Voor een zonder staatssteun opgezet landelijk schakelpunt (LSP) voor de uitwisseling van medische gegevens is jaarlijks zo'n 7,2 miljoen tot tien miljoen euro nodig. Onzeker is echter of dit geld beschikbaar komt. Dit schrijft het Nationaal ICT Instituut in de Zorg (Nictiz) na een verkennend onderzoek in een brief aan minister Edith Schippers van Volksgezondheid, Welzijn & Sport. Nictiz geeft geïnteresseerde zorgpartijen tot 1 november 2011 de kans om met een financieel haalbaar voorstel te komen. Per 1 januari 2012 wordt het huidige LSP stilgelegd.
Nictiz onderzocht op verzoek van de minister of een meer privaat opgezet LSP kans van slagen had, nu het huidige LSP met staatssteun moet worden afgebouwd. Het LSP zou de spil worden in de opzet van het landelijk elektronisch patiëntendossier, maar de Eerste Kamer blokkeerde begin april 2011 de invoering ervan. Uit de verkenning die het instituut heeft uitgevoerd blijkt dat Nictiz meent dat een doorstart wettelijk gezien mogelijk is. Of het echt haalbaar is moet de komende maanden blijken. Minister Schippers zal de Tweede Kamer over de brief informeren en met een reactie komen.
Draagvlak
Het instituut participeert in een project waarin een aantal belangen- en beroepsverenigingen uit de zorgsector de overgang van de huidige LSP-infrastructuur naar een nieuw te vormen servicecentrum voor zorgcommunicatie schetsen. Het uitgangspunt is dat dit servicecentrum een neutrale, niet op winst gerichte organisatie van en voor de zorg moet zijn. Het noodzakelijke jaarbudget bedraagt tussen de 7,2 miljoen en tien miljoen euro. Dit bedrag zal door de gebruikers moeten worden opgehoest, nu de rijksoverheid haar medewerking intrekt.
Nictiz stelt vast dat er voldoende draagvlak bestaat bij zorgaanbieders, zorgverzekeraars en koepelorganisaties van patiënten en consumenten. Maar, schrijft voorzitter Henk Bosma, 'het lijkt haalbaar dat ook bekostiging door de gebruikers kan plaatsvinden, dit is echter op dit moment nog onvoldoende zeker.' Zorgverzekeraars Nederland heeft aangegeven niet bereid te zijn tot rechtstreekse bekostiging van het servicecentrum. Wel willen de verzekeraars meedenken over een abonnementstarief per aansluiting. Die kosten zouden zorgverleners dan kunnen doorberekenen in het tarief van een zorgproduct.
Geld
Nictiz zal namelijk eind september 2011 in het kader van de afbouw de overeenkomsten met de op het LSP aangesloten zorgverleners opzeggen. In verband met de contractuele opzegtermijn van drie maanden wordt het huidige LSP dan op 1 januari 2012 stopgezet. Eind dit jaar loopt tevens het verlengde contract met automatiseerder CSC af dat beheerder is van het schakelpunt.
In de brief aan minister Schippers stelt Nictiz dat uiterlijk 1 november aanstaande tenminste 70 procent van het noodzakelijke budget gegarandeerd moet zijn om een uit bedrijfsmatig oogpunt verantwoorde overdracht te kunnen doen van het LSP aan een servicecentrum voor zorgcommunicatie. Zo moeten bijvoorbeeld alle burgerservicenummers van zo'n negen miljoen burgers die momenteel in de verwijsindex staan geregistreerd, worden verwijderd.
Privacy
Naast financiering kunnen ook de strenge privacyvoorwaarden een struikelblok vormen voor een private doorstart van een LSP voor de digitale uitwisseling van patiëntengegevens. Nictiz heeft eerder een doorstartmodel opgesteld en dat laten toetsen door het College bescherming persoonsgegevens. Die stelt dat het is toegestaan om medische gegevens landelijk opvraagbaar te maken voor zorgverleners indien dat nodig is mits de patiënt daar uitdrukkelijk toestemming voor geeft. Nictiz concludeert hieruit dat de registratie van zo'n uitdrukkelijke toestemming van elke patiënt een extra administratieve handeling oplevert voor zorgverleners. Het instituut spreekt van 'aanzienlijke operationele en financiële consequenties voor de gezondheidszorg'.