Printerfabrikant Océ-Nederland heeft een kort geding aangespannen tegen de gemeente Utrecht. Daarin eist Océ dat de gemeente alsnog een order voor afdrukdiensten gunt aan het bedrijf. Mocht de rechter dat niet besluiten dan vordert de fabrikant een heraanbesteding wegens schending van het aanbestedingsrecht. Utrecht had na een aanbesteding de printerorder voorlopig aan Océ gegund. Er ontstond echter een conflict over de staffeltarieven die de fabrikant hanteert voor het aantal gemaakte afdrukken. De gemeente trok daarop de opdracht in.
Océ won afgelopen juni de aanbesteding voor de verhuur van afdrukapparatuur die de gemeente in april van dit jaar had uitgeschreven. Daarbij gaat het om een raamovereenkomst met een looptijd van vier jaar. Bij de levering van kopieer- en printerapparatuur voor gebruik door medewerkers en voor een reproruimte hoort ook het leveren van toebehoren als toners, drums en nietjes. Verder bestaat de opdracht uit aanvullende dienstverlening als het plaatsen en installeren van de apparaten, testen, verlenen van onderhoud en verzorgen van grote printopdrachten. Als gunningscriterium hanteerde de gemeente Utrecht de economisch meest voordelige aanbieding.
Staffelberekening
Uit de dagvaarding van het kort geding, dat 11 augustus 2011 diende voor de rechtbank in Utrecht, blijkt de kern van het conflict te draaien om de interpretatie van de tarieven die Océ hanteert voor het berekenen van de totale afdrukkosten. In een zogeheten verificatiegesprek stelde de gemeente vast dat het bedrijf een andere staffelberekening gebruikt dan volgens haar in de aanbesteding was gevraagd. Océ wilde de berekening echter niet aanpassen, waarop de gemeente op 12 juli een brief stuurde met de mededeling dat de inschrijving van het bedrijf alsnog ongeldig werd verklaard.
Océ bestrijdt dat het het prijsinvulformulier voor het berekenen van de printkosten onjuist heeft ingevuld. Daarbij verwijt de fabrikant de gemeente Utrecht dat zij nieuwe voorwaarden aan het bedrijf heeft gesteld nadat de opdracht was gegund. Dit is procedureel een onzorgvuldige handeling, aldus Océ.
Tellertikken
Volgens de advocaat van Océ, Tsong Ho Chen van BarentsKrans, is de gemeente erachter gekomen dat zij in bepaalde gevallen meer aan printkosten kwijt kan zijn dan begroot. In de dagvaarding licht hij toe dat dit komt doordat de gemeente vindt dat de prijs per gemaakte print (prijs per tellertik) in een hogere staffel ook geldt voor lagere staffels. De (goedkopere) prijs in de hoogste staffel geldt dan voor het totale volume. Océ rekent echter met cumulatieve staffels: de prijs per tik in een bepaald staffel geldt alleen voor die staffel.
Chen geeft in de dagvaarding een eenvoudig voorbeeld: er zijn twee staffels: een van 0 t/m 20 met een prijs per tellertik van 0,05 euro en een van 21 t/m 30 met een prijs per tellertik van 0,04 euro. Bij een totaal aantal tellertikken van 25 is de prijs volgens de gemeente 25 maal 0,04 = 1,00 euro. Volgens Océ komt de prijs uit op 20 maal 0,05 en 5 maal 0,04 = 1,20 euro. De printerfabrikant staat op het standpunt dat de door het bedrijf gebruikte berekening van staffelkortingen de juiste is. Daarover zou ook jurisprudentie bestaan in het kader van eerdere conflicten over de interpretatie van staffels in aanbestedingen.
Naar verwachting doet de rechtbank in Utrecht binnen twee weken uitspraak.
Heeft Océ echt een advocaat nodig voor een eenvoudig voorbeeld dat ook in de offerte had kunnen staan? Of heeft de gemeente Utrecht de offerte echt niet goed gelezen? Zie ook: http://jure.nl/bi6426
Redenatie van de gemeente lijkt mij niet logisch. Dat zou (in het voorbeeld van Chen )namelijk betekenen dat 21 t/m 24 tellertikken goedkoper zijn dan 20….
De definitie van een staffel lijkt me helder. Bij toename van de hoeveelheid in de afname neemt de korting op de standaard prijs per staffel toe.
Per staffel!
Jammer dat ze bij de gemeente wel eens zitten te slapen, maar ik denk niet ze Océ ergens van kunnen beschuldigen (al weet ik niet de letterlijke tekst in de offerte.).
Bovendien lijkt het me ‘common sense’ dat een hogere afname nooit (in het totaal) goedkoper kan zijn dan een lagere afname…
Lachen gieren, maar vooral brullen, aangezien de mensen die hierover bij de gemeente gaan betaald worden van onze centen…
Tsja, volgens rekenmethode gemeente zouden bijv. 23 tikken dan minder kosten dan 20. Het zegt genoeg, hier hebben weer gemeentelijke ambtenaren zitten slapen resp. stonden zij buiten de werkelijkheid van hetgeen gebruikelijk is.
Wie draait er straks voor het kostenplaatje op? Wedden dat dit de gewone burgen annex belastingbetaler is?
Toch is dat niet zo ongebruikelijk.
Volumekorting komt uiteraard vaker in staffels voor; 1-49 bestellen is prijs X, 50-100 bestellen is prijs X-0,5 oid.
Als je dan dus 50 besteld ben je goedkoper af dan bij bestelling van 49 items, dat is niet gek.
De truc zit m er hier denk ik ook deels in dat het volume niet vooraf wordt ingekocht (wat de discussie behoorlijk plat zou kunnen slaan), maar pas achteraf wordt berekend. De vraag is dan ook wanneer je afrekent, bij maandbedragen en het model ‘gemeente’ krijg je anders ook nog te verrekenen kortingen over een eenmaal overschreden staffel, bij het model ‘océ’ heb je alleen vanaf dat punt een lagere factuur.
Ik vraag me alleen af waarom ze niet gewoon op het hele volume een inkoopprijs afspreken met een jaarlijkse verrekening van de delta ?
Het werken met dit soort staffelkortingen en ondoorzichtige contracten is toch niet meer van deze tijd?
Ikzelf heb voor een bekende ICT reseller een prijs per pagina concept met een heldere prijs per afdruk. Of je er nu 1 of 100.000 maakt, de prijs per afdruk is gelijk. Waarom? Omdat in de prijs per afdruk alleen de supplies berekend worden die er voor het maken van een afdruk nodig zijn. Dus geen vaste bedragen willen delen door volume waardoor bij een hoger volume de prijs per lager wordt.
Ik snap dus ook nog steeds niet dat dit soort eisen in aanbestedingen er voor zorgt dat de klant alsnog zichzelf in de vingers snijdt.
Gemeente Utrecht, wie zijn kontje verbrand, moet op de blaren zitten!
Pieter Print