Open source-besturingssysteem Linux bestaat twintig jaar. Op 25 augustus 1991 startte Linux niet met een persconferentie met veel bombarie, maar met een bescheiden berichtje op een prikbord. Informatica-student Linus Thorvald wilde graag een gratis besturingssysteem maken en zei dat z’n bezigheden met Linux slechts een hobby waren en hij er zeker geen professionele toepassing in zag. Inmiddels is het open source-systeem met als logo pinguin Tux een van de bekendste alternatieven voor Windows.
Linux is gebaseerd op Unix-besturingssystemen. Het is gratis te verkrijgen op internet en dankzij de open source-structuur is de broncode beschikbaar voor iedereen die daar maar iets aan wil aanpassen of uit wil kopiëren. Linux is de kernel die ervoor zorgt dat hardware en software goed samenwerken. Linux-fans noemen Linux daarom graag GNU/Linux, omdat GNU de software is die met Linux werkt. Inmiddels is er behalve GNU ook software onder BSD-licentie verschenen.
In 1994 kwam versie 1.0 van Linux uit en door de stabiliteit van dat besturingssysteem gingen bedrijven ook met Linux werken. Onder andere Google gebruikt al jaren het open source-systeem en is daarmee de grootste gebruiker. Verder is Linux populair voor serversystemen, maar het grote publiek dat Windows heeft weten te bereiken, is (nog) niet aan Linux besteed. Het is voor Linux moeilijk tot dat publiek door te dringen, doordat Windows standaard voorgeïnstalleerd staat op pc's.
Linux is overal
Toch maken veel mensen ongemerkt gebruik van apparaten met Linux-systemen, zoals autonavigatie en entertainmentsystemen in vliegtuigen. Datzelfde geldt voor geldautomaten. Het Japanse Sony maakte het op zijn eerste PlayStation 3-gameconsole zelfs mogelijk voor klanten om Linux te installeren op het apparaat. Op tablets en smartphones draaien veel op Linux-gebaseerde besturingssystemen zoals Android.