98 procent van de overheidswebsites voldoet niet aan overheidsstandaarden voor kwaliteit en toegankelijkheid. Dat betekent niet alleen dat mensen met een beperking problemen ondervinden. Ook bijvoorbeeld tabletgebruikers krijgen, door ondoordacht gebruik van webtechnieken, niet altijd toegang tot alle informatie op overheidssites. Daarnaast is nog steeds 11 procent van de gemeentewebsites slecht vindbaar door Google. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
'De iPad en de iPhone ondersteunen geen Flash', zegt onderzoeker Ron Beenen van de Stichting Accessibility, dat de Accessibility Monitor 2011 uitvoerde. 'Wanneer een website niet gelaagd is opgebouwd, biedt deze geen alternatief aan de gebruiker voor een Flash-object. Dan kun je wel een mooie iPad hebben, maar krijg je in plaats van overheidsinformatie een rood kruisje te zien.'
Ondoordacht gebruik van een webtechniek als Flash resulteert bovendien in slechte vindbaarheid door zoekmachines: 'Google focust bijvoorbeeld heel erg op html. Het indexeren van Flash- en in mindere mate pdf-bestanden verloopt daardoor moeizaam.'
Desondanks is de vindbaarheid door Google van overheidswebsites het afgelopen jaar flink verbeterd, aldus de Accessibility Monitor 2011, 'al is het zorgelijk dat 11 procent van de gemeenten nog steeds moeite heeft relevante content via deze zoekmachine te ontsluiten'. In 2010 lag dat percentage nog op 17 procent.'
Ondertiteling
Op dit moment bestaan er bij 98 procent van de websites van gemeenten en rijksoverheid nog knelpunten in de toegankelijkheid, zoals die zijn vastgesteld in de Webrichtlijnen. Dat zijn overheidsstandaarden die de kwaliteit en toegankelijkheid van websites moeten garanderen.
'Overheden gebruiken steeds vaker video's om zaken uit te leggen', vertelt Beenen. 'Zo troffen we op een gemeentewebsite een prachtig filmpje aan over hoe je de WOZ-waarde van je huis kunt bepalen. Dat werd keurig uitgelegd, maar de informatie zat in de gesproken tekst en die werd niet ondertiteld. Daar kun je als slechthorende dus niets mee. Terwijl ondertiteling misschien driehonderd euro extra kost op een totaalbudget van drieduizend euro.'
Aanbestedingsfase
Volgens Beenen moeten overheden in de aanbestedingsfase beter rekening houden met toegankelijkheidseisen. Dat kan in een later stadium veel geld besparen, aldus de onderzoeker. 'Het ontwikkelen van een nieuwe overheidswebsite neemt soms één of twee jaar in beslag. De kosten voor zo'n website lopen meestal in de tonnen. Dan is het belangrijk dat je niet alleen toegankelijkheid inbouwt voor mensen met een beperking, maar ook in zijn algemeenheid een goed product laat bouwen.'
Beenen geeft een voorbeeld. 'Toepassing van de Webrichtlijnen houdt onder meer in dat je functionaliteit en vormgeving van een website op technisch niveau van elkaar scheidt. Als je dat laatste niet goed doet, moet je bij een gemeentelijke restyling je hele site herbouwen. Terwijl je bij een website die technisch goed in elkaar steekt de vormgeving zonder probleem kunt aanpassen, zonder de functionaliteit aan te tasten.'
Accessibility Monitor 2011
Het onderzoek naar de toepassing van de Webrichtlijnen, de Accessibility Monitor 2011, is uitgevoerd door de Stichting Accessibility. Minister Donner heeft het onderzoek maandag 27 juni 2011 aangeboden aan de Tweede Kamer.
Wat zou het toch heerlijk zijn, als men bij de overheid eens gaat samenwerken en tot een standaard zou komen voor overheidswebsites. Gewoon 1 set requirements, 1 partij die alle websites bouwt en onderhoudt. Effectief, efficiënt/kostenbesparend, uniformiteit bij de overheid waar alle burgers baat bij hebben. Maar nee hoor, het grootste bedrijf van Nederland laat alle best practices weer aan zich voorbijgaan: ze weten het toch wel weer beter … of niet?!
De titel luidt: “Tablet struikelt over websites overheid”. Het is ongetwijfeld waar, maar in het rapport (te downloaden via pagina http://www.accessibilitymonitor.nl/downloads) lees ik daar helemaal niks over.
Het rapport laat wel zien dat, vergeleken met eerdere onderzoeken, sprake is van significante verbetering voor wat betreft tekstequivalenten voor afbeeldingen, afhankelijkheid van scripts en applets, taalwisselingen, datatabellen de leesbaarheid zonder stylesheets, toetsenbordtoegankelijkheid, schaalbaarheid van letters, correct gebruik van kopregels, vermijden van gebruik van tabellen voor lay-out en vindbaarheid door zoekmachines (overzichten op pagina 14 en 15).
Wat roet in het eten gooit is de sterke toename van gebruik van audio en video op websites. Daardoor kan de eindconclusie, ondanks alle geconstateerde verbetering, niet veel beter zijn dan bij de eerdere onderzoeken. Dat moet ongetwijfeld een bittere pil zijn voor eenieder die de afgelopen jaren z’n stinkende best heeft gedaan om overheidswebsites beter toegankelijk te maken. En dus slecht voor de motivatie.
@M.Mol: misschien moet je het artikel nog eens lezen.
Er wordt meer dan eens gesproken over de webrichtlijnen. Ze zijn er dus juist wel, en als je ze weleens gelezen hebt dan zal het je opvallen dat ze vrij ver gaan in het doorvoeren van accessibility en het scheiden van opmaak en inhoud. Daar kunnen heel wat service providers nog een puntje aan zuigen.
Wat mij wel verbaast, en wat ook heel bedenkelijk is, is dat de overheid deze richtlijnen dus zelf niet toegepast blijkt te hebben.
Overigens ben ik van mening dat het idee om de websites allemaal door 1 partij te laten maken een van de slechtste ooit is, en bovendien in tegenspraak met wetgeving over aanbesteding en mededinging.
Zowel overheden als niet-overheden onderschatten momenteel nog het gebruik van niet alleen tablets maar allerlei andere mobiele devices. Wel wordt steeds vaker ingezet op het ontwikkelen van (device) specifieke applicaties, iets wat mijns inziens op de lange termijn een onhoudbare strategie is gezien de grote diversiteit van zowel hardware als operating system.
Waar meer op ingezet moet worden is het naar device type customizen van websites. Dit om in eerste instantie in ieder geval alle informatie op maat aan te bieden op diverse devices (van PC tot telefoon). Tot zo ver is dit nog een technisch verhaal waar inderdaad uitdagingen zijn wat betreft technologie zoals flash, html5 en multi media.
Daarnaast is het van belang dat organisaties content gaan kwalificeren voor gebruik; met andere woorden waar zit de consument van de informatie op te wachten op welk moment. Als voorbeeld: zou een aanvrager van een bouwvergunning dit eerder thuis achter de PC doen, of vanaf een mobiele telefoon?