Sinds 1994 heb ik inmiddels een grote database opgebouwd van ervaren ict’ers. Tegelijkertijd moet ik zeggen dat het woord ‘ervaren’ misleidend of onvoldoende duidelijk is. Wie is namelijk een echte ict’er? Heeft hij of zij geprogrammeerd, technisch of functioneel beheer gedaan of geheel andere taken gehad?
Vaak krijg ik in mijn kamer een ontkennend antwoord als ik vraag of er een echte ict'er tegenover mij zit. De persoon in kwestie geeft dan aan dat ict-elementen wel deel uitmaken van de taak, maar dat hij/zij zich vooral richt op logistiek, human resource management, organisatorische problemen, etc. Voor dit soort mensen is ict een organisatorisch hulpmiddel. Niets meer of minder.
Kinderschoenentijdperk
De arbeidsmarkt is al jaren opgebouwd uit ervaren mensen, min of meer ervaren mensen en starters. Daar is nauwelijks verandering in gekomen. Alhoewel we in de tijd leven van de iPad en iPhone zijn er mensen zat die nog steeds het mainframetijdperk hebben omarmd. Vele ict-vernieuwingen verkeren nog in het kinderschoenentijdperk en blijven er weinig mensen die de nieuwe specifieke ervaring hebben of kunnen delen.
Bij organisaties die echt afhankelijk zijn van ict-systemen zie je vaak de meeste ervaren mensen. Zij zijn trouw aan de organisatie, hun duidelijke taak en het goede salaris dat op deze plekken verdiend kan worden. Met elkaar verzekeren zij de organisatie van een goed en efficiënt gebruik van ict.
Ict-lat niet hoog
Min of meer ervaren mensen die je vooral in de middelgrote bedrijven. Deze zijn onvoldoende boeiend voor de echte ervaren man. Deze werkt onder zijn niveau, kan niets bijleren of zit als ras financieel gezien aan zijn plafond. Min of meer ervaren, breed inzetbaar tegen een niet te hoge prijs, is altijd al de wens geweest van de mkb-ondernemer. Deze bedrijven willen de ict-lat niet hoog leggen en zoeken snel hun heil in standaardoplossingen. Mensen die aan standaardoplossingen werken zijn vaak niet de duurste krachten.
Starters zie je vooral in de kleinere bedrijven en bij de bedrijven die zelf nog maar net begonnen zijn. Daarnaast zie je de vraag naar trainees, hoog opgeleid, bij de bekende detacheerders, maar deze hebben steeds meer problemen mensen aan te trekken. Veel jonge mensen en toetreders op de arbeidsmarkt hebben moeite met de oude uitgangspunten. ‘Jij gaat naar waar wij jou naar toezenden.' ‘Je krijgt een auto en een gerichte opleiding.' ‘Jij moet vooral doen wat wij zeggen.' Of mensen nu meer inzicht hebben gekregen, geen zakelijke kilometers willen rijden of het heft in eigen hand willen houden? Het is duidelijk dat zij niet staan te springen om in te treden.
Geen opdracht, geen plaats
Als je kijkt naar de vraag van de markt, dan wordt die vaak schromelijk overdreven. Dat heeft alles te maken met grote partijen die aan window dressing doen. Of ze nu wel of niet echt mensen nodig hebben, ze vragen er altijd om. Ze willen ook altijd praten, want een nieuwe naam toevoegen aan je database kan nooit kwaad. Als je aan mensen die zoekende zijn op de arbeidsmarkt vraagt of ze dit fenomeen herkennen, dan antwoorden zij bevestigend. Zij zijn vaak bij allerlei grote jongens op bezoek geweest. Ze hebben er gesproken en kregen er geen warm gevoel. Omdat er geen zicht op een directe opdracht was, dus ook geen plaats.
Ook speelt in de praktijk wat ik noem de ‘vraagverdubbelaar'. Omdat sommige kennis weinig voor handen is, vragen diverse partijen tegelijkertijd naar mensen met deze kennis en lijkt het net of de vraag immens is. Dezelfde vraag komt gewoon uit diverse monden die allemaal naar hetzelfde verlangen. Daarom wordt niet gekeken naar wat iemand voor kennis en/of ervaring heeft opgedaan. Je moet in het gesprek gaan uitleggen waarom je niet thuis bent in Java, .Net, SAP, of andere hypes op gebied van kennis en of vaardigheid.
Zwarte cijfers
Momenteel zit als het om ict gaat de gehele arbeidsmarkt op slot. Bedrijven keren terug naar de core business en hebben geen zin in uitbreiding en/of diversificatie. Er worden geen banen gecreëerd en ook geen looppaden georganiseerd. Kapitaal moet worden behouden. Shareholders willen zwarte cijfers zien. Daarom ook heerst een status quo.
Gelukkig is er een tegenstroom en die zit in de mens zelf. Mensen willen namelijk groeien, kunnen best even de broekriem aantrekken, maar voor hen moet er daarna weer groei zijn. Nu lijkt het alsof veel mensen honkvast zijn. Het tegendeel is waar. Zodra de markt aantrekt, verwacht ik dat veel mensen naar een andere werkplek gaan uitkijken. Zij willen opnieuw ruimte en verandering proeven en voelen. Zij zijn het zat te moeten afwachten wat de organisatie met hen van plan is. De laatste tijd is dat veel te weinig geweest en dat is fnuikend. Let op: binnen drie jaar zal het allemaal anders zijn.
Beste Boudewijn,
Interessant stuk, dat wel, maar als je in 1994 een database begint op te bouwen, lijkt mede data van toen nu in 2011 niet meer echt up-to-date. Daarnaast is de ervaring uit die tijd heel anders dan wat men tegenwoordig vraagt. Wordt dat bijgehouden?
Zelf ben ik 56 en zoek een andere baan. Grootste punt is dat je telkens weer afgewezen wordt, heeft niets met je ervaring of kennis te maken, maar… juist je bent te duur, vanwege je leeftijd. Alleen dat laatste zeggen ze er niet bij.
Zo’n database, ik neem aan dat die nog steeds gevuld wordt, zou natuurlijk een enorme bron kunnen zijn voor bedrijven die ervaren mensen zoeken.
Zelf heb ik ook overwogen om ZZP-er te worden, durfde toen niet en nu begin ik er al helemaal niet aan in deze crisistijden. Als ik de reactie van ‘ZZP-er zoekt werk’ lees ben ik blij er ook nooit aan begonnen te zijn. Ik ken een ex-collega, wel ZZP_er, die lange tijd opdracht na opdracht kreeg, maar nu stad en land afgaat om een opdracht te krijgen. De conclusie die ik trek is dat veel bedrijven de hand op de knip houden en zeker geen externen meer willen inhuren.