IPv6 is in de tweede week van juni een ‘hot topic’. De pers publiceerde er een hoop zin maar ook onzin over. Het hoogtepunt was de World Ipv6-dag in Amsterdam, waar aan de hand van een paar interessante presentaties werd aangegeven waar we nu eigenlijk staan met IPv6.
Het blijft vreemd dat eigenlijk alleen de consumentenprovider Xs4ALL echt werk maakt van Ipv6 in Nederland. Vele anderen zijn er achter de schermen nog mee bezig, maar kunnen de consument nu nog niets bieden.
In de categorie onzin plaats ik de artikelen over hoe je Network Address Translation – NAT zou moeten pushen. Dit is iets wat je per definitie niet wilt. Zo verscheen er op Wereld IPv6-Dag op Computable het artikel ‘IPv4-adressen zijn niet op’, waarin werd gecommuniceerd dat er geen tekort is aan IPv6-adressen. Zowel bedrijven als internet service providers kunnen nog minstens twintig jaar uit de voeten met de bestaande voorraad, meent universitair docent Jos Vrancken aan de Faculteit Techniek, Bestuur & Management van de Technische Universiteit Delft. De reden daarvoor is volgens hem dat Network Address Translation (NAT) nog ruimte biedt voor miljarden extra internetverbindingen en een veelvoud daarvan wanneer NAT verder wordt verbeterd.
Het artikel geeft een verkeerd beeld van de huidige situatie. Feit is namelijk dat de wereldeconomie harder groeit dan men denkt , met name in landen die voorheen amper toegang tot internet hadden. Zonder IP-adressen geen groei. De IANA-pool met IPv4-adressen is leeg en binnenkort volgen in rap tempo ook de RIR´s. Gelukkig voor ons allemaal, hebben een aantal ISP´s nog een paar IPv4-adresjes op de plank liggen, maar deze voorraad is niet zo ruim dat we kunnen zeggen dat de IPv4-adressen niet op zijn. Waar in het artikel helemaal aan voorbij wordt gegaan, is dat er ook meer en meer groei komt bij relatief nieuwe partijen.
Vele zaken kunnen niet lopen of zullen veel moeilijker worden als er gebruik wordt gemaakt van NAT. Bekende voorbeelden zijn onder andere voice over ip (VoIP) en services op het netwerk, zoals smart metering. Bij VoIP moet je vaak extra regelingen treffen, zoals het gebruik van een STUN-server, zodat het één en ander toch lekker loopt. Bij smart metering, maar ook bij andere domotica-toepassingen, dient er vanuit internet toegang te zijn tot devices in het lan. Deze devices zitten dus achter NAT en dit maakt het er allemaal niet eenvoudiger op. Een eigen public ip-adres maakt alles veel eenvoudiger, en aangezien deze public IPv4-adressen schaars worden, is IPv6 de enige weg naar voren.
Is IPv6 nu het enige alles zaligmakende? Nee, er zijn nog steeds veel applicaties op de markt die nu alleen nog via IPv4 werken. Een voor de consument bekende applicatie die hiermee te maken heeft, is Skype. Op de korte termijn zullen IPv4 en IPv6 op basis van dual stack naast elkaar blijven draaien. Het aantal IPv6-applicaties zal echter steeds verder blijven groeien, dus uiteindelijk kunnen we wel naar een volledig IPv6-netwerk. Die overstap staat in ieder geval in het vizier. Laten we in de tussentijd niet iedere keer weer de nadruk leggen op al dan niet terechte problemen, maar IPv6 gewoon doen. Gedurende het proces kunnen we met een blik op de toekomst de eventuele problemen aanpakken en oplossen. De internetwereld is daar gelukkig slim genoeg voor.
Deze auteur doet mee aan ‘IPv6 is een religie’ en negeert belangrijke details in het verhaal over NAT.
Jos Vrancken heeft bepleit dat NAT een goede tussenoplossing is voor waar IPv4 op raakt en IPv6 nog niet werkt. Deze tussenoplossing kan nog jaren gebruikt worden.
In reacties op het artikel ‘IPv4-adressen zijn niet op’ kun je lezen dat de marktwerking die Vrancken voorspelt al in Azie bestaat.
Het belangrijkste argument dat Eric van Uden aanvoert op te verklaren dat IPv4 binnenkort niet meer functioneert, klopt niet. Hij zegt dat de IPv4 adressen op zijn en dat de groei van het serverpark niet meer kan plaatsvinden. Hierbij ziet hij over het hoofd dat als je de eenvoudige thuisgebruikers achter een NAT zet, er een grote hoeveelheid IPv4 adressen vrijkomen die de benodigde groei gemakkelijk kan voorzien.
Wat velen over het hoofd zien bij gebruik van NAT is dat er voor de servers niets veranderd en dat ‘slechts’ een grote groep thuisgebruikers achter NAT worden gezet. Alles blijft gewoon werken, alle genoemde nadelen bestaan niet en we kunnen rustig en zonder paniekacties op IPv6 overgaan.
Iets onzin noemen omdat je iets per definitie niet wilt, dat noem ik pas onzin.
Met technieken als ‘Connection Reversal’ en ‘Relay’ zijn machines achter NAT en met DHCP prima te benaderen. Dit is niet moeilijk en wordt in de praktijk al veel gebruikt omdat veel huishoudens plug-and-play NAT gebruiken (het thuis netwerk).
Skype (VoIP) doet het hier prima, zonder een enkele extra maatregel. Ook smart metering, domotica en al die andere toepassingen zijn op deze manier te benaderen.
En passant werkt NAT zo ook nog als firewall.
IPv6, het lijkt verdacht veel op een religie.
Het is jammer dat IPv6 steeds religie wordt genoemd. Dat doet geen recht aan de noodzaak om met de invoering te beginnen.
Natuurlijk kan NAT in sommige situaties zorgen voor een goede overbrugging, dat doen we immers nu ook al met al onze thuisnetwerken. Dat werkt aanvaardbaar. Maar we zullen op termijn IPv6 toch moeten omarmen.
De meeste ISP schrijven hun apparatuur graag over een lange termijn af. Kabelmodels en ADSL-apparaten gebruiken we het liefst minimaal 5 jaren. En als we dan in 2012 de laatste IPv4-only apparaten uitrollen, zullen deze pas in 2017 afgeschreven zijn. Dat kon wel eens te laat zijn. Het feit dat we nu de investering uitstellen kan dan betekenen dat we versneld moeten afschrijven.
Overigens ben ik blij om te lezen dat Vrancken niet heeft bedoeld dat we IPv6 niet nodig hebben omdat we het op termijn wel aankunnen met NAT. NAT levert een extra tussenstation op, net zoals STUN en alle andere technieken. En waarom zou je weer een telefoniste introduceren als je telefoonnummers op zijn, terwijl je ook gewoon het telefoonnummer kan verlengen.