Westerse technologiebedrijven als Amesys en Narus, dochterbedrijven van respectievelijk het Franse Bull en het Amerikaanse Boeing, zouden het Kadhafi-regime recentelijk nog geholpen hebben met de levering van technologie voor het bespioneren en censureren van de Libische bevolking. Dat blijkt althans uit documenten en bestanden die de Wall Street Journal in het gevallen Khadaffi-bolwerk in Tripoli kon inkijken.
Nog begin dit jaar, bij het uitbreken van de onrust in de Arabische wereld, zou de Libische overheid westerse technologiebedrijven, vaak al bestaande leveranciers, hebben aangesproken voor de aankoop van de nieuwste internetmonitoring en -filteringproducten, zo schrijft de Amerikaanse krant. Doel was onder meer om de geëncrypteerde internettelefoniedienst Skype te kunnen afluisteren, om Youtube-video's te blokkeren en om het gebruik van proxyservers, om de censuur van de overheid te omzeilen, onmogelijk te maken.
Naast technologie van Amesys (Bull) en Narus (Boeing) zou de bewuste internetsurveillancekamer van de Libische overheid ook technologie in huis hebben van het Chinese netwerkbedrijf ZTE. Ook het Zuid-Afrikaanse VASTech zorgde voor afluistertechnologie. De verschillende genoemde bedrijven weigerden vooralsnog commentaar.
Censuur
De aankoop van die censuur- en filtertechnologie door de Libische overheid was mogelijk omdat er tot vóór de revolutie in Libië en de daaropvolgende repressie door Kadhafi sprake was van het aanhalen van de banden met de westerse wereld. Gezien het it-budget dat Khadaffi tot zijn beschikking had, was hij voor grote westerse firma's een belangrijke klant.
In samenwerking met Datanews