In 'Het Gemeentelijk Fundament' wordt samenhang aangebracht tussen de verschillende onderdelen van het NUP. Het bieden van deze samenhang alleen maakt nog niet dat realisatie van het NUP hoger op de bestuurlijke en politieke agenda komt. Lokale bestuurders zullen aanvullend geprikkeld moeten worden om (elektronische) dienstverlening effectiever en efficiënter te maken. Tijd om het Gemeentefonds als financiële prikkel in te gaan zetten?
De gemeenten Alkmaar, Arnhem, Den Haag, 's-Hertogenbosch en Schijndel hebben tijdens het Digitaal Bestuur Congres op 20 januari 2011 'Het Gemeentelijk Fundament' overgedragen aan KING. Tijdens de beurs Overheid & ICT werd het in de eigen huisstijl gegoten document door KING gepresenteerd.
Het Gemeentelijk Fundament (kortweg: het fundament) brengt de grote verscheidenheid aan onderdelen van het NUP samen in een vijftal thema’s:
1. Gemeente als meest nabije overheid (frontoffice)
2. Verbinden door een goede informatievoorziening (midoffice)
3. Efficiënte inzet van mensen en middelen (backoffice)
4. Eenmalige opslag en hergebruik van gegevens (basisregistraties)
5. Efficiënte inzet van techniek (technisch architectuur)
Op deze manier ontstaat voor betrokkenen (waaronder bestuurders) samenhang in de veelheid en qua aard nogal verschillende componenten van het NUP: technisch georiënteerde bouwstenen zoals DigiD en Samenwerkende Catalogi, programma’s als Antwoord© met haar onderdelen en voorbeeldprojecten als de invoering van de Omgevingsvergunning (WABO). De bijbehorende video draagt hier ook zeker aan bij. Naast de verbinding in thema’s geeft het fundament ook handvaten voor de broodnodige afstemming tussen de thema’s tijdens de realisatie ervan.
Het fundament is daarmee een mooie en praktische handreiking naar gemeenten om te bouwen én te sturen op de samenhang tussen de eigen ambities van dienstverlening, organisatie en (inzet van) ict, als onderdeel van de implementatie van het NUP. En dat komt zeker van pas in een periode waarin bezuinigingen wellicht zullen moeten leiden tot heroverweging van deze ambities en zeker zullen vragen om een (nog) efficiëntere inzet van techniek, mensen en middelen.
Ten tijde van de overdracht aan KING was ik in contact met Ingrid van Zeeland van de gemeente ’s Hertogenbosch, één van de initiatiefneemsters van het fundament. Dit naar aanleiding van mijn eerdere bijdrage aan dit topic van Computable: Het is tijd voor de k-NUP-pel in het meelhok. Hierin betoog ik dat het realiseren van de uiteindelijke doelstelling (verbeterde dienstverlening) niet alleen technische voorzieningen, maar vooral ook lokale regie en sturing vereist op ingrijpende, maar voor het uiteindelijke succes randvoorwaardelijke, organisatorische veranderingen op gemeentelijk niveau.
Het terugbrengen van de NUP bouwstenen naar de genoemde thema’s in het fundament zal het maken van een verbinding met het eigen college- of raadsprogramma eenvoudiger maken. Daarmee alleen is echter nog niet gegarandeerd dat het ook daadwerkelijk hoger op de bestuurlijke en politieke agenda terecht komt.
Wellicht is het voor de motivatie van gemeenten te overwegen om de uitkeringen uit het gemeentefonds voortaan (deels) te relateren aan haar prestaties op het gebied van dienstverlening. Op die manier worden goed presterende gemeenten beloond voor hun prestaties en minder goed presterende gemeenten geprikkeld om het beter te doen. Immers, de invoering van het NUP en alles wat daarmee samenhangt vraagt van lokale bestuurders en managers dat ze drastische veranderingen in hun organisatie, processen en systemen doorvoeren (met de hiermee gepaard gaande onrust en weerstand), maar de vraag is wat ze er uiteindelijk beter van worden. Bijkomend voordeel is dat er duidelijkheid ontstaat over wat kwaliteit van dienstverlening is en hoe deze meetbaar gemaakt wordt.
Het trackrecord van eerdere pogingen van de landelijke overheid om gemeenten beter te laten presteren op het gebied van dienstverlening (respectievelijk: burgerjaarverslag, kwaliteitshandvest, lex silencio positivo en meest recent: de invoering van de dwangsom) spreekt boekdelen. In de periode van meer dan tien jaar die deze initiatieven bestrijken zijn geen significante verbeteringen bereikt. Voor de realisatie van de elektronische overheid dreigt hetzelfde te gaan gelden, getuige ook de rapporten aangehaald in het al eerder genoemde artikel in Computable en het eindrapport van het gateway-review op de invoering van het NUP.
Ervan uitgaande dat Nederland nog steeds in 2015 wil behoren tot de koplopers op het gebied van ‘ICT-toepassingen en nieuwe digitale dienstverleningsconcepten’, wordt het tijd om de invoering van het NUP, naast initiatieven van bijvoorbeeld deze vijf gemeenten met het schrijven van Het Gemeentelijk Fundament , landelijk te ondersteunen met het (intrinsiek en/of extrinsiek) motiveren van de lokale bakkers om het nieuwe meel te gebruiken.
Meest verontrustende zin in artikel is “maar de vraag is wat ze er uiteindelijk beter van worden” (waarbij ze staat voor het gemeentelijk apparaat). Ik ben het, helaas, eens met de auteur dat dit in praktijk te vaak een rol speelt en dat ‘minder vrijblijvend stimuleren’ daarom best op zijn plaats zou zijn.