Handel in IPv4-adressen kan het internet tijdelijk vertragen, maar dat probleem zal zichzelf vanzelf oplossen via ruilverkaveling van adresblokken. Dat zegt Jos Vrancken aan de Faculteit Techniek, Bestuur & Management van de Technische Universiteit Delft. De universitair docent voorspelt dat deze ruilverkaveling, waarbij bedrijven adresblokken ruilen zodanig dat elke organisatie aanéénsluitende blokken in handen krijgt, zich bottom-up zal organiseren. ‘Wanneer bedrijven performance-problemen gaan ervaren als gevolg van vervuilde routingtabellen, regelt die handel zich vanzelf.’
Vrancken doet aan de Technische Universiteit Delft onder meer onderzoek naar de bottom-up invoering van nieuwe ict-standaarden. 'Laat het IPv4-tekort maar aan de markt over', zegt Vrancken. 'Die zoekt altijd naar kortetermijnoplossingen die lokaal voordeel bieden.´
Vrancken voorspelt dat Network Address Translation (NAT) de uitweg zal zijn uit de volgens hem schijnbare IPv4-crisis. Naast een intensiever gebruik van NAT, verwelkomt Vrancken de handel in IPv4-adressen. Hij is het oneens met deskundigen die waarschuwen dat deze handel het internet kan vertragen. Eén van hen is IPv6 TaskForce-voorzitter Erik Huizer: 'Tot nu toe zitten al die adressen min of meer hiërarchisch verdeeld', vertelde hij eerder aan Computable. 'Daardoor blijft het aantal entries in routeringstabellen beperkt. Maar wanneer er kleine blokjes verkocht worden uit grotere, samenhangende adresblokken, zal het aantal entries in die routeringstabellen dramatisch toenemen. Dan vertraagt het internet zodanig, dat zelfs een situatie kan ontstaan dat het internet helemaal vastloopt.'
Vrancken erkent dit probleem, maar betoogt dat het oplosbaar is: 'Ook nu zijn die routingtabellen al een aardig rommeltje. Dat komt doordat bedrijven in de loop der jaren nieuwe adresblokken hebben bijgekocht. Maar er is ook een oplossing voor dit probleem: ruilverkaveling.'
Ruilverkaveling
De universitair docent voorspelt dat die ruilverkaveling, waarbij bedrijven adresblokken ruilen zodanig dat elke organisatie aanéénsluitende blokken in handen krijgt, zich bottom-up zal organiseren. 'Wanneer bedrijven performance-problemen gaan ervaren als gevolg van vervuilde routingtabellen, regelt die handel zich vanzelf.'
Centrale aansturing is niet nodig, en in de ogen van Vrancken bovendien onwenselijk: 'Het internet is te ingewikkeld geworden om 'top down' aan te sturen. Dat is precies het probleem achter de invoering van IPv6: de complexiteit van het internet wordt onderschat. We moeten terugvallen op zelf-organisatie.'
Microsoft
Softwarleverancier Microsoft betaalde in maart 2011 7,5 miljoen dollar voor 666.624 ipv4-adressen uit de boedel van het failliete Nortel. Dit is dit het eerste geval waarin openlijk voor ip-adressen wordt betaald.
Jos Vrancken
Na afgestudeerd te zijn als wiskundige aan de Universiteit Utrecht, promoveerde Jos Vrancken in 1991 als computerwetenschapper aan de Universiteit van Amsterdam. Hij ontwikkelde onder meer methoden voor protocol-verificatie. Van 1991 tot en met 2008 werkte hij als systeemarchitect bij Rijkswaterstaat. Sinds 2002 is hij daarnaast universitair docent bij de Faculteit Techniek, Bestuur & Management in Delft. Hij doet onder meer onderzoek aan verkeersmanagementsystemen voor wegverkeer en de bottom-up invoering van nieuwe ict-standaarden.