Steeds meer bedrijven kiezen niet meer alleen voor de virtualisatiesofwtare van VMware. Er wordt vaker dt als tweede alternatief gekozen voor virtualisatiesoftware van Microsoft en Citrix. Dit blijkt uit twee verschillende onderzoeken van leveranciers Veeam en Stratus.
Veeam, leverancier van onder meer oplossingen rond gegevensbescherming en disaster recovery, introduceerde dit jaar de website http://www.v-index.com, die de penetratie meet van virtualisatie in de serverparken van grote ondernemingen. Volgens die site (met 544 deelnemende grote bedrijven) is virtualisatie in 39,4 procent van de bedrijven ingeburgerd. 58,2 procent gebruikt VMware, 20,2 procent Citrix Xen en 18,6 procent gebruikt Hyper-V.
Hyper-V en XenServer
Stratus, leverancier van beheersoftware, publiceert resultaten van een enquête onder 250 wereldwijde respondenten waaruit blijkt dat 59 procent van de ondernemingen voor VMware kiest tegenover 53 procent voor Hyper-V. Maar een jaar geleden haalde VMware nog 78 procent, en wist Hyper-V nog maar 38 procent te overtuigen. Microsoft verkleint dus de kloof. Volgens Stratus willen bedrijven niet langer al hun eieren in dezelfde korf leggen. Mogelijk worden bedrijven ook verleid door de integratie van Hyper-V met Microsoft Windows Server en zien ze het naast VMware als een aanvullende virtualisatietest alvorens het echt in productie te gebruiken.
De verspreiding van virtualisatie zorgt ook voor nieuwe groeisegmenten zoals virtualisatie van desktops, opslag en applicaties, waar VMware minder in vertegenwoordigd is. Het gebruik van XenServer (Citrix) is overigens in één jaar verdubbeld van 9 tot 18 procent.
In samenwerking met Datanews