Offshore (out)sourcing wordt vooral toegepast om toegang te krijgen tot software specialisten die tegen lagere kosten ingeschakeld kunnen worden. Global sourcing kan echter ook een opstap zijn naar verdere globalisering: het kan het benaderen van nieuwe exportmarkten vergemakkelijken.
Nederlandse organisaties laten al tientallen jaren it-werk uitvoeren in landen met lagere loonkosten. Offshore sourcing kent verschillende voordelen, zoals toegang tot soms schaarse software specialisten, flexibiliteit en vooral de mogelijkheid tot een kostenvoordeel. Wel moet rekening gehouden worden met de specifieke nadelen die verbonden zijn aan deze manier van samenwerking. De communicatie met het buitenlandse team kent uitdagingen vanwege de grote onderlinge afstand, het taalverschil, de eventuele tijdsverschillen en de verschillende culturen.
Vanwege de economische en financiele situatie wordt (nog steeds) een groei in offshore sourcing verwacht, vooral onder het mkb. Hoewel de nearshore landen (in Centraal- en Oost-Europa) sterk opkomen, wordt het meeste werk nog gedaan in verderweg gelegen landen, waarbij India de meeste bekendheid heeft.
Kortgeleden bezocht ik enkele minder bekende offshore bestemmingen, namelijk Palestina en Jordanië. Het noemen van deze landen zorgt vaak voor verbaasde reacties, maar ook deze landen beschikken over een groot aanbod van it-dienstverleners, die tegen relatief lage tarieven ingeschakeld kunnen worden. Dit voordeel is echter ook te vinden in alle andere offshore locaties, en is dus niet bijster uniek. Deze landen beschikken echter wel over een bijzonder voordeel: ze bieden toegang tot interessante nieuwe exportmarkten in het Midden-Oosten.
In deze regio zijn enkele lokale it-markten bijzonder interessant. De jaarlijkse uitgaven aan it in Saudi-Arabië bedragen meer dan vier miljard dollar, in de Arabische Emiraten ruim één miljard, in Kuweit ruim zevenhonded miljoen en in Qatar meer dan vierhonderd miljoen dollar. Het zijn potentieel interessante exportmarkten voor Nederlandse producenten van software of it-dienstverleners.
In Nederland is een groot aantal bedrijven bezig met het ontwikkelen van software producten. De softwaresector is echter sterk op de binnenlandse markt gericht. Minder dan 10 procent van de inkomsten is afkomstig uit het buitenland. Tweederde van de totale export van de softwaresector gaat naar West-Europa, nog eens ruim 20 procent van de export gaat naar Noord-Amerika. Momenteel zijn er slechts een bepert aantal Nederlandse it-bedrijven die naar het Midden-Oosten exporteren, waaronder Exact, InnoVites en Vital Health Software.
Vanwege de huidige financiële en economische situatie kan het benaderen van nieuwe exportmarkten van strategisch belang zijn. Om de zakelijke kansen in het Midden-Oosten te onderzoeken is het mogelijk om hierbij ook it-dienstverleners uit Palestina en Jordanië in te schakelen. Zij hebben vestigingen of persoonlijke contacten in veel landen in het Midden-Oosten, en zij kunnen assisteren bij marktonderzoek en markttoegang. Ook kunnen zij ingeschakeld worden om de Nederlandse software aan te passen aan de eisen van de Arabische markten. Op deze manier kan offshore sourcing een opstap zijn naar verdere globalisering.
Een goede manier om een eerste indruk van de lokale it-markten te verkrijgen is door middel van een bezoek aan een van de jaarlijkse vakbeurzen. Voorbeelden hiervan zijn de grote Gitex-beurs (Dubai, oktober), het MENA ICT Forum (Amman, oktober) en de Expotech Technology Week (Ramallah, november). Zelf zal ik eind februari naar de SoftExpo in Dhaka afreizen; medereizigers om de it-kansen in nieuwe landen te verkennen zijn van harte welkom.
Dit is zeker waar. Ik zelf ben bezig met een offshore centrum in de Dominicaanse Republiek. Ook hier zijn er veel mogelijkheden. Het is een land dat groeit en een ideaal punt om kansen te pakken in Zuid-Amerika en de Verenigte Staten.
Ze hebben daar zowel een goed niveau Engels als natuurlijk Spaans en ook Portugees.
Met de kop ben ik het wel eens, maar de inhoud strookt daar niet helemaal mee.
Software aanpassen voor een lokale markt kunnen we in Nederland in principe ook zelf, of zou je door ieder willekeurig ander land kunnen laten doen.
Maar, waarbij een vorm van outsourcing wel zou kunnen helpen:
Een aantal landen heeft een zeer protectionistisch beleid daar waar het gaat om inkopen van producten uit andere landen.
Wanneer je nu door middel van offshoring of een eigen vestiging te openen in so’n land kunt aantonen dat je het product daarmee lokaal gemaakt hebt, dan wordt er wel ineens een hele exportmarkt geopend.
De cirkel is rond…
Doordat er werelwijd veel uitbesteed wordt aan India zie je dat daar een grote middenklasse aan het ontstaan is. Deze groter wordende groep is voor Nederlandse bedrijven weer interessant.
Denk bijvoorbeeld aan ABN AMRO. Deze bank sponsort het Nederlands cricket team. Cricket is zeer belangrijk in India en door bovenstaande globalisering is India voor ABN AMRO een interessante markt.
Kortom offshoring opent exportmarkten.