Architectuur, ik vind het een schitterend woord en een schitterend vakgebied. Wat iedere organisatie, van enige omvang, nodig heeft. Zonder dat, geen grip op het reilen en zeilen van de tent. Zonder dat, geen grip op ict, en op alle veranderingsimpulsen die op een organisatie afkomen. Zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. Ik ben lyrisch over architectuur. Ik ben aan 'archiadept' (zelf verzonnen). Ik ben … soms een raar verschijnsel!
Want heel vaak als ik het woord 'architectuur' in de mond neem, zie ik moeilijke blikken. Soms heb ik zelfs de indruk dat er spontaan puistjes in de nek van de gesprekspartner komen. Een diepe zucht, een langzaam wegdraaien van de ogen. In ieder geval ervaar ik regelmatig dat van een echte 'hoera stemming' nou niet meteen sprake is.
Ik heb het natuurlijk dan niet over discussies met vakgenoten, met mensen die redelijkerwijs eenzelfde beeld hebben ten aanzien van wat er onder de term 'architectuur' begrepen kan worden, die het professioneel leuk vinden om die beelden met elkaar te delen, en die 's ochtends vroeg uit bed schieten omdat ze die dag weer met architecturele visualisaties aan de slag mogen. Ik heb het dan wel over al die anderen, de niet-vakgenoten. En dat zijn, als we eerlijk zijn 99 procent van de medewerkers in een organisatie!
Ik verdeel die weerstand, want zo benoem ik het, in drie soorten. De eerste soort weerstand komt van mensen die begrijpen wat architectuur is en wat het voor betekenis kan hebben, maar die bang zijn voor de fundamentele discussies die het werken met architectuur op zal roepen. Dit is de weerstand die je wilt, want dat betekent dat we zinvol aan de slag kunnen. De kunst is om het (zelf)vertrouwen te creëren dat de organisatie een dergelijk traject succesvol kan doorlopen. Dat … is ons vak!
De tweede soort weerstand komt van mensen die ook begrijpen wat architectuur is en wat het voor betekenis kan hebben, maar die teveel semi-wetenschappelijke architecten meegemaakt hebben om, zeker in een tijd waarin het economisch erg oppassen is, ook maar enig positief beeld te hebben bij de 'return on investment' van een architectuurtraject. Iets wat ik helaas nog kan begrijpen ook, omdat ik bij sommige architecten wel eens twijfel of ze snappen dat architectuur slechts een (broodnodig en verdraaid handig) middel is, en niet een doel op zich. Vakgenoten die dan wat mij betreft doordraaien in een streven naar een volledigheid en diepgang die weliswaar volgens het boekje het ultiem gewenste is, maar die totaal los staan van het besef dat we geen twee jaar de tijd hebben voordat investeringen vruchten gaan afwerpen. De kunst is om, met dit soort weerstand, de ander te overtuigen van de pragmatiek van de architectuuraanpak. Soms zelfs met fixed price deliverables en performance based pricing, het maakt me niet uit want ik geloof in wat we doen.
De derde soort weerstand komt van mensen die gewoonweg 'blokkeren' bij het woord architectuur. Die niet open staan om op een dergelijke manier te denken en te praten. Of die wellicht superexpert zijn op een klein gebied en die gewoonweg niet het vermogen hebben of het willen aanwenden om op een integrale manier naar de bedrijfs- en informatiehuishouding te kijken. En ook dit soort mensen wil je betrekken bij je werk als architect!
Ik kom steeds vaker tot de conclusie dat je moet uitkijken met het woord 'architectuur'. Ik kies er regelmatig voor om te beschrijven wat er allemaal beter gaat als we bepaalde milestones in ons project hebben gerealiseerd. Ik kies er steeds vaker voor om in normale taal te omschrijven wat je bereikt als je grip hebt op zoiets als ict. En dat je daar modellen voor moet maken, plaatjes voor moet tekenen, informatie voor moet verzamelen … tja, dat is altijd zo. 'Dat komt wel goed, daar zijn wij voor en we nemen u aan de hand me.e' Gaandeweg een dergelijk traject wordt duidelijk dat heel veel zaken onder de noemer 'architectuur' te vatten zijn. En gaandeweg gaan mensen er niet alleen het nut van inzien maar ook lol krijgen in wat we doen. En ineens zie je het woord 'architectuur' opduiken, steeds meer.
Toen ik ooit, vele jaren geleden, een financieel expert en een logistiek expert probeerde op één lijn te krijgen ten aanzien van bedrijfsprocessen en informatieuitwisseling, greep ik naar het woord 'informatiearchitectuur', en zelfs naar 'entity relationship diagram' (ERD). Niet handig, ik was de heren direct kwijt, en de eerste bijeenkomst was een farce. De tweede bijeenkomst heb ik op een hele andere manier ingestoken, zo dicht mogelijk blijvend bij de operationele gedachtenwereld van de heren van financiën en logistiek. Dat ik er een ERD van maakte, op de achtergrond, heb ik niet gezegd. Ik stelde alleen maar vragen, in termen die zij snapten, die dicht bij hun werkelijkheid lagen. En aan het einde hadden we niet alleen het probleem op tafel, maar waren we het ook nog eens over een oplossingsrichting. Mijn ERD speelde daar een belangrijke rol in, maar alleen voor mij en de collega's van onze eigen organisatieadvies en ict-afdeling. Voor 'de business' schreef ik een kort memo, in normale mensentaal.
Wie heeft er niet geleerd dat het om gelijk krijgen gaat, en niet om gelijk hebben? Daarom mijn tip: let goed op wat woorden als 'architectuur' doen met de mensen die aan tafel zitten. Pas waar nodig of handig je woordkeus, en soms zelfs je stijl van praten, aan. Het gaat erom mensen mee te krijgen, om een oplossing te kiezen en te realiseren. Dat wij daar architectuur voor gebruiken … zal velen jeuken. met of zonder puistjes 🙂
Heel herkenbaar allemaal. De echte oplossing moet komen van de gebruiker. Anders komen we steeds weer voor verrassingen te staan. De nieuwste: minister Donner en zijn gecertificeerde “digitale veiligheid”, waarover afspraken gemaakt zijn met Microsoft(!)
(zie ook: https://www.computable.nl/artikel/ict_topics/overheid/2998823/1277202/architecten-terug-naar-de-blokkendoos.html)
Architectuur is net zoals in de bouw het ontwerp die technische mogelijkheden toepast in een oplossing die tegemoet komt aan de wensen en eisen. Hier komt dus het vakmanschap bij kijken. Het is dus jammer dat men zo allergisch reageert op ‘architectuur’. Het is immers niet de ‘eindgebruiker’ die de oplossing aanlevert, wel moet de ‘eindgebruiker’ de wensen en eisen aanleveren.
Juist hoe de DigiNotar en Nederlande overheid hebben gefaald in de beveiliging geeft aan dat niet de oplossing van de eindgebruiker kan komen, maar van de vakman. Toepassing van architectuur (scheiding van systemen, functies, verantwoordelijkheden, etc) had juist deze problemen kunnen voorkomen.
“Steeds vaker in normale taal schrijven” (en praten) is een advies dat mijns inziens alle specialisten ter harte mogen nemen. Want je hebt helemaal gelijk dat je als architect pas goed je werk doet als het bij je afnemers landt.
Met Ad eens, het geldt voor alle specialisten.