Wanneer NAT op grote schaal door internetproviders wordt ingezet, wordt de snelheid van internetverbindingen 'moeilijk voorspelbaar'. Dat schrijft de IPv6 Task Force in een opinie-artikel op de site van Computable.
'Daarnaast zijn er enorme investeringen nodig om op zo'n grote schaal NAT te implementeren', zo schrijft de IPv6 Task Force. 'Deze investeringen helpen maar tijdelijk, terwijl investeringen in IPv6 langetermijnvoordeel oplevert.'
Het opinie-artikel is geschreven door een aantal leden van de IPv6 Task Force en 'wordt gesteund door onder andere KPN, TNO, XS4ALL en UNet.'
Falende internetverbindingen
De IPv6 Task Force verwijst in het opinie-artikel naar 'suboptimaal gedrag van NAT444' dat de Internet Engineering Task Force (IETF) waarnam in een uitgebreide serie test-opstellingen. In april 2011 legde de IETF verslag van deze tests.
NAT444 is een technologie wordt door providers gebruikt om internetverbindingen over IPv4 te kunnen blijven leveren 'tijdens de overgang naar IPv6'. De technologie voegt een extra, grootschalig NAT toe aan het netwerk van de provider.
Drie Amerikaanse providers (CableLabs, Time Warner Cable, en Rogers Communications) testten onafhankelijk van elkaar de impact van NAT444 op verschillende populaire internetdiensten. Daarbij werd gebruik gemaakt van een 'variëteit aan testscenario's, netwerktopologieën en -apparatuur van verschillende fabrikanten.'
'Veel geavanceerde taken (zoals peer-to-peer verkeer, video streaming, sommige internetspellen, en IPv6-transitie technologieën zoals 6to4 en Teredo) falen ronduit of zijn onderhavig aan ernstige achteruitgang.' Deze effecten verschillen 'van leverancier tot leverancier' en van 'testomgeving tot test-omgeving.' De preciese prestatieverlaging die NAT444 oplevert in een specifieke situatie is daardoor volgens de IETF-onderzoekers 'moelijk te voorspellen'.
Misbruik minder goed traceerbaar
Behalve slechtere internetverbindingen zijn er volgens de IETF-onderzoekers andere nadelen 'die ontstaan wanneer IPv4-adressen worden gedeeld via bijvoorbeeld NAT444'. Eén van die nadelen is verlies van geolokale informatie. 'Het is moeilijk voor externe entiteiten om IP en poort-informatie te herleiden tot een specifieke locatie of gebied.'
Een ander nadeel zou zijn dat de daders van internetmisbruik minder snel kunnen worden getraceerd. 'Het zal moeilijk zijn om te bepalen welk eindpunt verantwoordelijk is voor een bepaalde IPv4 verkeersstroom, op basis van enkel het IP-adres.'
IPv6 Task Force
De IPv6 Task Force werd in 2005 opgericht door het ministerie van Economische Zaken, 'om het belang van de overstap naar IPv6 te benadrukken', zo vermeldt de website van de Task Force. 'Het doel van de Nederlandse IPv6 Task Force is om bewustwording te creëren betreffende het nut en vooral de noodzaak van IPv6, kennis uit te wisselen over de toepassing van IPv6 en afstemming te bereiken met betrekking tot de invoering van IPv6. Deze Task Force is ondergebracht bij ECP-EPN platform voor de informatie samenleving.'
Het percentage websites dat IPv6 ondersteund is gemiddeld lager dan 1%. Echter, als je kijkt naar de populairste 100 sites, dan is dat 9% en voor de eerste 10.000 sites is dat 2%.
Als de eerste 100.000 grotendeels IPv6 ondersteunen, dan is IPv6 + NAT64, voor de gemiddelde consument, een betere oplossing dan IPv4 + NAT. Je kunt dan namelijk youtube filmpjes kijken, met een rechtstreekse IPv6 verbinding, zonder dat deze filmpjes door de NAT-server heen moeten. De oude IPv4 sites kun je dan nog benaderen via de NAT64 server.
Het IPv6 geschikt maken van de eerste 100.000 sites, is in totaal veel goedkoper dan overal NAT-servers te gaan installeren. IPv6 is slechts configuratie en software update. NAT-servers, is extra hardware.
IPv6 + NAT64 is voor thuis, met routertjes en mogelijke oude software, niet direct aantrekkelijk. Echter voor smartphones lijkt het er op dat de telecoms hier op in gaan zetten. En mogelijk gaan de telecoms het IPv4 verkeer dan knijpen.
Als je website niet IPv6 geschikt is, dan is je site straks op een smartphone langzamer dan je concurrent.