Samenwerken en standaarden lijken wel twee zaken die niet te verenigen zijn. Samenwerken is mensenwerk en omgaan met standaarden is een wijze van werken. Laten we eens kijken.
We leven in een snel veranderende samenleving. Organisaties die in de vorige eeuw niet weg te denken waren bestaan vandaag de dag niet meer. Zij zijn opgeheven of overgenomen door een andere partij. Organisaties moeten zich om te overleven steeds sneller aanpassen. Zelfstandig, in je eentje, red je het niet of nauwelijks meer. Samenwerken met andere organisaties is een must. We leven nu eenmaal in een netwerksamenleving waarin we niet alleen samenwerken met één andere organisatie maar met vele andere organisaties. Om samen te werken is uitwisseling van gegevens noodzakelijk en die noodzaak tot het uitwisselen wordt alleen maar groter. En hierbij ontstaat de mogelijkheid tot het verkeerd interpreteren van elkaars boodschappen.
De klassieke vorm van communicatie gaat nog steeds op: zender en ontvanger. De zender verstuurt een boodschap en de ontvanger ontvangt de boodschap, maar soms anders dan de boodschapper heeft bedoeld. Dit probleem kan verschillende oorzaken hebben. Neem een voorbeeld uit de praktijk: de Nasa. Een organisatie die zeer goed bekent staat vanwege een hoge mate van professionaliteit. Alles wordt toch goed beschreven, doorgerekend en gecontroleerd? Maar de wereld valt van verbazing achterover als de Mars Climate Orbiter in rook opgaat boven Mars. De hoofdoorzaken zijn onder andere terug te voeren tot het door elkaar gebruiken van het Metrisch stelsel en de ‘English Units’, software fouten en inadequaat management toezicht. Het International System of Units (SI) wordt wereldwijd gebruikt maar blijkbaar niet in de ruimte en daarnaast is het niet gangbaar in de VS. Terwijl al verschillende pogingen zijn ondernomen om daar tot één standaard te komen. Thomas Corwin Mendenhall heeft al in 1893 een wetsvoorstel ingediend voor een eenduidige standaard maar dat is tot op heden niet gelukt.
Een ander soort van miscommunicatie is dat de boodschap (verpakking) correct is overgekomen maar dat de betekenis (inhoud) anders wordt geïnterpreteerd. De ene organisatie gebruikt een term terwijl voor de andere organisatie dezelfde term een totaal andere betekenis heeft. Een voorbeeld in technische termen is een syntactisch correct xml bericht met afgestemde tags maar aan de waarde van de tags wordt een verschillende betekenis toegekend. Alleen afstemming over het te gebruiken protocol is niet voldoende, er zal ook wederzijdse afstemming moeten zijn over de betekenis van de waarde.
In Nederland zijn we ook druk bezig om te komen tot afspraken met betrekking tot een gemeenschappelijk gebruik van standaarden. Wij hebben verschillende overheidsprogramma’s die proberen (overheids-)organisaties op eenduidige wijze gegevens uit te laten wisselen. En ook hier geldt dat de wereld maar klein is: in het kleine Nederland komen we nauwelijks tot die gewenste eenheid. We moeten ons ondertussen dus maar des te meer richten op het maken van heldere afspraken, het controleren van het naleven van die afspraken en het proefondervindelijk vaststellen van een goede werking. Het uitwisselen van gegevens tussen organisaties blijft ondanks de snel voortschrijdende automatisering dus gewoon mensenwerk.
Welke ‘echte standaardisatie’ probeer je te duiden of te stimuleren? Waar gaat het mis en welke gaps zouden op nationaal of internationaal SDO niveau opgepakt moeten worden?
Je spreekt nu in algemene termen over XML vocabulaires en semantische interoperabiliteit, maar zegt niets over het domein van toepassing. Gaat het om kleinschalige multi-laterale afstemming, of gaat het juist om grootschalige interoperabiliteit welke voordeel kan hebben van standaardisatie? En wie laat dan steken vallen of waar zou het effectiever kunnen?
Ik ben benieuwd naar enkele concrete gevallen waar de door jou bedoelde standaardisatie achterwege blijft.
wat vind je van standaarden als AFD voor berichtenuitwisseling in de intermediaire verzekeringsbranche of HDN in hypothekenland