In economisch zwaar weer zoeken bedrijven naar zekerheid. Op het gebied van it-investeringen gaat dit vaak gepaard met een verschuiving van de beslissingsbevoegdheid. De invloed van de it-afdeling neemt af en iedere investering wordt gewikt en gewogen door het management. De gesprekken gaan dan niet meer over de technologie zelf, maar meer over de business benefits en de 'return on investment' (roi) van investeren. Een slechte zaak?
Dat hoeft het zeker niet te zijn, want uiteindelijk moet it ondersteunend zijn aan de business en door het inbouwen van zekerheid wordt ook het draagvlak vergroot voor technologische vernieuwing binnen de organisatie.
Een mooi voorbeeld is de groeiende interesse voor het implementeren van een volledig geïntegreerde it-infrastructuur, de zogenaamde stack. Een aantal jaren geleden was dit onderwerp binnen veel organisaties onbespreekbaar. Deels heeft dit te maken met de Nederlandse cultuur. Wij denken het al snel beter te weten en de gemiddelde it-afdeling wil liever zelf bepalen welke technologie ze implementeert en hoe. Met als resultaat dat zij soms wel zes tot negen maanden nodig hebben om de it-infrastructuur zo samen te stellen dat het mogelijk wordt om bijvoorbeeld bepaalde SAP-applicaties uit te rollen.
Er zijn best practices voor handen, maar hier wordt beperkt tot geen gebruik van gemaakt of spreken elkaar tegen. Ook de beheerlast neemt hierdoor sterk toe. Voor ieder onderdeel van de it-infrastructuur is een andere leverancier verantwoordelijk en met al deze afzonderlijke leveranciers moet worden samengewerkt om de benodigde technische ondersteuning te krijgen. Ironisch genoeg komen veel it-afdelingen na veel research tot dezelfde conclusies als beschreven staan in de best practices, maar het grote verschil met het implementeren van een stack is dat het zelf uitzoeken en implementeren een vertraging betekent van zo’n vijf tot acht maanden.
Bij een volledig geïntegreerde infrastructuur zijn de verschillende onderdelen op basis van best practices op elkaar afgestemd en hierdoor is het vooraf zeker dat het end-to-end werkt. De stack hoeft alleen maar ontsloten te worden binnen de eigen infrastructuur en kan hierdoor binnen een maand in gebruik worden genomen.
Naast de afnemende invloed van de it-afdeling op it-investeringen is er nog een reden waarom de stack in 2012 definitief zal doorbreken binnen het Nederlandse bedrijfsleven. De afgelopen jaren hebben cloud computing en virtualisatie het reduceren van it-complexiteit op de agenda gezet. Organisaties stappen steeds meer af van uitgebreide evaluaties van alle leveranciers in de markt en richten zich vooral op de gewenste functionaliteit. Zij vragen dus niet meer aan leveranciers ‘ik wil tien servers en zoveel capaciteit aan storage’, maar ‘wij willen een infrastructuur die vijftienhonderd desktops kan hosten’. De infrastructuur wordt hierdoor steeds meer als een geheel gezien.
Het grote voordeel van deze ontwikkeling voor de it-afdeling is dat deze zich meer kan richten op het beheren van de sla (service level agreement). Door toe te zien op de performance, capaciteit en beschikbaarheid zijn ze van onschatbare waarde voor de organisatie. Ze kunnen projecten sneller uitrollen en kunnen zich door het reduceren van de beheerlast richten op meer strategische taken zoals het implementeren van nieuwe applicaties of de migratie naar de cloud.