Oké, het was geen handige zet, om mijn fietssleutels en handschoenen even op de balie te laten liggen naast een portemonnee van iemand anders, ook al hoefde ik alleen maar even een inktpatroon op te halen bij de computerwinkel.
Ik werd echter even afgeleid door leuke spulletjes, en toen ik daar mee klaar was en weer op de balie keek waren mijn sleutels weg. Waarschijnlijk per abuis met de portemonnee mee in een grote tas gestopt. Bij de winkel wisten ze wel wie de klant was van die tas, want de klanten worden allemaal onverbiddelijk in de grote database gestopt. Alleen hadden ze van hem geen telefoonnummer, en naam en adres wilden ze me niet zo maar geven. Dat kon ik wel begrijpen, maar ondertussen moest ik naar huis lopen. Ze hadden wel het e-mailadres voor me, ook al was dat van de vriendin van die klant.
Helaas werkte dat adres niet, maar uit dat adres was wel een naam te reconstrueren. Dat maar eens opgezocht, en daar kwam inderdaad een hit op terug in de buurt, met telefoonnummer!
Jammer genoeg was dat telefoonnummer afgesloten, dus dat was lastig bellen. Maar met de aanvullende gegevens die het opleverde kon ik wel op LinkedIn en Facebook de vrouw vinden, en haar een berichtje sturen. Laat op de avond belde de man op. Hij vertelde verbouwereerd dat hij de hele dag met een stel sleutels had rondgelopen zich verwonderd afvragend waar ze vandaan kwamen. Een verstrooid type was het wel, want de handschoenen had hij nog niet ontdekt.
De volgende ochtend bracht hij alle spullen langs, met een goedmakertje.
Wat kunnen we hier nu zoal van leren? Winkelketens houden nogal van data verzamelen, en tegelijk weten ze dat ze voorzichtig moeten zijn met het uitdelen daarvan. Veel bestanden zijn enorm vervuild, zowel in bedrijven als op internet. Tegelijk heb je maar heel weinig gegevens nodig om iemand te vinden. De meeste mensen zijn te vertrouwen, in dit geval het winkelpersoneel en de klant. Facebook en LinkedIn zijn de nieuwe telefoonboeken. Tenslotte: laat je in een winkel niet afleiden door ‘bright shiny objects'.
Peter van Eijk is onafhankelijk adviseur op het gebied van digitale infrastructuren (www.peterhjvaneijk.nl).
In het kader van story-telling een leuk voorbeeld wat aanzet tot nadenken!
Een telefoonnummer is in feite “veiliger” om weg te geven dan een naam of e-mail adres!
Internet kan een simpel data gegeven enorm verrijken, nu kwam daar wat menselijk handelen aan te pas, maar met de juiste algoritmes….
En zo kan ik nog wel even doorgaan, leuk wintertintje. In de zomer was dit nooit zo gebeurd!
Niet echt brekend nieuws dat bedrijven grote databases hebben waarin gegevens van klanten staan. Zo hebben we ook al jaren loyaliteitsprogramma’s als klantenkaarten, spaarkaarten e.d. die goed zijn in het oogsten van informatie. En met de nieuwe sociale media netwerken is nog meer te vinden waarmee gericht of ongericht reclame gestuurd kan worden. Voor een klein voordeel geven we nu eenmaal graag onze privacy op en ongevraagd verzamelen ook allerlei sociale netwerken, online spelletjes en cloud diensten informatie. Dat zijn nu eenmaal de verdienmodellen waarmee niet alleen reclame gestuurd kan worden maar ook bestanden gemaakt worden waarmee call centers ons kunnen benaderen voor het verkopen van verzekeringen, loten enzovoort. ‘Track and trace’ biedt niet alleen Google mogelijkheden om onze digitale voetstappen te volgen maar iedereen die gaat rechercheren in open bronnen. Wie de informatie verzameld, deze in een database opslaat en de juiste relaties legt kan zo veel over iemand te weten komen zonder deze ooit te ontmoeten. Zo leveren niet alleen de sociale netwerken een schat aan informatie op maar ook allerlei verenigingen die bijvoorbeeld uitslagen online publiceren.
Je verbaast je soms met googelen naar je eigen naam wat er op duikt. Maar probeer ook eens wat anders dan Google, hele andere (vaak oudere) berichten van je duiken op. Vallen niet te verwijderen, en bv Hyves privacysetting ‘Hyvers only’ laat toch je achternaam zien in spiders. Oude consumentenforums waar je ooit in slechte bui over iets klaagde duiken ook weer op. Oude twitteraccounts -gelukkig met nickname en geen gebruik van voor- en achternaam- duiken her en der op. Moraal van het verhaal: gebruik nooit hetzelfde mailadres voor forums en profielen want die zijn vaak terug te vinden of te koppelen, liefst eentje waar je achternaam ook niet in zit, meerdere gebruikersnamen voor allerlei sites. Wat te denken van gedeactiveerde hotmailadressen die je jaren later weer gebruikt, en blijkt dat er een Amazon-account bestaat na password recovery op hun site. Had iemand anders dus ook mee aan de haal kunnen gaan. Ergo, online cursus postduiven houden volgen, postzegels en enveloppen inslaan.
@hypocriticus: Ik weet nog een veel betere manier. Zorgen dat je nadenkt over wat je opschrijft en altijd beleefdheidsvormen in acht nemen.
Denk na over wat je wilt dat anderen van je zien en wordt daar bewust van. Ik gebruik altijd mijn eigen naam, dat doe ik zoveel dat de oude berichten pas tien pagina’s later gevonden worden. Security by obscurity zeg maar 🙂