Zeven medewerkers van CSC eisen via een kort geding hun werk terug. Het zevental behoort tot een groep van zo’n vijftig medewerkers die CSC Nederland boventallig heeft verklaard. De ict-dienstverlener beroept zich op bedrijfseconomische gronden. CSC ziet omzet en winst teruglopen in een moeilijke markt. Volgens de advocaat van het zevental heeft de automatiseerder uit Utrecht de gronden voor het ontslag echter niet aannemelijk gemaakt. In een voorlopig oordeel neigt de rechtbank in Utrecht ernaar hen in het gelijk te stellen.
CSC uit Utrecht blijkt afgelopen 4 april een reorganisatie te hebben aangekondigd. Daarbij staan zo'n vijftig van de 430 banen op de tocht, volgens advocaat Mark Keuss van Lexence Advocaten en Notarissen, die optreedt namens een zevental gedupeerden. Hij vertelde tijdens het kort geding, dat 22 juni bij de rechtbank in Utrecht diende, dat 26 van deze groep direct boventallig zijn verklaard en op non-actief gezet. Het overige dertigtal is de wacht aangezet. Een woordvoerder van CSC ontkent overigens ten stelligste dat er naast die 26 ook nog eens dertig medewerkers ontslagen dreigen te worden. Hij zegt dat er wel met vier werknemers die 62 jaar of ouder zijn individuele vertrekregelingen zijn overeengekomen.
De 26 werknemers zijn volgens Keuss boventallig verklaard op grond van 'skills mismatch' (het hebben van vaardigheden en ervaringen die CSC voor een belangrijk deel niet meer nodig heeft), al dan niet in combinatie met een structurele werk- en omzetvermindering. Bij het zevental, dat zich verzet tegen het dreigend ontslag, gaat het om testers, beheerders, een projectleider, een adviseur van softwarepakketten en een servicedeliverymanager.
Stoelendans
Raadsman Keuss stelde in het kort geding dat CSC het verplichte afspiegelingsprincipe niet heeft toegepast. Hij wees erop dat 70 procent van de getroffen medewerkers 45 jaar of ouder is. Verder beweert Keuss dat er onder deze groep werknemers opvallend veel mensen zitten met een arbeidshandicap, een ziekte of een ziekteverleden. Daarnaast bracht de advocaat naar voren dat CSC pas in een later stadium met bedrijfseconomische redenen is gekomen om het ontslag te verantwoorden.
Ook verwijt hij de automatiseerder dat er bij het UWV geen melding is gemaakt van het op handen zijnde collectief ontslag en dat er amper stukken zijn overlegd die de gronden voor ontslag kunnen onderbouwen. Hij sprak van een stoelendansreorganisatie waarbij uitrooktactieken worden gehanteerd. De zeven medewerkers hadden of nog werk of ze hadden net een project afgerond, vertelde hij aan de rechter. Twee ervan waren in 2008/2009 nog bestempeld als 'high potentials' en volgden een dure ict-studie aan de TU in Delft. Hij vraagt zich af hoe er dan van een 'mismatch' sprake kan zijn en mist de dringende reden die er moet bestaan om mensen op non-actief te mogen zetten.
Wedertewerkstelling
Voor wie bij CSC boventallig wordt verklaard, geldt het sociaal plan. Daarbij zijn er twee keuzes: akkoord gaan met een afvloeiingsregeling of met een mobiliteitstraject, waarbij een afbouwregeling volgt mocht er na negen maanden geen nieuwe baan gevonden zijn. De advocaat van CSC, Madeleine Lamers van CMS Derks Star Busmann, wees er tijdens de zitting op dat de ondernemingsraad akkoord was gegaan met de reorganisatie. Volgens de raadsvrouw spelen bedrijfseconomische redenen weldegelijk van begin af aan een rol. CSC heeft last van een teruglopende omzet in een sterk competitieve markt.
De zeven gedupeerde medewerkers eisen via het kort geding wedertewerkstelling op straffe van een dwangsom van 2500 euro per persoon per dag wanneer CSC hierbij in gebreke blijft. De rechter wilde aan het eind van de zitting weten of beide partijen nog tot een schikking wilden komen. Omdat de partijen hier niet afwijzend tegenover stonden, maar nog wel een paar dagen nodig denken te hebben, gaf de rechter een voorlopig oordeel. Hij zei 'heel voorzichtig denkend' dat de motivering van CSC als werkgever wel eens gebrekkig kan zijn geweest.