring your own device) genoemd en dit stelt de hybrid cloud-beheerders in staat zich volledig te concentreren op het in stand houden van de centrale infrastructuur en applicaties en zich geen zorgen te hoeven maken over de eindpunten en het wel- of niet functioneren daarvan.
De komende tijd zal blijken of de cloud enabled vdi met end-to-end stack integratie en Triple-A access realiteit is. De innovators zijn op dit moment bezig met het behalen van de voordelen die deze infrastructuren bieden en de inschatting is dat al in 2012 de 'early adopters' voor deze technologie zich zullen melden.
De wens is natuurlijk de vader van de gedachte in dit artikel maar ik zie de traditionele desktop nog niet zo gauw met pensioen gaan. VDI is vooral oude wijn in nieuwe zakken waarbij leveranciers wat kinderziekten uit de scheduling van resources en delivery protocollen hebben gehaald. Natuurlijk komen we los van de werkplek en traditionele toetsenbord en muis maar tablets, smartphones e.d zullen vooral nog aanvullend zijn.
End-to-end stack integratie gaat meer om de portalen en dus is het opmerkelijk dat een leverancier als Microsoft niet genoemd wordt die juist met Sharepoint veranderingen brengt in onze manier van (samen)werken. Dit framewerk maakt het niet alleen makkelijk om allerlei desktop applicaties web enabled aan te bieden maar voorkomt ook dat we steeds data met bijvoorbeeld RDP clipboard moeten kopiëren. Want dat geeft, net als met printen van grote bestanden uiteindelijk dezelfde ‘user experience’ als met thin client 1.0.
Het is dus vooral de applicatieset die bepaalt of de traditionele desktop met pensioen kan gaan of nog gebruikt zal blijven worden. Innovatie zal dus vooral gezocht moeten worden in applicatie modernisatie waarbij rekening gehouden wordt met verschillende devices en hun invoer mogelijkheden. Terecht worden punten aangehaald als privacy en beveiliging maar ontbreekt hier ook nog het kader van controle en beheer wat steeds belangrijker wordt bij toegenomen mobiliteit van informatie.
Het fundament van deze theorie is de volwassenheid van een product. De benoemde fases (acceptaties door gebruikers/afnemers in 5 fases)zijn verder hierop gebaseerd.
De status van “volwassenheid” wordt o.a. beïnvloed door de scope (wat het product doen moet), verwevenheid/relatie met andere producten(wordt bepaald door de scope) en antwoord op de verwachtingen van de afnemers. Als je als producteigenaar weet hoe je deze knoopjes kan draaien dan kun je invloed uitoefenen op de benoemde fases uit deze theorie(Kijk naar Steve Jobs).
Het is een feit dat het ict-landschap de komende jaren flink veranderd gaat worden. Met de komst en ontwikkeling van producten zoals InstallFree HTML Gateway, VMware Horizon en vCloud producten, (Citrix) Cloudstack-Openstack etc zullen we de transitieweg naar deze nieuwe wereld gaan bewandelen. Maar de vraag is wanneer de producten en aanbieders klaar zijn om deze beloften waar te kunnen maken? Met andere woorden wanneer breekt de fase “ Early Majority” aan?
Het ligt er aan aan wie je deze vraag stelt. Stel je dit aan een afnemer dan zou hij zeggen, nog niet! Dat komt doordat hij geen antwoord kan krijgen op de flexibiliteit en maatwerk(op applicatieniveau) die hij van zijn cloud-provider of oplossing verwacht.
Stel je dit aan een provider dan zal je te horen krijgen, deze fase is al aangebroken, waar was je? Ja, zo`n reactie en antwoord hebben we ook al 2 jaar geleden gezien toen vdi geïntroduceerd was(VDI kan helaas na 2 jaar niet waar maken wat het product allemaal beweert te kunnen)
De scope en verwevenheid van “Cloud” zijn breder dan andere innovaties die we eerder meegemaakt hebben. Hierdoor verwacht ik dat de tijdframe van Early Adopters en Early Majority groter gaan worden dan wat er aangegeven is. En daarom verwacht ik ook niet dat er voorlopig een einde komt aan het leven van de traditionele PC.
We kunnen er hele mooie grote verhalen van blijven maken, maar laten we nu eerlijk wezen; ‘cloud’ is niets anders dan oude wijn in een nieuw jasje. Het is gewoon een variant met moderne middelen (die natuurlijk veel meer mogelijk maken want de tijd staat niet stil)op het ouderwetse midrange en mainframe gebeuren. En er zal altijd plaats blijven voor verschillende technieken naast elkaar. Simpel voorbeeld: een Ipad kan naast een laptop bestaan, maar hem (voorlopig) niet volledig vervangen.