Een aantal eindgebruikers is verbaasd over het nieuwe licentiemodel van VMware voor het nieuwe virtualisatieplatform vSphere 5. Volgens de eindgebruikers leidt het nieuwe licentiemodel tot aanzienlijke prijsverhogingen als ze willen upgraden naar vSphere5. Volgens Computable-expert Rob van der Wel, werkzaam bij Azlan, zijn de vSphere 5-licenties niet altijd duurder dan vSphere 4. ‘In veel gevallen is vSphere 5 zelfs gelijk in prijs.’
VMware noemt zelf het licentiemodel 'aantrekkelijk'. De gebruiker gaat voortaan per central processing unit (cpu) en voor de virtualisatie gebruikte hoeveelheid ram betalen. Deze berekening vervangt het afrekenen per cpu, zoals het bij vSphere 4 en 4.1 het geval was. Op de site van de Nederlandse VMware User Group (vmug) is al een discussie ontstaan onder VMware-gebruikers. Een aantal vindt het nieuwe licentiemodel te duur, bijvoorbeeld gebruiker Cvbarney: ‘Ik hoop dat VMware de kritiek ten harte neemt.' Daar lijkt het op. Een online uitleg van VMware over het nieuwe licentie- en prijsmodel was eerder even offline gehaald (maar nu weer bereikbaar), zo meldt gebruiker ‘Heskez'. ‘Dus ik denk dat ze het heroverwegen.'
Op het Amerikaanse VMware Community-forum is er ook een discussie over het nieuwe licentiemodel voor vSphere5 ontstaan. Daar klagen klanten dat ze meer moeten gaan betalen als ze vier of zes cpu's in hun gevirtualiseerde server hebben. Soms wel vijftigduizend dollar meer. Ze moeten dan meer Enterprise Plus-licenties afnemen.
Transparent pagesharing en memory compression
Rob van der Wel, technical solutions specialist bij distributeur Azlan, onderdeel van Tech Data, zegt dat de nieuwe licentiestructuur niet meer alleen de fysieke core (processor) als input neemt, maar dat ook vram wordt meegenomen. Een vram is het geconfigureerde geheugen per cluster voor de virtuele machines die aanstaan. 'En daar wringt de schoen wat mij betreft, want op zich is het licentiemechanisme duidelijk en neemt wat beperkingen weg als het gaat om gebruik van veel core processors. Het had echter mijn inziens logischer geweest om bijvoorbeeld gebruikt host-geheugen per cluster te licentiëren. Lastiger te monitoren en te valideren natuurlijk, maar wel eerlijker. Nu vallen VMware-technieken als transparent pagesharing en memory compression buiten de licentieberekening.'
vSphere-licentiecalculator
De vSphere 5-licenties zijn echter lang niet altijd duurder dan vSphere 4, aldus Van der Wel. ‘In veel gevallen is vSphere 5 zelfs gelijk in prijs. In een situatie waarin bijvoorbeeld de klant tien ESX-hosts heeft, elk voorzien van twee processors die twaalf cores hebben en de hosts hebben allen 96 GB (100 procent in gebruik) is vSphere 5 licensing bij Enterprise Plus-functionaliteit identiek in prijs ten opzichte van vSphere 4 Enterprise Plus licensing. En dat terwijl er functioneel heel veel is toegevoegd aan vSphere 5. Er zijn zelfs sporadisch situaties denkbaar waarbij de licenties goedkoper uit kunnen vallen. Azlan Competence Center heeft een vSphere 4 vs. 5 license calculator. Als laatste wil ik nog toevoegen dat op internet aangehaald wordt dat deze licentievorm desastreus zou kunnen zijn voor VMware View (VDI) licensing. Voor zover nu bekend blijft View gelicentieerd per concurrent virtuele desktop. De serverlicentiestructuur is daarop dus niet van toepassing.'
Twitter #Vtax
Reacties van boze eindgebruikers zijn oline te vinden op Twitter, via de #Vtax hashtag. Daar staat onder andere het voorstel om een soort van ‘Boston Tea Party' te organiseren. De Boston Tea Party was een protest van Amerikaanse kolonisten tegen de Britse overheid op 16 december 1773, in Boston in de staat Massachusetts. Het is een van de belangrijkste legendes van de Verenigde Staten en een centraal punt in de Amerikaanse Revolutie. Tijdens de Boston Tea Party gooiden kolonisten in de haven van Boston thee uit Engelse schepen. VMware-eindgebruikers roepen op om kopieën van VMware Workstation ‘te dumpen'. VMware-baas Paul Maritz wordt vergeleken met de Engelse koning George III, tegen wie de Amerikaanse kolonisten in opstand kwamen.
Allemaal leuk en aardig, maar een beetje virtualisatieshop heeft tegenwoordig echt wel meer dan 96GB in z’n fysieke host. Jarenlang is dit gepromoot door VMware (koop minder servers maar meer geheugen) en nu wordt je ineens gestraft voor je 256GB host.
Daarnaast geeft alleen Enterprise Plus (de duurste licentievorm) je recht op 48GB VRAM per processor; de overige licenties geven je slechts 32GB RAM. Als je nu een dualsocket quadcore ESX host hebt met meer dan 64GB RAM moet je upgraden naar Enterprise Plus. Ik schat dat voor >75% van de VMware klanten deze licentievorm duurder is. Erg jammer en we zullen zeker zien dat Microsoft met Hyper-V en Citrix met XenServer hier de vruchten van gaan plukken.