De eerste dag van mijn vakantie besteed ik traditiegetrouw aan het doornemen van alle papieren vaktijdschriften waar ik het afgelopen jaar niet aan toe ben gekomen. Mijn conclusie dit jaar is dat ik wel klaar ben met ict. Die ict doet het wel. Het is de hoogste tijd om de aandacht echt te gaan verleggen van techniek naar mensen.
Na het doornemen van wat er dit jaar allemaal veranderd is aan het ict-front kan ik niet anders concluderen dan dat de ingredienten voor succesvolle inzet daarvan in overvloed aanwezig zijn: kennis, methoden en technieken, ervaring, voorbeelden en alsmaar meer en maar applicaties. Noem het, en het is er. Maar waarom blijft het dan zo moeilijk om ict-gerelateerde projecten tot een goed einde te brengen. Want ook dit jaar zijn ze er weer: de rapporten waarin wordt beschreven hoeveel ict-projecten er nu de mist in zijn gegaan.
Ik ben er van overtuigd dat het weinig meer te maken heeft met de kwaliteit van de betrokken ict-voorzieningen. Steeds vaker durf ik daarom wel de stelling aan dat de ict geen probleem is. Iets wat steevast leidt tot protesten en voorbeelden van waar ict zou haperen. Bij doorvragen blijkt echter steevast dat de problemen vooral zitten in de manier waarop producten worden ingezet. Logisch dat medewerkers klagen als ze last hebben van verouderde browserversies, of van qua rechten dicht getimmerde pc ‘s. Maar hoeveel hebben die problemen met techniek te maken? Er zijn vaak al lang nieuwe browserversies beschikbaar. En dat eindgebruikers door veel ict-beheerders nog steeds worden gezien als potentiële stoorzenders is geen technisch probleem.
Een cartoon die ik al twintig jaar koester heeft als onderschrift: 'Willing people make failing systems work, unwilling people make working systems fail'. Het leuke aan die uitspraak is, dat hij in mijn ogen steeds meer waarheidsgehalte krijgt. Want waar je vroeger als medewerker nog moest wachten tot iemand tijd had om je probleem op te lossen, kun je tegenwoordig steeds vaker zelf een oplossing vinden. In een landelijk overleg dat ik gisteren had, werd voorgesteld om de volgende keer elektronisch te gaan vergaderen via een hangout in Google+. En wel om acht uur ’s avonds, zodat niemand last zou hebben van eventuele beperkingen op het werk. Hoezo technische problemen?
Steeds meer ict doet het gewoon. Ik heb mensen met twee digitale linkerhanden zelf een iPhone in gebruik zien nemen, inclusief email en WhatsApp. Een paar jaar geleden verwierf je daarmee nog de status van whizzkid. Dropbox, Facebook, Google Docs, Yammer en Skype zijn voorbeelden van laagdrempelige en gratis software die door steeds meer mensen wordt gebruikt. Of dat in alle situaties wenselijk is, is een hele andere vraag. Dan hebben we het over inzet en gebruik van ict, en dus over mensen.
Mijn stelling is dus dat techniek eigenlijk niet meer zo spannend is. Mailen via een Exchangeserver of via een open source mailserver als Zafara? Of 'gewoon' via Hotmail of gMail? Gaaap. Natuurlijk zijn er complexere toepassingen dan email. En ja, natuurlijk moet je er voor blijven zorgen dat er binnen een bedrijf een samenhangend softwarelandschap blijft bestaan. Maar techniek moet daarbij niet meer centraal staan. Succesvolle inzet van ict draait nu vooral om menselijke aspecten als samenwerking, communicatie en vertrouwen. Iets waar technisch georiënteerde ict’ers meestal niet in uitblinken. Geen probleem, zolang we maar bereid zijn om sprookjes als 'in de volgende versie komt het allemaal goed' op te geven, en de aandacht te verleggen van techniek naar de betrokken mensen.
Toeval of niet, maar ik hoor zojuist op de achtergrond een van de bedenkers van Google+ zeggen dat ze Google omvormen 'van een algoritmisch naar een sociaal bedrijf'. Los van wat je daarbij allemaal bij kunt denken, kan ik het van harte eens zijn met nieuwe leidende principe: 'people first'.