De rechtbank in Utrecht heeft Jan Krosenbrink, ex-grootaandeelhouder en directeur van SAP-dienstverlener Uphantis, in het gelijk gesteld. Hij had een kort geding tegen zijn oud-werkgever Sogeti aangespannen. De ict-dienstverlener, die Uphantis in juni 2010 overname, weigerde hem een vertrekvergoeding te betalen omdat hij het non-sollicitatie- en concurrentiebeding zou hebben overtreden. Volgens de Utrechtse rechter heeft Sogeti dit onvoldoende aannemelijk kunnen maken. Het bedrijf moet nu alsnog bijna honderdvijftigduizend euro aan Krosenbrink betalen.
De ict-dienstverlener beschuldigde Krosenbrink ervan Uphantis-medewerkers te ronselen voor de nieuwe SAP-dienstverlener Newitera van zijn vriend Léon Heutmekers, eveneens ex-Sogeti /ex-Uphantis. Volgens Sogeti is Heutmekers een stroman van Krosenbrink en bestiert hij eigenlijk Newitera. Daarbij zou Krosenbrink zijn voormalige secretaresse de opdracht hebben gegeven het personeelsbestand van Uphantis naar Heutmekers op te sturen. Dit vormde de basis voor het benaderen en wegtrekken van personeelsleden bij Sogeti. Ook zou de oud-directeur aanwezig zijn geweest bij sollicitatiegesprekken van deze werknemers bij Newitera. In het kort geding, dat 14 oktober 2011 plaatsvond, diende Sogeti dan ook een tegenvordering van 575 duizend euro aan schadevergoeding in.
Geen bewijs
De rechtbank verklaarde echter dat Sogeti deze gang van zaken niet voldoende aannemelijk heeft kunnen maken. Weliswaar is het opvallend dat er zoveel medewerkers na het vertrek van Krosenbrink zijn vertrokken naar Newitera, maar er is geen bewijs dat de ex-directeur hen daartoe heeft aangezet. Een verklaring van de overstap zou immers ook kunnen zijn dat de medewerkers teleurgesteld waren over de mislukte integratie van Uphantis in Sogeti en daarom hun heil elders zochten. De rechter wijst er op dat 150 van de 170 voormalige Uphantis-personeelsleden hun baan bij Sogeti hebben opgezegd, waarvan het merendeel niet bij Newitera in dienst is getreden. Bovendien lag het personeelsverloop sowieso hoog bij Sogeti in 2010: 450 van de 2800 directe werknemers zegden hun dienstverband op, blijkt uit het vonnis.
De rechter vond ook geen voldoende bewijs voor de aantijging van Sogeti dat Krosenbrink op enigerlei wijze betrokken is bij Newitera. Ook heeft hij niets te maken met het versturen van het personeelsbestand van Uphantis. Dit heeft de secretaresse direct naar Heutmekers opgestuurd, op zijn verzoek.
De voorzieningenrechter constateert dat de tegenvordering van Sogeti geen grond heeft. De ict-dienstverlener moet dan ook de vordering van Mamc, de vennootschap van Krosenbrink, van circa 150.000 euro (plus wettelijke rente en de proceskosten) binnen twee weken betalen.
Conflicten
Krosenbrink was via zijn vennootschap Mamc voor 50 procent aandeelhouder van Uphantis. Na de overname kwam de bestuurder in dienst van Sogeti waar hij (mede-)leiding gaf aan de nieuw opgezette erp (enterprise resource planning)-divisie waarin Uphantis opgenomen werd. De integratie verliep echter uiterst moeizaam met een hoog personeelsverloop onder de Uphantis-medewerkers tot gevolg. In de dagvaarding stelt Krosenbrink dat Sogeti hem hiervoor verantwoordelijk hield. In zijn ogen ten onrechte, waarna een arbeidsconflict ontstond. Krosenbrink werd op 21 februari 2011 op non-actief gesteld.
Beide partijen kwamen op 31 mei 2011 een vertrekregeling overeen, waarbij Sogeti een bedrag van circa twee ton zou overmaken. De ict-dienstverlener betaalde echter niet en beschuldigde de ex-grootaandeelhouder van het niet tijdig inleveren van de bedrijfslaptop, het overtreden van het non-sollicitatiebeding en het mogelijk overtreden van het geheimhoudingsbeding. Krosenbrink stapte daarop naar de rechter en liet beslag leggen op rekeningen van Sogeti bij de Rabobank.