De voorzieningenrechter in Utrecht heeft de eis van Xerox afgewezen om alsnog een grote printerorder van de gemeente Utrecht gegund te krijgen. De rechter oordeelt dat de gemeente gerechtigd was de ranglijst te herschikken nadat de oorspronkelijke winnaar, printerfabrikant Océ, was gediskwalificeerd. Utrecht koos niet voor nummer twee op de lijst, Xerox, maar oordeelde dat in de nieuwe situatie Ricoh de beste bieding had.
De gemeente zal nu met Ricoh proberen in een zogeheten verificatie-overleg tot een definitieve gunning te komen. Eerder probeerde zij dat met de oorspronkelijke winnaar Océ, maar na een verschil van inzicht over staffeltarieven keurde de gemeente de inschrijving van Océ alsnog af. De printerfabrikant stapte tevergeefs naar de rechter, waarna Utrecht met Ricoh zaken wilde doen. Dit was tegen het zere been van Xerox, omdat die fabrikant in de oorspronkelijke ranglijst als tweede was geëindigd.
De gemeente meende dat er na het wegvallen van Océ een nieuwe rangorde moest worden bepaald. Dit had te maken met gehanteerde relatieve beoordelingssystematiek, waarbij inschrijvers ook ten opzichte van elkaar worden gewogen en punten krijgen. De nieuwe berekening, waarbij de biedingen van Xerox en Ricoh ten opzichte van elkaar werden herberekend, leidde tot een hogere waardering voor de offerte van Ricoh.
Nieuwe berekening
Xerox stapte vervolgens naar de rechter om de eerste plek alsnog op te eisen. In de dagvaarding liet de fabrikant weten de handelswijze van de gemeente onbegrijpelijk en onaanvaardbaar te vinden. De rechter schrijft in de uitspraak echter dat deze mogelijkheid tot herberekening in de aanbesteding aan alle partijen voldoende kenbaar is gemaakt. Daarnaast oordeelde de rechter dat de handelswijze van de gemeente juist is geweest: ongeldige inschrijvingen, zoals die van Océ, mogen en kunnen geen rol spelen bij de rangschikking van geldige inschrijvingen.
De rechter benadrukt wel in de uitspraak dat het in zulke situaties wel om een ongeldig verklaarde inschrijving moet gaan. Was de inschrijving van Océ geldig geweest, maar waren de gemeente en de fabrikant er in de contractonderhandelingen niet uitgekomen, dan bleef de oorspronkelijke ranglijst intact en zou de gemeente vervolgens met Xerox onderhandelingen hebben moeten voeren.
Grootverbruiker
In het kort geding dat Xerox had aangespannen meldden Ricoh en Océ zich als tussenkomende partijen. De rechtbank vond het echter onzin dat Océ na het eerder verloren kort geding weer wilde meedoen en wees ook de eis af van Ricoh om binnen twee weken na het vonnis de printorder van de gemeente toegewezen te krijgen.
De order betreft een vierjarige raamovereenkomst voor de verhuur van afdrukapparatuur en toebehoren en het leveren van aanvullende diensten. Utrecht is met jaarlijks ruim 23,7 miljoen zwart/wit en bijna vijf miljoen kleurenafdrukken (op 4750 ambtenaren) een grootverbruiker. Momenteel werkt de gemeente voornamelijk met Nashuatec-apparatuur.
Ik maak uit de context op dat het een Europese aanbesteding betrof waarbij de ranking door diskwalificatie veranderd is. De diskwalificatie kwam voort uit een ‘geschil’ over het tarief. Alhoewel daarna blijkbaar (vooralsnog volgens de voorzieningenkamer) rechtmatig is gehandeld lijkt me de uitkomst voor betrokken leveranciers inderdaad zwaar verteerbaar. Mijn inziens zijn alle partijen beter af als een aanbestedende dienst voorkomt dat dit soort rechtszaken (in de beleving van de gegadigden) nodig zijn om te bepalen wie nu eigenlijk gewonnen heeft.
Lang leve aanbestedingsprocedures…..