Inter Access gaat het Landelijke Asbestvolgsysteem (Lavs) ontwikkelen in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Dit informatiesysteem verbindt vanaf 2013 alle partijen die een rol spelen bij asbestverwijdering in Nederland, zoals gemeenten, woningcorporaties, de Arbeidsinspectie en asbestverwijderaars. Eigenaren van een huis of een gebouw kunnen in het systeem zien of er asbest in of bij hun pand wordt verwijderd. Het Lasv moet vanaf 2013 gebruikt kunnen worden.
Inter Access gebruikt bij de bouw van het systeem de Scrum-ontwikkelmethodiek, waarbij een multidisciplinair team in korte fasen werkt aan het ontwikkelen van de software. Die bestaat deels uit vaste componenten en deels uit maatwerk.
Het Landelijke Asbestvolgsysteem is een uitvloeisel van een project dat al jaren loopt. Dat leidde in 2009 tot een asbestvolgsysteem dat als proefopstelling was ontwikkeld in opdracht van de vereniging van woningcorporaties Aedes, de Vereniging voor Verwijdering van Toxische en gevaarlijke Bouwmaterialen (Vvtb), de Stichting Certificatie Asbest (SCA), de Arbeidsinspectie en het Landelijk Overlegorgaan Milieuhandhaving (LOM).
Regeldruk
Het project kreeg steun van het programma Slim geregeld, goed verbonden dat valt onder het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Dit programma heeft als doel de regelgevingdruk bij ondernemers te verminderen via publiek-private samenwerkingen. De regelgeving rond asbestinventarisatie en -verwijdering is bijvoorbeeld uitgebreid en complex, waarbij ook nog eens veel partijen betrokken zijn.
De proefopstelling toonde aan dat een nieuw asbestvolgsysteem de regeldruk verlaagt. Ook zou landelijk gebruik de sector jaarlijks een financieel voordeel van één miljoen euro moeten opleveren, omdat er efficiënter gewerkt kan worden. Verder is het doel van het centrale systeem om illegale en onveilige verwijdering van asbest tegen te gaan. In tweederde van de Nederlandse gebouwen van vóór 1994 is asbest gebruikt. Inmiddels is duidelijk dat asbest zeer schadelijk kan zijn voor de gezondheid.
In het tweede kwartaal van 2010 is het project voor de realisatie van de landelijke versie overgedragen aan het toenmalige ministerie van VROM. Dat is opgegaan in het ministerie van Infrastructuur & Milieu.