Steeds meer informatie services komen beschikbaar als stroom uit de muur. We struikelen tegenwoordig over de cloud aanbiedingen. Moeten organisaties daar dan onmiddellijk gebruik van gaan maken of moeten ze eerst hun eigen informatiehuishouding op orde brengen voordat ze over stappen op deze trein naar Utopia?
Als consument raken we steeds meer gewend aan het idee altijd en overal 'verbonden' te zijn. Kinderen kunnen niet meer zonder hun mobiel inclusief mobiel internet. Hun mail is bereikbaar via de cloud en hun connecties verlopen vluchtig en snel op sociale netwerken die permanent hun aanwezigheid op het net bewaken. Je bent in het netwerk of niet. Het is die wereld waarop nu ook het bedrijfsleven aansluiting vind. Op afroep, wanneer je het nodig hebt, zijn alle services overal en altijd beschikbaar.
Het combineren van die wereld met de bestaande informatievoorziening is de uitdaging waar afnemers en leveranciers van informatiediensten de komende jaren voor staan. Beide werelden kenmerken zich door eigen regels en zijn niet zonder meer met elkaar te combineren. Voor sommige organisaties betekent dat een sprong voorwaarts, waarbij ze overhaast afscheid kunnen nemen van alles wat hen belemmert in aanpassingsvermogen en flexibiliteit, met als belangrijkste belofte een forse kostenbesparing. Voor anderen betekent dit een zorgvuldig traject van verandering van het bestaande en het langzaam integreren van de nieuwe wereld uit de cloud. De meesten onder ons zijn ervan overtuigd dat een toekomst zonder cloud ondenkbaar is. Alleen is niet iedereen het er over eens welke weg daarheen de beste is.
Commodity
Wat we in ieder geval weten is dat in de toekomst steeds meer informatiediensten veranderen in commodity: rekenkracht, opslagcapaciteit en verwerkingsplatvormen zijn dankzij vergaande virtualisatie en beschikbare brandbreedte al naadloos schaalbaar geworden. Dankzij mega datacenters die speciaal voor dit doel wereldwijd worden gebouwd is het zelf hebben van deze functionaliteit vrijwel niet concurrerend meer. Hoe meer de informatiearchitectuur van organisaties wordt klaargemaakt voor een dergelijke standaardisatie, des te beter het mogelijk is om hiervan gebruik te gaan maken. Met andere woorden: is je eigen omgeving opgebouwd uit standaard bouwblokken, die in virtuele omgevingen draaien, des te makkelijker heb je het om over te stappen naar de cloud.
Voor organisaties die nog niet zo ver zijn is direct overstappen op clouddiensten vooralsnog geen voor de hand liggend scenario, tenzij ze het willen aangrijpen om een radicale verandering teweeg te brengen. Zo niet dan moet eerst het eigen huis op orde worden gebracht. Ook functionaliteit zal steeds meer commodity worden. De boekhouding doen, klantinformatie bijhouden of een webwinkel inrichten zijn allemaal zaken die net zo als tekstverwerking op een standaard manier kunnen plaatsvinden, dus ook door standaard applicaties kunnen worden afgehandeld.
Steeds meer functionaliteit zal die kant op gaan en als we genoegen nemen met 80 procent van de functionaliteit die we voor een bepaald proces wensen neemt het aantal van dit soort applicaties alleen maar toe. Vooral omdat die 80 procent per direct beschikbaar is en in de oude wereld is het nog maar de vraag wanneer we 100 procent functionaliteit werkelijk (kunnen) gaan gebruiken. En dat is precies wat er gebeurt in de ontwikkeling van cloudservices die wij nu op ons af zien komen.
Service aggregators
System integrators zullen zich aanpassen aan deze trend naar de cloud. Sommigen door zelf te proberen hun dienstverlening als commodity aan te bieden en anderen door een rol te spelen in het koppelen, integreren en aanvullen van deze standaard bouwblokken aan de laatste 20 procent wensen van de lokale klant. De grote wereldwijde spelers zullen deze laatste stap maar moeilijk kunnen en willen nemen, om niet in de maatwerkval van de individuele klant te vallen. De nieuwe 'service aggregators' zullen zich juist steeds meer op de individuele klant moeten richten omdat ze met generieke functionaliteit onvoldoende de concurrentie aankunnen.
