Werknemers verwachten steeds meer dat ze mobiel kunnen zijn en tegelijkertijd toegang hebben tot communicatiemiddelen, applicaties en data. Op een flexibele manier, dus waar en wanneer dan ook. Geef het beestje een naam. Of we het nu hebben over 'het nieuwe werken', 'de werkplek van de toekomst' en trends als 'consumerization' en 'enterprise mobility', we denken allemaal te weten waar het over gaat.
Vaak zie ik dat de weg toch nog wordt afgesloten en dat er een traditionele aanpak wordt gehandhaafd waarbij ict bepaalt welke devices waar en wanneer gebruikt worden. Keuzes worden dan voor de werknemer gemaakt zonder het profiel in acht te nemen. Er zijn nog steeds genoeg voorbeelden waarbij men van desktops naar notebooks verschuift en iedereen een 15,6 inch of zelfs een 17 inch notebook voorgeschoteld krijgt. Dat is dus eten wat de pot schaft, terwijl dat niet meer past in onze manier van denken en ook niet zal resulteren in een goede eindgebruikerservaring. Er wordt dan niet gekeken naar wat die eindgebruiker precies doet en wat hij of zij daar idealiter voor nodig heeft.
Ik bedoel hiermee niet meteen dat je naar een ingrijpend model moet kijken als ‘Bring Your Own Device’, hoewel dat voor tablets en smartphones een goed principe kan zijn, maar naar een ‘Choose Your Own Device’ model. Met name voor traditionele cliëntproducten zoals notebooks is dit een ideale middenweg. Ict bepaalt de richtlijnen en standaarden zodat het allemaal heterogeen te beheren, ondersteunen en te beveiligen is. De eindgebruiker krijgt een menukaart waaruit hij zelf een device kan kiezen dat goed bij zijn profiel past. Het resultaat is een tevreden gebruiker die productiever zal zijn.
Dat laatste is een belangrijke doelstelling, niet alleen om aan de veranderende verwachtingen van werknemers te voldoen maar ook om ze in staat te stellen succesvol te zijn en een concurrentievoordeel voor de organisatie te creëren. A la carte dus. Daarnaast kan dat bijdragen aan het aantrekken van jong talent. In de krapper wordende arbeidsmarkt is de slag om jong talent van groot belang voor bedrijven en ict kan daarbij een belangrijke rol spelen. ‘Generation Y´, voor zover je over generatie Y kunt spreken, kijkt nu eenmaal anders tegen de werkplek aan en verwacht bijvoorbeeld social media integraal te kunnen gebruiken als onderdeel van hun werkzaamheden. Zowel de business als hr en recruiters zijn hierbij gebaat. Ict-organisaties moeten dus ook de mogelijkheid krijgen te investeren in nieuwe technologie en oplossingen om hieraan bij te dragen.
Tot slot kom ik nog even terug op smartphones en het ‘Bring Your Own Device’ model. Met de opkomst van social media in zakelijk gebruik en de toename van mobile en webapplicaties neemt de behoefte voor tablets en smartphones voor zakelijk gebruik duidelijk toe. Geen brekend nieuws, maar ook hier zie je vaak dat de weg wordt afgesloten en het ‘alleen een BlackBerry voor een select gezelschap’-beleid van toepassing is. Waarom zou je echter niet de investering, die eindgebruikers vaak zelf al hebben gedaan in een smartphone, gaan benutten? We spreken over één van de snelst groeiende productgroepen die de functionaliteiten aanbiedt die veel mensen nodig hebben: agenda, mail, social media en webapplicaties. Daarnaast hoeft de werkgever dus niet meer de extra hardware investering te doen. Uiteraard moeten er wel afspraken gemaakt worden over data en voice gebruik en hoe de kosten eventueel gedeeld worden. De scheidslijn tussen werk en privé wordt steeds vager, dus helderheid op dit vlak is een essentieel onderdeel van een goede strategie.
Als je als ict-organisatie in staat bent om een variëteit aan smartphones te beheren op een heterogene en veilige manier (waarbij werk en privé gegevens gescheiden gehouden kunnen worden), dan bied je alle voordelen van mobiliteit zonder dat de gebruiker inlevert op keuzevrijheid.