Het Europese Centrum voor Kernfysisch Onderzoek Cern verlengt zijn contract met kabelleverancier Draka. Cern werkt met terabyte-groot datatransport via Draka-glasvezelverbindingen tussen de deeltjesversneller Large Hadron Collider en het computernetwerk. Cern is het European Centre for Nuclear Research in Genève, Zwitserland.
Het vernieuwde contract is een voortzetting van de al tien jaar lopende glasvezelrelatie tussen Draka en Cern. Het begon toen Cern een aanvang maakte met de constructie van zijn grootste experimentele deeltjesversneller, de Large Hadron Collider (LHC). Sindsdien heeft Draka alleen al in de tunnel meer dan vijftienhonderd kilometer glasvezelkabel geïnstalleerd om te kunnen voorzien in de enorme transmissiecapaciteit (die in de terabytes loopt), nodig voor de datastromen naar en tussen de Cern-supercomputers en vandaar naar het LHC-computernetwerk. De deeltjesversneller is gebouwd in een 27 km lange cirkelvormige tunnel met een buisdiameter van 3,5 meter. De tunnel bevindt zich ongeveer honderd meter onder de grond op de grens van Frankrijk en Zwitserland.
Blaastechniek
Het huidige glasvezelnetwerk van Cern is voornamelijk gebaseerd op modulaire technologieën, waarbij veel kleine vezelgeleiders samengebracht zijn in een beschermende buis of goot. In deze infrastructuur is echter zeer weinig ruimte voor het trekken van meer glasvezels en andere kabels. Draka heeft een technologie ontwikkeld die het mogelijk maakt een glasvezelkabel in één keer minimaal 2,5 kilometer ver door een microbuis te blazen. Dit bespaart veel aanlegtijd en -kosten.
De blaastechniek door microbuizen maakt het mogelijk meer (en dunnere) glasvezels in dezelfde ruimte aan te leggen. Met de Draka-techniek kan een glasvezel in één keer tot 3,4 kilometer in een microbuis geblazen worden. De snelheid die met het blazen bereikt wordt, is meer dan honderd meter per seconde. Het is daarmee ook mogelijk in bestaande microbuizen meer kabels aan te leggen of beschadigde kabels te vervangen.
In 2006 kende Cern daarom aan Draka de eervolle onderscheiding de Golden Hadron toe. Deze onderscheiding wordt verleend aan Cern-partners, die de contractuele eisen weten te overtreffen.
Kabels trekken
De toepassing van luchtdruk bij de aanleg van glasvezelkabels vervangt de traditionele methode van kabels trekken. De kabels worden met de blaastechniek ook minder zwaar fysiek belast. Vooral bij het overbruggen van grotere afstanden is de blaastechniek aanzienlijk sneller, goedkoper en betrouwbaarder dan het trekken of duwen van kabels.
Large Hadron Collider
De Large Hadron Collider (LHC) is een deeltjesversneller, die kernfysici gebruiken bij hun fundamenteel onderzoek naar de kleinste deeltjes, de bouwstenen van alle materie. Twee bundels van subatomaire deeltjes, hadrons genoemd – ofwel protonen of loodionen – worden in tegenovergestelde richting in de cirkelvormige versneller gestuurd en verkrijgen bij iedere omloop meer energie. Kernfysici gebruiken de LHC om de omstandigheden direct na de ‘Big Bang' na te bootsen, door de twee bundels met volle kracht op elkaar te laten botsen. Over de hele wereld zijn teams van natuurkundigen verbonden met het LHC-computernetwerk om de resultaten en de deeltjes die bij de botsing ontstaan, te analyseren. Daarvoor zijn tal van detectietechnieken en een groot aantal experimenten opgezet.
LHC-computernetwerk
Het LHC-computernetwerk is door Cern ontwikkeld om de enorme hoeveelheden data die bij de LHC geproduceerd worden, te verwerken en te verspreiden. Het bevat zowel eigen glasvezelkabelverbindingen als bestaande internet-breedbandverbindingen. Het net bestaat uit ongeveer tweehonderdduizend computerprocessors en honderdvijftig petabytes diskruimte, verspreid over 34 landen. De datastroom van de detectoren levert ongeveer driehonderd GB/s, die gefilterd wordt op ‘interessante verschijnselen', en dat resulteert in een ‘ruwe data¬stroom' van ongeveer driehonderd MB/s.