Toch zal al die standaardisatie het er niet eenvoudiger op maken, gegevens en informatiestromen komen immers steeds meer uit het zicht van de organisaties die er gebruik van maken en worden er daarmee niet transparanter op. Regelgeving dwingt organisaties om overzicht te houden of op zijn minst met anderen af te spreken dat voor hen te doen. Hoe meer zich afspeelt uit het zicht van de eigenaar hoe moeilijker dit wordt. Kennis over de verplichtingen die specifieke klantgroepen hebben op het gebied van informatievoorziening en datastromen is voor de 'service aggregators' van groot belang. Hoe meer integratieproblemen door deze integrators kunnen worden opgelost voor klanten hoe succesvoller de overstap zal zijn.
Hoe moet er in de cloudwereld worden omgegaan met het applicatielandschap? Problemen oplossen als ze ontstaan is een aanpak uit het verleden die niemand zich nog kan veroorloven. Het tijdig in kaart brengen van toekomstige uitdagingen en daar een oplossing voor verzinnen wordt in de wereld van de cloud steeds belangrijker. Veel organisaties zullen ontdekken dat ze daarin de afgelopen decennia te kort geschoten zijn. Bestaande informatiesystemen zijn massieve complexe systemen geworden die op ondoorzichtige wijze communiceren met de buitenwereld.
Ontrafelen
Programmeurs hebben door de jaren heen veel functionaliteiten dubbel uitgevoerd en geïntegreerd in niet meer te ontrafelen automatiseringslandschappen. Rigoureus overstappen of een zorgvuldig proces van ontrafelen is de enige weg die bedrijven kunnen gaan. Een nieuwe oplossing is nu eenmaal niet per se een geïntegreerde oplossing in de bestaande omgeving. Ook daarvoor is eerst denken en dan doen het devies.
De transitie is vaak belangrijker dan het doel. Veel organisaties zetten een stip op de horizon en beginnen daar klakkeloos aan te bouwen, maar als er niet wordt nagedacht hoe daar te komen, zal die stip steeds verder komen te liggen. Veelal moet de bestaande omgeving worden omgebouwd om te passen in een scenario naar iets nieuws. Organisaties die kiezen voor een big-bang scenario kunnen dat eigenlijk pas doen als zij eerst hebben vast gelegd hoe hun toekomstige informatievoorziening er uit moet zien. Wat blijf je zelf doen en wat betrek je uit de cloud is niet een beslissing om ondoordacht te nemen. Een scenario dat daarbij past is in ieder geval: kies voor een deelgebied in de organisatie qua gebruikers en functionaliteit, dat enigszins geïsoleerd functioneert en kijk hoe daar het werken met een cloudoplossing uitpakt. Begin tegelijkertijd met een plan voor de toekomst, waarin de bevindingen met deze test kunnen worden opgenomen.
Een weg kiezen
Organisaties die een geleidelijke weg kiezen zullen eerder in kaart brengen hoe complex hun huidige landschap is en welke stappen zij moeten zetten om dat landschap te vereenvoudigen. Terugbrengen van functies per applicatie, ontdubbelen van functionaliteit, standaardiseren op de koppelvlakken, zijn stappen die daarin genomen moeten worden. Daarnaast moet er worden nagedacht over de toekomst van de organisatie en op welke wijze informatievoorziening daaraan ondersteund. Het zal niet eenvoudig zijn bestuurders te overtuigen, waarom in dit geval investeringen nodig zijn in de bestaande omgeving, terwijl we daar juist van af willen. De mogelijkheden die de cloud ons biedt zijn vaak niet meegenomen in de opbouw van de informatievoorziening die er nu is.
Organisaties zullen een keuze moeten maken over deze twee uitersten of een middenweg moeten kiezen. Daar zullen ze hulp bij nodig hebben, waarbij 'service aggregators' een rol kunnen spelen. Hoe je het ook went of keert, hun toekomstige architectuur zal een gemeenschappelijke moeten zijn die door hen samen moet worden ontwikkelt om succesvol te zijn.
Tom van Sante, consultant Getronics